T1 Flashcards

1
Q

Wat is aardrevolutie?

A

het draaien van de Aarde rond onze Zon
(één revolutie duurt iets langer dan 365 dagen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

het draaien van de Aarde rond onze Zon
(één revolutie duurt iets langer dan 365 dagen)

A

aardrevolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat leidt ertoe dat de afstand tussen de Zon en de aarde (licht) varieert?

A

de elliptische vorm van de aardbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is perihelium?

A

punt waarbij de Aarde zich het DICHTST bij de
Zon bevindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

punt waarbij de Aarde zich het DICHTST bij de
Zon bevindt

A

perihelium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer vind de perihelium plaats?

A

3 januari

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de afstand tussen Zon-Aarde bij perihelium?

A

147 miljoen km

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is aphelium?

A

punt waarbij de Aarde zich het VERST van de
Zon bevindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

punt waarbij de Aarde zich het VERST van de
Zon bevindt

A

aphelium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer vind de aphelium plaats?

A

4 juli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de afstand tussen Zon-Aarde bij aphelium?

A

152 miljoen km

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer leefde Johannes Kepler?

A

1571-1630

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wie was Johannes Kepler?

A

een Duitse astronoom die vooral bekend werd door zijn studie van de hemelmechanica met name de berekening van de planeetbewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de wetten van Kepler?

A

drie natuurkundige wetten die de baan en de beweging van een hemellichaam om een ander hemellichaam beschrijven (bv. Aarde om Zon):
1. brandpunten
2. perkenwet
3. harmonische wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt de eerste wet van Kepler in?

A

dat planeten rond de Zon bewegen in elliptische banen waarbij de Zon zich in één van de twee brandpunten van de ellips bevindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zegt de tweede wet van Kepler?

A

dat de snelheid van een planeet in haar baan rond de Zon varieert zodat de oppervlaktes van de zogenaamde perken gelijk blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn perken?

A

oppervlaktes waarbij de twee rechte benen gelijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Verklaar de tweede wet van Kepler.

A
  • OPPERVLAKTE perk 1 is GELIJK AAN OPPERVLAKTE perk 2
  • omtrek die gevormd wordt op de planeetbaan is LANGER
    bij PERK 2 dan bij PERK 1, maar beide omtrekken worden
    afgelegd in DEZELFDE tijd > planeet gaat sneller bij perk 2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waartoe leidt de elliptische vorm van de aardbaan?

A

dat de lengte van seizoenen
varieert
: op noordelijk halfrond is winter = 89 dagen, zomer = 93 dagen, 14 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Verklaar het duurverschil tussen de seizoenen (+welke wet).

A

2de wet van Kepler = perkenwet
-> hoe DICHTER de Aarde rond de Zon draait, hoe SNELLER ze
zal passeren en hoe VERDER, hoe TRAGER ze zal passeren!
> Aarde staat dichter bij Zon in onze winter > winter is korter
(zuidelijk halfrond: omgekeerd!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zegt de 3de wet van Kepler?

A

dat het kwadraat van de
omlooptijd van een planeet rond de Zon (P) recht evenredig is met de derde
macht
van de gemiddelde afstand tot de Zon in AE (a)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de formule van de derde wet van Kepler?

A

P^2 = a^3
(P = omlooptijd om de Zon, a = afstand tot de Zon)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Maak de oefeningen over de derde wet van Kepler.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Geef een synoniem voor een zonnejaar.

A

tropisch jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is een zonnejaar (tropisch jaar)?

A

periode waarin de Aarde één keer
rond de Zon draait (= 1 aardrevolutie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Geef een synoniem voor de 3de wet van Kepler.

A

harmonische wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is de exacte duur van een zonnejaar?

A

365 dagen, 5 u., 48 min. en 45 sec.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat zijn de twee bekendste kalenders?

A

de Juliaanse en Gregoriaanse kalender

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat hebben zowel de Juliaanse als Gregoriaanse kalender geprobeerd?

A

het kalenderjaar zoveel mogelijk aan te passen aan het zonnejaar (365 dagen en iets minder dan 6 uur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Naar welke personen zijn de Juliaanse en Gregoriaanse kalender vernoemd?

