Subjecten van internationaal recht Flashcards

1
Q

Wat is de volkenrechtelijke definitie van een staat?

A

Een entiteit die beschikt over:
* een grondgebied of territorium,
* een bevolking,
* een regering,
* en soeverein en onafhankelijk is
* aan geen enkele andere Staat ondergeschikt
* aan het volkenrecht onderworpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welke artikel van het montevideo verdrag kunnen we de defintie van een staat vinden?

A

ART. 1 VERDRAG VAN MONTEVIDEO (1933)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de 4 constitutieve bestanddelen van de staat

A
  1. Territorium
  2. Bevolking
  3. Regering
  4. Soevereiniteit en onafhankelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verschillende vormen van totstandkoming van een staat? 4 vormen

A
  1. Het recht op zelfbeschikking (self-determination) en dekolonisatie
  2. Secessie of afscheiding buiten dekolonisatie
  3. Dismembratio

4.Fusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de 5 manier van verwerven van een grondgebied?

A
  1. Verwerving van terra nullius
  2. Geografische nabijheid
  3. Overdracht of cessie
  4. Verwervende verjaring of usucapio
  5. Verovering of annexatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de erkenning?

A
  • Erkenning is de handeling waardoor een Staat aanvaardt dat een toestand of handeling waaraan hij niet heeft deelgenomen, hem tegenstelbaar is
  • Erkenning van een Staat is een discretionaire handeling
  • Géén juridische verplichting tot erkenning van een Staat
  • Wél verbod tot erkenning van een Staat die voortvloeit uit geweld (e.g.: Stimson- doctrine)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is statenopvolging?

A
  • Statenopvolging betreft rechtsgevolgen van territoriale wijzigingen van een Staat, wanneer een Staat (de ‘opvolgerstaat’) in de plaats komt van een andere Staat (de ‘voorgangerstaat’)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de vormen van statenopvolging?

A

1.UNIVERSEEL voorgangerstaat houdt op te bestaan en gaat op in een andere Staat
* Voorbeelden: fusie of dismembratio

2.PARTIEEL voorgangerstaat blijft bestaan
* Voorbeelden: cessie (overdracht), secessie (afscheiding), dekolonisatie

NIET bij afwezigheid, naamsverandering, regimewissel of wijziging politiek systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de overige subjecten van internationale recht:

A
  1. Internationale organisaties (IO’s)
  2. Heilige Stoel
  3. Bevrijdingsbewegingen
  4. Individuen
  5. Niet-gouvernementele organisaties (NGO’s)
  6. Trans- of multinationale ondernemingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de defintie van internationale organisaties volgens DARIO

A

Art. 2(a) DARIO: “‘international organization’ means an organization established by
a treaty or other instrument governed by international law and possessing its own
international legal personality. International organizations may include as members,
in addition to States, other entities;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de heilige stoel?

A

Dat is Vaticaan.

  • Subject sui generis van het volkenrecht
  • Analoge rechten en plichten als Staten
  • Diplomatieke betrekkingen
  • Partij bij multilaterale verdragen en concordaten
  • Lid van IO’s (en waarnemer-Staat bij VN)
  • Rechtspersoonlijkheid steunt op Paus als
    hoofd van de Rooms-Katholieke Kerk
  • Verdrag van Lateranen (1929)
  • Italië erkent soevereiniteit en onafhankelijkheid van
    de Heilige Stoel en de exclusieve rechtsmacht van de
    Paus over het onafhankelijke Vaticaanstad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke rechten en plichten heeft het individu als subject van internationaal recht?

A

1.PLICHTEN onthouding van internationale misdrijven:
* Volkenrechtelijke misdrijven:
* Zeeroof (piraterij), slavenhandel, genocide, misdaden tegen de mensheid, oorlogsmisdaden, misdaden tegen de vrede (agressie), terrorisme, etc.

