T1, proposer une activité Flashcards
faire du parachutisme
parachute springen
parachute springen
faire du parachutisme
faire du parkour
parkour doen
parkour doen
faire du parkour
faire du canyoning
canyoning doen
canyoning doen
faire du canyoning
faire du ski nautique
waterskiën
waterskiën
faire du ski nautique
sauter d’une falaise
van een klif springen
van een klif springen
sauter d’une falaise
faire du VTT
gaan mountainbiken
gaan mountainbiken
faire du VTT
faire du chute libre
een vrije val doen
een vrije val doen
faire du chute libre
faire de l’escalade
klimmen
klimmen
faire de l’escalade
vous avez/ tu as envie de…?
hebt u/ je zin om…?
hebt u/je zin om …?
vous avez/ tu as envie de…?
vous aimez/ tu aimes faire…?
wilt u/wil je graag …?
wilt u/ wil je graag…?
vous aimez/tu aimes faire…?
j’aime faire… . Vous êtes/ Tu est libre?
ik wil graag… . Bent u/ Ben je vrij?
ik wil graag… . Bent u/ Ben je vrij?
j’aime faire… . Vous êtes/ Tu est libre?
tu viens aussi
kom je ook
kom je ook
tu viens aussi
oui, super
ja, super
ah oui, j’adore
ah ja, dat vind ik super tof
certainement
zeker
ça tombe bien. je n’ai rien à faire
da komt goed uit. ik heb niets te doen
zeker
certainement
dat komt goed uit ik heb niets te doen
ça tombe bien. je n’ai rien à faire
nickel
dik in orde
dik in orde
nickel
bof, je ne sais pas
och, ik weet het niet
och, ik weet het niet
bof, je ne sais pas
j’hésite
ik twijfel
ik twijfel
j’hésite
je veux bien mais je n’ai pas le temps
ik wil wel maar ik heb geen tijd
ik wil wel maar ik heb geen tijd
je veux bien mais je n’ai pas le temps
oh non, je n’aime pas
oh nee, dat doe ik niet graag
oh nee, dat doe ik niet graag
oh non, je n’aime pas
pas du tout
zeker niet
zeker niet
pas du tout
je ne suis pas libre
ik ben dan niet vrij
ik ben dan niet vrij
je ne suis pas libre
ah non, je n’ose pas faire ça
ah nee, dat durf ik niet te doen
ah nee, dat durf ik niet te doen
ah non, je n’ose pas faire ça