A

Julius Caesar en paus Gregorius XIII

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is de oudste kalender?

A

Juliaanse kalender

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wie? + wanneer? (tijd en ruimte):

Juliaanse kalender

A

generaal Julius Caesar → 45 v. Chr.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Welke correctie deed de Juliaanse kalender?

A

invoering van schrikkeljaar in jaren die deelbaar zijn door 4 (bv. 2020, 2024, etc.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat was het probleem met de Juliaanse kalender?

A

dat er te veel tijd werd bijgeteld, want de waarde
is niet exact 6 uur, maar iets minder dan 6 uur!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat is de jongste/huidige kalender?

A

Gregoriaanse kalender

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

wie? + wanneer (tijd en ruimte)

Gregoriaanse kalender

A

Paus Gregorius XIII → 1582

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Welke correctie deed de Gregoriaanse kalender?

A

EEUWJAREN die NIET deelbaar zijn door 400 zijn GEEN SCHRIKKELJAAR meer (bv. 2100: geen schrikkeljaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wat besliste paus Gregorius XIII in 1582?

A

dat de heersende Juliaanse kalender diende aangepast te worden (omdat er iets te veel tijd werd bijgeteld).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Hoe paste paus Gregorius XIII de kalender aan voor één keer?

A

4de oktober moest gevolgd worden door de 15de!

40
Q

Waarom liet paus Gregorius XIII 10 dagen weg?

A

het zorgde ervoor dat het natuurlijke begin van de lente in plaats van op 11 maart teruggebracht werd naar 21 maart.

41
Q

Bespreek waarom sommige landen hebben gewacht tot 1700 of zelfs later om
de aanpassing van de Gregoriaanse kalender in te voeren.

A

nieuwe Gregoriaanse kalender was een katholieke kalender
> niet-katholieke landen wachten langer (Griekenland in 1923)

42
Q

Bespreek waarom het volk boos was door de invoering van de nieuwe kalender.

A

landheren wouden dat het volk hun pacht (= huur) betaalde
voor de gronden voor de 10 niet bestaande dagen

43
Q

Noteer of het jaar een schrikkeljaar was/wordt en bespreek waarom.

2024

A

WEL → waarom?: het is een jaar dat deelbaar is door 4
(regel van de Juliaanse kalender)

44
Q

Noteer of het jaar een schrikkeljaar was/wordt en bespreek waarom.

1700

A

NIET → waarom?: is een EEUWJAAR dat niet deelbaar
is door 400 (extra correctie van de Gregoriaanse kalender)

45
Q

Noteer of het jaar een schrikkeljaar was/wordt en bespreek waarom.

1600

A

WEL → waarom? is een EEUWJAAR dat WEL deelbaar
is door 400 (extra correctie van de Gregoriaanse kalender)

46
Q

Waardoor ontstaan de seizoenen?

A

door de aardrotatie en de scheve stand van de aardas

47
Q

Wat is het eclipticavlak (ecliptica)?

A

denkbeeldige vlak waarin de Aarde
en andere planeten draaien in hun baan rond de Zon

48
Q

Wat is de inclinatiehoek?

A

hoek tussen aardas en loodlijn (loodrecht
op eclipticavlak) – deze bedraagt bij de Aarde 23°27’!

49
Q

Wat is een dagboog?

A

de schijnbare beweging van de Zon van oost naar west
aan de hemel

50
Q

Wat is dee culminatiehoogte?

A

het moment waarop de Zon
haar grootste hoogte bereikt boven de horizon – de Zon culmineert

51
Q

Wat is de zenit van de Zon?

A

punt waarop de Zon loodrecht staat

52
Q

Hoe bereken je de culminatiehoogte?

A

= 90° - l(gegeven breedtegraad - breedtegraad waarop de Zon in zenit staat)I

53
Q

Wat zijn de gevolgen van de aardrotatie?

A
  • polaire afplatting
  • indeling tijdzones
54
Q

Hoe breed is 1 tijdzone?

A

15° breed

55
Q

Waarom is 1 tijdzone 15° breed?

