T2H6 Flashcards
1
Q
DNA
A
= Desoxyribonucleïnezuur
2
Q
RNA
A
= Ribonucleïnezuur
3
Q
Junk
A
= niet coderend DNA
= ongebruikt DNA (97%)
4
Q
A
A
= adenine
5
Q
T
A
= thymine
6
Q
C
A
= cytosine
7
Q
G
A
= guanine
8
Q
U
A
= uracil
9
Q
Aminozuur
A
= bouwsteen van eiwitten
10
Q
Ribosoom
A
= bolvormig organel dat een belangrijke rol speelt bij de eiwitsynthese
11
Q
Basen
A
= Thymine, Adenine, Cytosine, Guanine of Uracil
12
Q
Guanine
A
= stikstof base die tegenover Cytosine ligt
13
Q
Helix
A
= spiraalstructuur van DNA
14
Q
Gen
A
= een gedeelte van het chromosoom met gecodeerde informatie voor één erfelijke eigenschap
15
Q
Nucleotide
A
= bestaat uit een suikermolecuul, een stikstofbase en een fosfaatgroep