Talentontwikkeling Flashcards

1
Q

Breed motorisch basis

A

Verplaatsingsvaardigheden
Objectvaardigheden
Balansvaardigheden

> als een niet goed is ontwikkeld > ontbreekt fundament verdere vaardigheden te leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Breed motorische basis 3 groepen

A

Gezondheid
Persoonlijke ontwikkeling
Participatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gezondheid

A

Vaardige kinderen blijven langer bewegen en genieten van voordelen van gezondheid

Omgeving waar gevarieerd wordt bewogen zorgt voor minder blessures

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Participatie

A

Proficiency barrier > minimale basisvaardigheid die behaald moet zijn om verscheidene sporten te beoefenen

Met BMO ook grote kans naar de top te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Persoonlijke ontwikkeling

A

Positief bijdragen aan
1.zelfwaardering > succeservaring en waardering van ouders
2. Sociale vaardigheden
3. Denkvermogen > inspannende met uitdagende activiteiten combineren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Biologische leeftijd

A

Bepalend voor fysieke en motorische status

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mauturiteit= rijpheid

A

Status= geeft biologische leeftijd weer
Timing= vroegrijpen / laat rijpen
Tempo = langzaam / gemiddeld / snel
> normaal ongeveer 2 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

APHV

A

Age of Peak heigth velocity

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Methoden om vast te stellen wat biologische leeftijd is

A

Skeletleeftijd > te duur
Longitudinaal meten van lengte > moet nauwkeurig gebeuren
Bepalen van piek in groeisnelheid > makkelijkste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Adolescent awkwardness

A

Onproportionele / snelle groei leidt tot raar traag bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Implementatiefases

A

1 is de organisatie er klaar voor
2 wie is de doelgroep
3 bepalen van Bio leeftijd
4 toewijzing aan trainingsgroepen
5 oog van de meester
6 trainingsinhoud per fase
7 evaluatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  1. Organisatie er klaar voor
A

Informatievoorziening voor betroffenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

2 wie is doelgroep

A

Moet flexibel zijn > zodat het voor iedereen past

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

3 bepalen van Bio leeftijd

A

Kiezen voor een protocol om rijping te bepalen
Frequentie van meten bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

6 trainingsinhoud per fase

A

Trainingsavonden per fase
P1 jongens : minder dan 1 jaar
Meisjes : minder dan 1 jaar
P2 jongens : 1-0,3 jaar
Meisjes : 1-0,6 jaar
P3 jongens : 0,3-1 jaar
Meisjes : 0,6-1 jaar
P4 jongens : meer dan 1 jaar
Meisjes : meer dan 1 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Fase 1

A

De gouden jaren
Nog niet in groeispurt
Vrij makkelijk leren van moeilijke vaardigheden

17
Q

Fase 2

A

Snelle groeifase
Verminderde belastbaarheid
Trainingen (frequentie, tijdsduur, intensiteit) aanpassen
Adolescent awkwardness

18
Q

Fase 3

A

Citrus altius fortius
Krachttraining langzaam oppakken
Anaerob vermogen trainen

19
Q

Fase 4

A

Sportsecifiek
Klaar om prestatiegericht te gaan trainen
Hoeft niet perse specifiek te zijn