A

in 24 uur heeft de Aarde 360° om haar eigen as
gedraaid zodat in 1 uur 15° afgelegd wordt

56
Q

Waarmee wordt de standaardtijd van de tijdzones aangeduid?

A

met GMT (= WET en UT)

57
Q

Waarvoor staan GMT, WET en UT?

A
  • GMT = Greenwich Mean Time
  • WET = Western European Time
  • UT = Universal Time
58
Q

Wat heeft de tijdzone van België bepaalt?

A

de complexe geschiedenis van WO II

59
Q

Welke tijdzone zou België geografisch gezien moeten volgen?

60
Q

Waarom hanteren België en haar buurlanden de tijdzone CET, en niet WET?

A

Duitse bezetter heeft in 1940 besloten dat België
zich moest aansluiten aan de tijdzone van Duitsland (CET)
(CET = Central European Time)
(CET = WET+1)

61
Q

Rond welke eilanden was er problematiek voor de indeling van de tijdzones?

A

Samoa en Tokelau (Stille Oceaan)

62
Q

Hoe hebben Samoa en Tokelau besloten om de problematiek van de tijdzones aan te pakken?

A

per 29 december 2011 besloten beide eilanden (Samoa en Tokelau) om over te stappen van de westelijke (Amerika) naar de oostelijke (Azië) kant

63
Q

Waarom besloten Samoa en Tokelau om
over te stappen van de westelijke (Amerika) naar de oostelijke (Azië) kant?

A

vergemakkelijkte het zakendoen met voornaamste
handelspartners Australië en Nieuw-Zeeland
(ERVOOR: Samoa liep 21u achter op Sydney, NA: 3u voor)

64
Q

Maak de opdrachten rond het bepalen van de snelheid van de aardrotatie op pagina 49.

65
Q

Welke bijzondere rotatie voert de Maan uit?

A

een synchrone rotatie

66
Q

Wat is een synchrone rotatie (Maan)?

A

rotatie van de Maan rond haar as
duurt even lang als omwenteling van de Maan om de Aarde

67
Q

Wat is het gevolg van de synchrone maanrotatie?

A

dat we altijd dezelfde kant van onze Maan waarnemen (maanrotatie = maanrevolutie)

68
Q

Maak een schets waarop de vier schijngestalten van de Maan staan
en zorg voor de aanduiding van onderstaande elementen.
* schets de Aarde in het midden van de schets
* schets de instraling van de Zon door middel van GELE PIJLEN (bovenaan)
* schets de vier schijngestalten van de Maan door de belichte helft GEEL
te kleuren (indien aanwezig) en benoem de vier schijngestalten op de schets

A

zie pagina 50

69
Q

Waartoe leidt de getijdenwerking op onze Aarde?

A

tot de vorming van twee vloedbergen

70
Q

Welke twee vloedbergen zijn er?

A
  • vloedberg aan de kant van de Maan: door zwaartekracht van de Maan (Fz) → Maan trekt het water van de Aarde aan
  • vloedberg aan de kant weg van de Maan: door middelpuntvliedende
    kracht
    (Fmpv) → kracht die ervoor zorgt dat het water uit
    “de bocht vliegt” weg van het centrum (ook: slazwierder)
    (SYNONIEM = centrifugale kracht)
71
Q

Waarom heeft de Maan geen atmosfeer?

A

Maan heeft te kleine massa waardoor de zwaartekracht te klein is voor het vasthouden ervan

72
Q

Wat zijn de gevolgen (2) van dat de Maan geen atmosfeer heeft?

A
  • temperatuur: er is een groot temperatuurverschil tussen dag en nacht omdat er GEEN atmosfeer is die deze warmte vasthoudt en verspreidt
    -> maandag = ca. 170°C vs. maannacht = ca. -120°C
  • reliëfstructuur: het oppervlak is sterk getekend door meteorietinslagen
    -> geen atmosfeer -> meteoroïden kunnen NIET opbranden
73
Q

Welke twee dominante reliëfoppervalkten kent de Maan?

A

mariagebieden en terraegebieden

74
Q

Wat zijn mariagebieden?

