Telwoorden Flashcards
1
Q
Negenendertig
A
Hoofdtelwoord
2
Q
Zesde
A
Rangtelwoord
3
Q
Genoeg
A
Hoofdtelwoord
4
Q
Een paar
A
Hoofdtelwoord
5
Q
Beide
A
Leden van een groep
6
Q
Laatste
A
Rangtelwoord
7
Q
Zoveelste
A
Rangtelwoord
8
Q
Enige
A
Hoofdtelwoord
9
Q
Genoeg
A
Hoofdtelwoord
10
Q
Vier bepaald of onbepaald
A
Bepaald
11
Q
Zoveelste bepaald of onbepaald
A
onbepaald
12
Q
Een stuk of wat. bepaald of onbepaald
A
Onbepaald