Sutton & Staw (1995) – What theory is not Flashcards
Sutton & Staw (1995) – What theory is not
Wat zegt het artikel simpel gezegd?
Er is weinig overeenstemming in wat sterke vs zwakke theorie is in sociale sciences maar er is wel overeenstemming dat deze 5 punten geen theorie zijn:
- referencies
- Data
- Variabelen
- diagrammen
- hypotheses
Artikel legt uit waarom dit verward word en hoe verwarring te voorkomen
Sutton & Staw (1995) – What theory is not abstract
Wat is het doel van het artikel?
Er is weinig overeenstemming in wat sterke vs zwakke theorie is in sociale sciences maar er is wel overeenstemming dat deze 5 punten geen theorie zijn: 1. referencies 2. Data 3. Variabelen 4. diagrammen 5. hypotheses Artikel legt uit waarom dit verward word en hoe verwarring te voorkomen
Sutton & Staw (1995) – What theory is not
Waarom starten zij dit onderzoek naar theorie?
Zelfs als er goede theorie is kunnen editors en reviews het nog afwijzen of zeggen dat het vervangen moet worden omdat het niet bij hun smaak past.
Dit past overigens bij theorij bouwen, omdat in zichzelf al vol met conflicten en tegenstellingen zit.
Sutton & Staw (1995) – What theory is not
Welke 5 dingen zijn niet theorie?
- referencies
- data
- lijsten van variabelen
- diagrammen
- hypothesis
Sutton & Staw (1995) – What theory is not
Waarom zijn referenties geen theorie?
Wat wel doen?
Het lijsten van referensies om theorieen uit te leggen en het noemen van de namen van zulke theorie is neit het zelfde als het uitleggen van de causale logica achter die namen > Door namen te noemen verberg je juist de thoerie als een rook gordijn.
Autheurs moeten de logica er achter uitleggen en expliciet zijn in welke concepten en causale argumenten ze overnemen en verbinden met de theorie die ze ontwikkelen
Sutton & Staw (1995) – What theory is not
Waarom zijn data geen theorie?
Wat wel doen?
Data beschrijft welke empierice patronen geobserveerd zijn en de theorie waarom de empirische pattroneen geobserveerd zijn, of waarom ze verwacht worden (causale logica)
Empirische resultaten kunnen zeker nuttige ondersteuning voor een theorie geven, maar ze moeten niet worden neergezet als theorie zelf.
Sutton & Staw (1995) – What theory is not
Waarom zijn lijsten van variabelen geen theorie?
Wat wel doen?
Een theorie moet uitleggen waarom variabelen tot stand komen of waarom ze verbonden zijn.
Het gaat er om waarom een set van variabelen als een set van belangrijke predictors moet worden gezien.
Sutton & Staw (1995) – What theory is not
Waarom zijn Diagrams geen theorie?
Wat wel doen?
Boxen en pijlen kunnen helpen bij het ordenene van een concept, bij het expliciet afbakening van patronen en causale verbanden, maar zeggen nooit waarom de voorgestelde verbinding wordt waargenomen.
Goede theorie is vaak representatief en verbaal. De argumenten zijn duidelijk dat ze kunnen worden weergegeven in een grafische vorm. Maar de argumenten zijn ook rijk genoeg dat de processen moeten worden beschreven met zinnen en parargaven om de logische nuances er achter de causale pijl uit te leggen.
Sutton & Staw (1995) – What theory is not
Waarom zijn Hypotheses geen theorie?
Wat wel doen?
Hyptothesis doen, en zouden, geen logische armgumenten waarom empirsiche fenomenemen verwacht worden te gebeuren. Hypothesis bestaan uit statements over wat men verwacht dat er gaat gebeuren, niet waarom het zou gebeuren. Hypotheses worden vaak gebruikt om het risico in empirsch onderzoek te spreiden.
Sutton & Staw (1995) – What theory is not
Wat is kenmerkend voor papers met sterke theorie?
Starten vaak met 1 of 2 conceptuele statements en bouwen een logische gedetaileerde case. Ze zijn zowel simplistisch en met elkaar verbonden
Overige kenmerken zijn:
- Theorie is over de verbinding tussen phenomenen
- Theorie is een verhaal over waarom handelingen, evenementen en structuren voorkomen
- Theorie legt de nadruk op de aard van de causale relatie
- theorie duikt in de onderliggende processen om te begrijpen de systematische aard van een bepaalde gebeuren voorkomen of niet.
- Theorie is verwoven met een aantal overtuigingen en logische met elkaar verbonden argumenten.
Sutton & Staw (1995) – What theory is not
Hoe kan je voorkomen dat het alleen goede theoriticy zijn en geen goede emperische skills hebben of andersom?
Team met complementaire vaardigheden
Sutton & Staw (1995) – What theory is not
Welk probleem creeeren sommige editors en hoe kan je dat oplossen?
Wat is het gevolg van deze tegenstrijdigheden?
Aan de ene kant willen ze creativiteit zien en interresante ideeen om interresant te zijn. Aan de andere kant krijgen ze dan op hun kop dat theorie en data niet overeenkomt.
Dit zorgt voor hyprocriet schrijven, men vormd de theorie om de data heen.
Sutton & Staw (1995) – What theory is not
Welk probleem creeeren sommige editors en hoe kan je dat oplossen?
Wat is het gevolg van deze tegenstrijdigheden?
Aan de ene kant willen ze creativiteit zien en interresante ideeen om interresant te zijn. Aan de andere kant krijgen ze dan op hun kop dat theorie en data niet overeenkomt.
Dit zorgt voor hyprocriet schrijven, men vormd de theorie om de data heen.
Sutton & Staw (1995) – What theory is not
Wat raad Sutton & Staw aan om journals te doen?
Omdat mensen vaak maar één van de twee aspecten ( methode - theorie) is het noodzakelijk om in het blad afwisselend voorkeur te hebben van wat het belangrijkst is.
Als de theorie wel heel interresant is, dan moet er ruimte voor de methode gegeven worden. Een artikel kan zich later doormiddel van andere contributies meer illustratief worden van wat het verwacht.
Vaak wordt er teveel gekeken naar theorisiche criteria voor qualitatief en te weinig waarde gehecht aan de theorie van quantitatief
Sutton & Staw (1995) – What theory is not
Wat is Sutton & Staws conclusie?
Er moet meer evenwicht komen in de waarde die gehecht word aan de theorische kant en empirische kant van onderzoek
Ook moet er meer aandacht komen voor theorische kant in quantitief onderzoek en meer erkenning voor empirisch qualitatief onderzoek.