Systemischee complicaties

Question 1

efficiënt immuunsysteem

Answer 1

evenwicht tussen individu en omringende wereld

Question 2

immuundeficientie

Answer 2

afweersysteem kan tekort schieten

Question 3

overgevoeligheidsreactie

Answer 3

afweer systeem schiet doel voorbij

Question 4

allergieen

Answer 4

afweerreactie tegen niet-schadelijke, niet-microbiele stoffen wat nadelig kan zijn voor pt. soort overgevoeligheidsreactie

Question 5

auto-immuunziekte

Answer 5

afweerreactie tegen bestanddelen eigen lichaam. Soort overgevoeligheidsreactie

Question 6

predispositie

Answer 6

genetisch bepaald, voor het in aanraking komen met niet-microbiele stof

Question 7

shock

Answer 7

acute, levensbedreigende situatie waarbij bloeddruk zo laag is dat vitale lichaamsfuncties niet meer voor gezorgd kunnen worden

Question 8

Type-I-overgevoeligheidsreactie

Answer 8

spelen allergeen een belangrijke rol. kan door predispositie of in contact komen met allergeen
- bij eerste contact wordt van allergeen worden antilichamen IgE gevormd door t-cellen die b-cellen activeren. B-cellen vormen antilichamen
- bij tweede contact binden allergeen aan start (fcreceptor) dat weer verbonden is aan basofiele granulocyten in bloed of mestcellen in weefsel.
- uitscheiding histamine (bloedvatverwijding, vaatwandpermeabiliteit, glad spiertjes in luchtwegen –> contractie spiertjes)
- uitscheiding chemotaktische stoffen –> aantrekken eosinefiele granulocyten die witte bloedcellen zijn en reactie aangaan met ziekte verwekkende stoffen, hierdoor komen stoffen vrij die schadelijk zijn voor weefsel.

Question 9

anafylactische shock

Answer 9

ookwel syncope, collaps genoemd. hierbij is er te veel bosofiele granulocyten waarbij histamine wordt gevormd (bronchusconstrictie) en extreme vaatwandverwijding. hierbij wordt epipen gebruikt

Question 10

epipen

Answer 10

bij anafylactische schock gebruikt. hierin zit adrenaline. dit zorgt voor vasoconstrictie.
- veiligheidsdop verwijderen
- injecteren 10 sec been
-10 tellen masseren
- als na 5-15 min niet goed weer een epipen uitvoeren

Question 11

type II overgevoeligheidsreactie

Answer 11

hierbij binden IgE en IgG antilichamen aan doelwitcel waarbij
- klassieke complement systeem worden geactiveerd waarbij cellysis bindt aan antigeen en de doelwitcel afbreken
- fagocyterende cel binden aan fc-receptor waarbij fagocytose plaatsvindt en toxische stoffen worden uitgescheiden

voorbeelden afbrekende celmembraan medicamenten en ziekte van myastenia gravis

Question 12

Type-III overgevoeligheidsreacties

Answer 12

hierbij spelen immuuncomplexen een belangrijke rol waarbij deze ophopen.
- er kan door klassieke complementsysteem cellysis plaatsvinden
- immuuncellen worden geactiveerd die receptor dragen voor fc receptor.

voorbeelden zijn tetanus en SLE

Question 13

type-IV overggevoeligheidsreacties

Answer 13

t cellen spelen centrale rol waarbij t lymfocyten hun doelwit herkennen. bij herhaalde blootstelling macrofagen en t cellen dringen huid binnen om weefselschade te veroorzaken.
voorbeeld is nikkel, normaal gesproken niks aan de hand bij blootstelling hiervan, maar bij herhaalde zorgt dit voor weefselschade

Question 14

toxische effecten

Answer 14

ontstaan door hoge concentraties LA. Dit ontstaat minder bij goede lever metabolisatie en weefsel eiwit binding (verdelingsvolume) bij amideanesthetica. prilocaine is een snel metaboliseerbaar anesthetica

Question 15

sensibilisatie

Answer 15

bij eerste contact van allergeen kan gastheer gevoellig hiervoorzijn

Question 16

Tracheotomie

Answer 16

bij heftige anafylactische shock kan glottisoedeem plaatsvinden. om lucht te verversen uit de longen kan sneetje worden gemaakt in nek en hier buis doorheem stoppen

Question 17

spoedintubatie

Answer 17

buis via mond om luchtweg open te houden bij glottisoedeem