Taalvaardig Deel 3: Latijnse benamingen Flashcards
1
Q
verspreking
A
Lapsus linguae
2
Q
gewapenderhand
A
Manu militari
3
Q
een gezonde geest in een gezond lichaam
A
Mens sana in corpore sano
4
Q
voor deze zaak in het bijzonder
A
Ad hoc
5
Q
Ter zake
A
Ad rem
6
Q
naar goedvinden
A
ad libitum
7
Q
onbeschreven blad (opnieuw beginnen)
A
tabula rasa
8
Q
ongewenst persoon
A
Persona non grata
9
Q
noodzakelijke voorwaarde
A
Conditio sine qua non
10
Q
wet is wet
A
Dura lex, sed lex