structuur DNA & chromosomen Flashcards
chromosomen
Liggen in de kern en bevatten de genetische informatie van de cel. Bestaan uit 50% DNA en 50% eiwitten. Worden zichtbaar in
eukaryoten cellen wanneer ze zich gaan voorbereiden om te
delen (m-fase).
Griffith experiment
Heeft aangetoond dat besmettelijke bacteriën die gedood zijn
door verhitting onschadelijke bacteriën kunnen veranderen in
dodelijke bacteriën.
FISH
Fluorescent in situ hybdridization, manier om stukjes synthetisch
DNA te koppelen aan een fluorescente kleurstof.
DNA
Desoxyribonucleïnezuur, bestaande uit het suiker desoxyribose,
een fosfaatgroep en een nucleïnebase.
Pyrimidines
De nucleïnebase met 1 aromatische ring. Thymine (+Uracil) en
Cytosine. ‘Grote basen’
Purines
De nucleïnebase met een dubbele ring, Adenine en Guanine.
‘kleine basen’
Nucleïne
een base
nucleosine
base + suikergroep
nucleotide
base + suikergroep + fosfaatgroep
major groove
Relatief veel O atomen waardoor het reactief is. Ook veel
oppervlakte (in helixvorm) om bindingen aan te gaan
minor groove
ruimte in dubbele helix waar geen (eiwitten) kunnen binden
heterochromatine
Donker, geconcentreerd chromatine waardoor het moeilijk
toegankelijk is en relatief inactief.
euchromatine
Licht, losser chromatine waardoor het makkelijker toegankelijk is
en relatief actief.
beads on a string
structuur van nucleosomen onder de elektronenmicroscoop
histoncomplex
bestaat uit 8 histoneiwitten (H2A, H2B, H3, H4)