Tekstsoorten Flashcards

Men onderscheidt in zakelijke teksten de volgende schrijfdoelen: -Informeren -Uiteenzetten -Overtuigen (Betogen, een pleidooi houden) -Beschouwen (Ter overweging aanbieden) -Vermaken (Amuseren)

1
Q

Is objectief (auteur geeft voornamelijk feiten, en geen eigen mening)

A

Uiteenzetting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Is bedoeld om de lezers te informeren, iets te laten begrijpen

A

Uiteenzetting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Is subjectief (auteur geeft voornamelijk zijn eigen mening)

A

Betoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is bedoeld om de lezers te overtuigen

A

Betoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Is gedeeltelijk objectief, gedeeltelijk subjectief

A

Beschouwing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Is bedoeld om een verschijnsel van verschillende kanten te belichten om de lezer aan het denken te zetten

A

Beschouwing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly