Sociaal Emotioneel Flashcards
1ste stadium
0-1 jaar
Basaal vertrouwen / wantrouwen
2de stadium
1-3,5 jaar
Autonomie / schaamte en twijfel
3de stadium
4-6 jaar
Initiatief / schuldgevoel
4de stadium
6-12 jaar
Vlijt / minderwaardigheid
5de stadium
12-20 jaar
Identiteit / rolverwarring
6de stadium
19-40 jaar
Intimiteit / isolement
7de stadium
Generativiteit / stagnatie
8de stadium
65 tot dood
Tevredenheid / wanhoop
Basaal vertrouwen / wantrouwen
Liefdevolle voorspelbare zorg
Bij te korten ontstaat wantrouwen
Autonomie / schaamte en twijfel
Basis van manier om te gaan met andere wordt gelegd
Te hoge eisen en strenge omgeving leidt tot schaamte en twijfel
Initiatief / schuldgevoel
Leren gretigheid en eisen van omgeving op elkaar af te stemmen
Kan het kind niet aan de standaarden van omgeving voldoen ontstaat schuldgevoel
Vlijt / minderwaardigheid
Ontwikkelen moeite te doen om kennis te krijgen
Is er geen evenwicht tussen eigen vermogen en gestelde eisen ontstaat minderwaardigheid
Identiteit / rolwerwarring
Succes van eerdere fases belangrijk
Slaagt de adolescentie niet in ontstaat rolwerwarring
Intimiteit / isolement
Langdurige relatie
Goed zelfbeeld nodig
Generativiteit / stagnatie
Willen iets bereiken