A

donkere, diepere vlakken op de Maan

75
Q

Hoe zijn mariagebieden ontstaan?

A

botsing Maan en grote planetoïde zorgt ervoor
dat magma uit mantel komt en krater vult + daarna stolling

76
Q

Wat zijn terraegebieden?

A

lichtkleurige, minder diepe vlakken

77
Q

Hoe zijn terraegebieden ontstaan?

A

botsing Maan en KLEINERE planetoïden (niet
genoeg kracht om magma uit mantel te doen vloeien)

78
Q

Wat is de leeftijd van de Zon (tot op 2 decimalen nauwkeurig)?

A

4,59 miljard jaar

79
Q

Wat is de massa van de zon (in vergelijking met onze Aarde)?

A

333000 x onze Aarde

80
Q

Wat is de diameter van de zon (in vergelijking met de Aarde)?

A

109 x onze Aarde

81
Q

Wat is de oppervlaktetemperatuur van de zon (tot op 1000°C)?

82
Q

Wat is de kerntemperatuur van de Zon (tot op 1 miljoen° C)?

A

15 miljoen °C

83
Q

Wat zijn de drie onderdelen van inwendige structuur van Zon?

A

kern, stralingszone en convectiezone

84
Q

Wat zijn de drie onderdelen van onze zonneatmosfeer?

A

fotosfeer, chromosfeer en corona

85
Q

Welke onderdelen zijn er nog in de zonneatmosfeer, behalve de fotosfeer, de chromosfeer en de corona?

A

zonnevlek, granulatie en protuberans (= zonnevlam)

86
Q

Wat is een zonnevlek?

A

donkere vlek op het oppervlak van de Zon die relatief gezien kouder is (ca. 4000°C) dan het zonneoppervlak (ca. 6000°C)

87
Q

Wat is granulatie (granulatiekorrels)?

A

relatief kleine gebieden in het oppervlak van de Zon die zonneoppervlak een korrelige structuur geven

88
Q

Wat is de functie van de zonnekern?

A

locatie waarin waterstofkernen omgezet worden in heliumkernen
(kernfusie) waardoor heel veel energie vrijkomt

89
Q

Wat is de functie van de stralingszone (=1e transportzone)?

A

zone waarin transport van energie door middel van
straling plaatsvindt – foton per foton

90
Q

Wat is de duur vnan het energietransport in de stralingszone?

A

lang (ca. 100 000 jaar)

91
Q

Wat is de functie van de convectiezone (= 2de transportzone)?

A

zone waarin het transport van energie gebeurt door
het omhoogschieten van gasbelletjes (= convectiecellen)

92
Q

Wat is de duur vnan het energietransport in de convectiezone?

A

heel kort (ca. 1 week)

93
Q

Benoem hier op de linkse figuur de drie onderdelen van de interne
structuur van onze Zon en maak dan rechts een schets ervan in een taartsnede.

A

zie pagina 53

94
Q

Wat zijn de kenmerken van de fotosfeer van de Zon?

A
  • zichtbaarheid van (donkere) ZONNEVLEKKEN – ong. 4000°C
  • korrelig (= GRANULATIE) door opborrelende convectiecellen
  • gemiddelde temperatuur van die fotosfeer bedraagt 6000°C
95
Q

Wat zijn de kenmerken vanv de chromosfeer van de Zon?

A

hier vinden extreme ontploffingen plaats (in de vorm van protuberansen)
➔ gemiddelde temperatuur bedraagt 12.000°C

96
Q

Wat zijn de kenmerken van de corona van de Zon?

A
  • buitenste deel van de 3-delige zonneatmosfeer (= reikt verst)
  • enorme dikte van ca. 1 tot 10 miljoen km
  • gemiddelde temperatuur van deze “krans” = één miljoen °C
  • normaliter is de corona enkel zichtbaar bij een volledige zonsverduistering
    of met behulp van een coronagraaf (instrument om corona waar te nemen)
97
Q

Benoem hier op de linkse figuur de drie onderdelen van de interne
structuur van onze Zon en maak dan rechts een schets ervan in een taartsnede.

A

Zie cursus pagina 54