systeemziekten Flashcards

1
Q

Pathologie vasculitis grote/middelgrote vaten

A

in adventitita wordt de DC geactiveerd=> via vasa vasorum komen er lymfo’s
lymfo gaa t cytokines maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke cytokines maken lyfmo’s bij grote vasculitis

A

TNF-a, IL1, IL6, IL21, IL23

leidt tot toenemende ontstekingsreactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

PA vasculitis kleine vaten

A

begint aan lumenzijde

- immuuncomplex gemedieerd: die slaan hier neer en geven ontsteking wat de vaatwand zelf beschadigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ANCA

A

= anti-neutrofiele cytoplasmatische antistoffen

  • tegen MPO en PR3 eiwitten in cytoplasma
  • bij activatie neutro’s => eiwitten naar celmembraan => ontstekingsreactie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ziekte van Taka Jasu

A

ontsteking aorta: aneurysma, vernauwing, verwijding

vaak bij jonge vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Middelgrote vascullitis

A
  • poly-artritis nodosa

- ziekte van Kawasaki

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Poly artritis nodosa symptomen

A

koorts, malaise, Livedu reticulairs( huid), hart/zenuw/ darm problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ziekte van Kawasaki

A
  • kinderziekte
  • coronairen aangedaan door ontsteking => hartinfarct
  • huid en slijmvliesafwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kleine vaten vasculitis

A
  • Henoch- Schönlein: IgA slaat neer in benen
  • Hypersensitivity vasculitis: vaak bij behandeling andere ziekte
  • cryoglobulinemie: Ig slaat neer bij kou
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kenmerken episodische kwaliteit epidemie

A
  • progressive revelation
  • managing randomness (verklaring/zondebok)
  • negotiating public response
  • epiloog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Guillain Barré syndroom

A

= acute post-infectieuze polyradiculoneuropathie

  • vaak voorheen gezonde mensen
  • parese armen/benen/gelaat, respiratoire insufficiëntie
  • spontaan herstel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Guillain Barré PA

A

Ig tegen glycolipiden die in zenuwweefsel zitten => geen stabilisatie celmembranen
Gebeurt door moleculaire mimicry

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

PA endocarditis

A
  • schade aan endotheel van endocart
  • binden trombo’s en fibrine
  • bacteriëmie
  • adherentie en kolonisatie laesie
  • snelle bacteriële groei
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Risicofactoren endocarditis

A
  • pacemaker
  • kunstklep
  • congenitale afwijking
  • eerdere endocarditis doorgemaakt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verwekkers endocarditis

A

streptococcen, enterococcen, stafylococcen (s aureus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Behandeling endocardtitis

A

6 weken iv ab

voorkeur bactericide middelne ivm omgeven door biofilm

17
Q

Syndroom van Sjögren

A
  • auto- immuunziekte
  • anti- SS antistoffen
  • diagnose: lipbiopt, speekselklierbiopt
  • cracker sign
  • Schrimertest: blaadjes in oog
18
Q

Complicaties Sjögren

A

speekselklierzwelling, schimmelinfecties in de mond, polyneuropahtie, Raynaud, vasuclitis, leukopenie,, NHL

19
Q

SLE

A

= systemische lupus erythematosis

  • positieve ANA (antinucleaire ig)
  • behandeling: DMARDS, prednison
20
Q

SLE PA en symptomen

A

PA: minder werkende B-cellen, minder klaring immuuncomplexen

symptomen: moe, Raynaud, artritis, huidafwijkingen, haaruitval

21
Q

GPA

A

= granulomateuze poly-angitis

  • ANCA geassocieerde vasculitis
  • vooral in KNO, long en nieren
  • mannen van middelbare leeftijd
  • complement C5a speelt grote rol (=> geen stimulatie neutro’s meer)
22
Q

nosocomiale infectie

A

infectie opgelopen in het ziekenhuis die niet aanwezig was bij opname

23
Q

Nosocomiale infecties voorbeelden

A

wondinfectie
UWI
intravasculaire infetie

24
Q

Difterie

A
  • Corynebacterium diphteriae (gram+ staaf)
25
Q

Difterie klachten

A

keelpijn, koorts, slikklachten, bruigrijze farynxboog

26
Q

artritis temporalis

A

= reuscel artritis

  • 50+
  • klachten: hoofdpijn, kaakclaudicatie, visusstoornissen
27
Q

PA artritis temporalis

A

verdikking intima, meerkernige reuscellen, inflammatoire reactie media, vernauwing lumen

28
Q

virulentie factoren s aureus

A

coagulase, exfoliative toxin, hemolysines,

29
Q

meningitis klachten

A

koorts, hoofdpijn, nekstijfheid

30
Q

menigintis verwekkers

A

bacterieel: s pneumoniase, n meningiditis, h influenzae
viraal: enterovirussen

31
Q

encefalitis klachten

A

bewustzijnsdaling, gedragsverandering, focale neurologische uitval
verwekkers vaak HSV