Het waarom van taalverandering Flashcards

1
Q

lexicale verandering

A

Het gebruik van nieuwe woorden, het hanteren van oude woorden op een nieuwe wijze.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

polyseem

A

Diverse betekenissen die met elkaar samen hangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

fonetische verandering

A

Verandering van klank of uitspraak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

morfologische verandering

A

Wijziging in de woordvorm of het woordvormingsprocedee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

syntactische verandering

A

Verandering in zinsbouw, grammaticale wijziging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

eerste-taalverwerving

A

Aanleren van je eerste taal (moedertaal).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tweede-taalverwerving

A

Een nieuwe taal aanleren (na je moedertaal).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

substraatwerking

A

het doorwerken van de eerst aangeleerde taal in een later aangeleerde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

betekenisverdichting

A

Ruime betekenis van het woord wordt kleiner. (bv. dief vroeger vs. nu)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

betekenisverruiming

A

Ruime betekenis van het woord wordt groter. (bv. top = bovenste, nu ook hoge pol. functie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

metafoor

A

een stijlfiguur die berust op enige vorm van gelijkenis tussen twee
voorwerpen, personen of gebeurtenissen. Overdrachtelijke figuurlijke uitdrukking die
berust op een vergelijking. ( het schip van de woestijn=kameel; de avond valt,…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

metonymie

A

een vorm van beeldspraak waarbij een woord of uitdrukking wordt
vervangen door een woord of uitdrukking waarmee er een ander verband bestaat dan
een gelijkenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

melioratief

A

Een positieve gevoelswaarde van een woord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

pejoratief

A

een negatieve gevoelswaarde van een woord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

eufemisme

A

verbloeming waarbij de zaken minder sterk of kwetsend worden
uitgedrukt. (<–> dysfemisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

woordveld

A

Een geheel van semantisch (betekenisgewijs) samenhangende woorden.