Aardrevolutie: Juliaanse vs. Gregoriaanse kalendervorming + ontstaan van seizoenen Flashcards

1
Q

Wat zijn de twee bekendste kalenders?

A

de Juliaanse en Gregoriaanse kalender

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat hebben zowel de Juliaanse als Gregoriaanse kalender geprobeerd?

A

het kalenderjaar zoveel mogelijk aan te passen aan het zonnejaar (365 dagen en iets minder dan 6 uur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Naar welke personen zijn de Juliaanse en Gregoriaanse kalender vernoemd?

A

Julius Caesar en paus Gregorius XIII

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de oudste kalender?

A

Juliaanse kalender

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie? + wanneer? (tijd en ruimte):

Juliaanse kalender

A

generaal Julius Caesar → 45 v. Chr.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke correctie deed de Juliaanse kalender?

A

invoering van schrikkeljaar in jaren die deelbaar zijn door 4 (bv. 2020, 2024, etc.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat was het probleem met de Juliaanse kalender?

A

dat er te veel tijd werd bijgeteld, want de waarde
is niet exact 6 uur, maar iets minder dan 6 uur!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de jongste/huidige kalender?

A

Gregoriaanse kalender

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wie? + wanneer (tijd en ruimte)

Gregoriaanse kalender

A

Paus Gregorius XIII → 1582

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke correctie deed de Gregoriaanse kalender?

A

EEUWJAREN die NIET deelbaar zijn door 400 zijn GEEN SCHRIKKELJAAR meer (bv. 2100: geen schrikkeljaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat besliste paus Gregorius XIII in 1582?

A

dat de heersende Juliaanse kalender diende aangepast te worden (omdat er iets te veel tijd werd bijgeteld).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe paste paus Gregorius XIII de kalender aan voor één keer?

A

4de oktober moest gevolgd worden door de 15de!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom liet paus Gregorius XIII 10 dagen weg?

A

het zorgde ervoor dat het natuurlijke begin van de lente in plaats van op 11 maart teruggebracht werd naar 21 maart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bespreek waarom sommige landen hebben gewacht tot 1700 of zelfs later om
de aanpassing van de Gregoriaanse kalender in te voeren.

A

nieuwe Gregoriaanse kalender was een katholieke kalender
> niet-katholieke landen wachten langer (Griekenland in 1923)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bespreek waarom het volk boos was door de invoering van de nieuwe kalender.

A

landheren wouden dat het volk hun pacht (= huur) betaalde
voor de gronden voor de 10 niet bestaande dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noteer of het jaar een schrikkeljaar was/wordt en bespreek waarom.

2024

A

WEL → waarom?: het is een jaar dat deelbaar is door 4
(regel van de Juliaanse kalender)

17
Q

Noteer of het jaar een schrikkeljaar was/wordt en bespreek waarom.

1700

A

NIET → waarom?: is een EEUWJAAR dat niet deelbaar
is door 400 (extra correctie van de Gregoriaanse kalender)

18
Q

Noteer of het jaar een schrikkeljaar was/wordt en bespreek waarom.

1600

A

WEL → waarom? is een EEUWJAAR dat WEL deelbaar
is door 400 (extra correctie van de Gregoriaanse kalender)

19
Q

Waardoor ontstaan de seizoenen?

A

door de aardrotatie en de scheve stand van de aardas

20
Q

Wat is het eclipticavlak (ecliptica)?

A

denkbeeldige vlak waarin de Aarde
en andere planeten draaien in hun baan rond de Zon

21
Q

Wat is de inclinatiehoek?

A

hoek tussen aardas en loodlijn (loodrecht
op eclipticavlak) – deze bedraagt bij de Aarde 23°27’!

22
Q

Wat is een dagboog?

A

de schijnbare beweging van de Zon van oost naar west
aan de hemel

23
Q

Wat is dee culminatiehoogte?

A

het moment waarop de Zon
haar grootste hoogte bereikt boven de horizon – de Zon culmineert

24
Q

Wat is de zenit van de Zon?

A

punt waarop de Zon loodrecht staat

25
Q

Hoe bereken je de culminatiehoogte?

A

= 90° - l(gegeven breedtegraad - breedtegraad waarop de Zon in zenit staat)I