Acht Tijden Flashcards

1
Q

O.t.t. Koken

A

Onvoltooid tegenwoordige tijd.

Ik kook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

O.v.t.t. Koken

A

Onvoltooid verleden toekomende tijd.

Ik zou koken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

V.v.t.t. Koken

A

Voltooid verleden toekomende tijd.

Ik zou gekookt hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

O.t.t.t.

A

Onvoltooid tegenwoordig toekomende tijd.

Ik zal koken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

V.t.t. Koken

A

Voltooid tegenwoordige tijd.

Ik heb gekookt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

O.v.t. Koken

A

Onvoltooid verleden tijd

Ik kookte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

V.t.t.t. Koken

A

Voltooid tegenwoordig toekomende tijd.

Ik zal gekookt hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

V.v.t. Koken

A

Voltooid verleden tijd.

Ik had gekookt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

V.t.t. Gaan

A

Ik ben gegaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

V.t.t.t. Gaan

A

Ik zal gegaan zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

O.t.t. Gaan

A

Ik ga

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

O.t.t.t. Gaan

A

Ik zal gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

O.v.t.t. Gaan

A

Ik zou gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

V.t.t. Gaan

A

Ik ben gegaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

V.v.t.t. Gaan

A

Ik zou gegaan zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

O.v.t. Gaan

A

Ik ging