T2H2 Flashcards

1
Q

Organische reacties

A

= wat uit oliereservaten komt, willen we vervormen door organische reacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kunststoffen

A

= niet natuurlijke stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Substitutie

A

= andere functionele groep geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Eliminatie

A

= functionele groep wegdoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Additie

A

= functionele groep erbij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

condensatie

A

= OH met H verbinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Polymeervorming

A

= kleine moleculen aan elkaar maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

polycondensatie

A

= H20 afsplitsen en wegdoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Polymerisatie

A

= Dubbele binding apart maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Degradatie

A

= afbraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kraking

A

= warmte toevoegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verbranding

A

= zuurstof toevoegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

chemische reactie

A

= proces waarbij bepaalde stoffen worden omgezet in andere stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aflopende reactie

A

= een reactie die pas stopt als minstens 1 beginproduct volledig is weg gereageerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Evenwichtsreactie

A

= een reactie die in twee richtingen kan doorgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Polyethyleentereftalaat (PET)

A

vb flessen, fleece

17
Q

Polyetheen (PE)

A

vb folies, doosjes, zakken

18
Q

Polyvinylchloride (PVC)

A

vb buizen, ramen, vloer

19
Q

Polypropeen (PP)

A

vb tuinmeubelen, emmers, kratten

20
Q

Polystryreen (PS)

A

vb piepschuim, bekertjes

21
Q

Pigmenten

A

= andere kleur geven aan een voorwerp

22
Q

antistatica

A

= zorgen dat kunststoffen minder last hebben van statische elektriciteit

23
Q

Stabilisatoren

A

= kunststoffen bestendiger maken tegen veroudering

24
Q

weekmakers

A

= soepeler maken van materialen