Volken- en nationaalrechtelijke bestraffingsmechanismen
* Van Neurenberg over Joegoeslavië en Rwanda tot Den Haag
* Een gefaald experiment met de Genocidewet

2.RECHTEN internationale bescherming van de mensenrechten:
internationale en regionale mensenrechtenverdragen en -toezichtmechanismen

  • Voorbeelden: Mensenrechtencomité (BUPO-verdrag) en Europees Hof voor de
    Rechten van de Mens (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  1. Territorium
A
  • Ruimte waarover een Staat bevoegdheden uitoefent
  • Territoriale soevereiniteit:
  • Uitsluiting jurisdictie van andere Staten
    + Beschermingsplicht rechten andere Staten
  • (Onder)grond, territoriale zee, binnenwateren en luchtruim
  • Aansluiting, grootte en grensgeschillen niet cruciaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Bevolking
A
  • Geheel van personen die op duurzame wijze met
    een Staat verbonden zijn door de nationaliteit
  • Bepaald door nationaal recht
  • Kwantitatieve en kwalitatieve criteria niet cruciaal
  • Aantal
  • Etniciteit
  • Taal
  • Geschiedenis
  • Cultuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Regering
A
  • Geheel van openbare machten die het de Staat mogelijk maken zijn wil tot uiting te brengen
  • Daadwerkelijk en effectief gezag over grondgebied
    en bevolking
  • Interne orde en veiligheid
  • Internationale verplichtingen nakomen
  • Niet uitoefenen namens een andere Staat of
    internationale organisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  1. Soevereiniteit en onafhankelijkheid
A
  • De jure onafhankelijkheid van enig ander gezag
  • Rechtsreeks onderworpen aan het volkenrecht
  • Capaciteit om op autonome basis externe betrekkingen aan te gaan
  • Diplomatieke betrekkingen (uitwisselen van
    ambassadeurs)
  • Bi- en multilaterale verdragen afsluiten
  • Lidmaatschap van internationale organisaties
17
Q

Wat is een Sessie of afscheinding buiten dekolonistatie

A
  • Unilaterale terugtrekking van een deel van het grondgebied en de bevolking van een Staat met de bedoeling een nieuwe Staat op te richten of een andere Staat te vervoegen (e.g.: Kosovo en Zuid-Soedan; Catalonië, Schotland en Vlaanderen)

Friendly Relations Declaration

18
Q
  1. Dismembratio
A
  • Uiteenvallen van bestaande Staat in twee of meer nieuwe Staten
  • Geen van de nieuwe Staten zet identiteit van vroegere Staat voort
  • Voorbeelden: Tjecho-Slowakije, Joegoeslavië en Sovjet-Unie (?)
  • Voortzetting van de ‘romp’ als spin-off
19
Q

4.Fusie

A
  • Twee of meer Staten vormen samen nieuwe Staat en houden op te bestaan
  • Voorbeelden: Tanzania (Tanganyka en Zanzibar)
  • Niet: personele unie
  • Absorptie als spin-off (e.g.: Duitse eenmaking)
20
Q
  1. Verwerving van terra nullius
A
  • Grondgebied dat niet reeds (of niet langer) aan een Staat toebehoort
  • Verwerving door accretie (geleidelijk) of avulsie (plots)
  • Verwerving door effectieve bezetting of occupatio
    1. ANIMUS OCCUPENDI wil om soevereiniteit te verwerven
    2. COPRUS OCCUPENDI continue, effectieve controle gedurende enige tijd
  • Maar alle landgedeelten (behalve Antarctica) vallen onder statelijke soevereinitei
21
Q

Geografische nabijheid

A

Fysiek milieu van een gebied leidt tot moeilijke/onmogelijke permanente bezetting
* Ingeroepen (als basis) voor gebieden als ‘natuurlijke verlenging’ van een Staat
* Voorbeelden: zeegebieden en sectorentheorie op de Noord- en Zuidpoo

22
Q
  1. Overdracht of cessie
A
  • Staat verzaakt vrijwillig aan rechten op een bepaald grondgebied ten voordele van
    een andere Staat (e.g.: in vredesverdragen)
  • Voorbeelden: ‘Louisiana-purchase’ (1803
23
Q
  1. Verwervende verjaring of usucapio
A

Continue, effectieve controle gedurende enige tijd van grondgebied behoren tot
andere Staat met erkenning of gebrek aan protest
* Voorbeeld: ‘Island of Palmas-arbitrage’ (1928

24
Q

5.Verovering of annexatie

A
  • Gewapenderhand verwerven van grondgebied
  • Intussen verboden onder internationaal recht (!) (e.g.: Stimson-doctrine)