Taalvaardig Deel 3: Spreekwoorden Flashcards
1
Q
Als puntje bij paaltje komt.
A
Als het erop aankomt.
2
Q
Reilen en zeilen
A
zoals het is, met al wat ertoe behoort, met kwaliteiten en gebreken, de handel en wandel
3
Q
Kommer en kwel
A
hopeloze ellende, narigheid
4
Q
De tering naar de nering zetten
A
De uitgaven naar de inkomsten regelen.
5
Q
Steen en been klagen
A
geweldig klagen
6
Q
Paal en perk stellen aan
A
een misbruik, een slechte gewoonte beteugelen, binnen zekere grenzen houden
7
Q
Gepokt en gemazeld
A
veel meegemaakt, alle ondervinding opgedaan hebben
8
Q
Willens Nillens
A
Goed- of kwaadschiks
9
Q
Lief en leed delen
A
Goed en slecht delen.
10
Q
Door schade en schande
A
Door nadeel of verlies te lijden