Stress en stresshantering Flashcards

1
Q

stressbron/stressor

A

bedreigende factoren, gebeurtenissen die op het individu inwerken
-> fysieke en mentale gezondheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

soorten stressbronnen

A
  • traumatische ervaringen
  • chronische stress
  • dagelijkse ongemakken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

stress

A

niet-geslaagde wisselwerking tussen persoon en omgeving

-> discrepantie tussen draaglast en draagkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

draaglast

A

waargenomen eisen en dreigingen vanuit de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

draagkracht

A

vermogen van persoon om aan draaglast tegemoet te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

appraisal

A

= taxatie
beoordeling van de situatie
-> primair: wat betekent deze situatie voor mij
-> secundair: wat kan ik doen aan die situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

coping

A

cognitieve en gedragsmatige strategieën om om te gaan met stressoren

  • > probleem of taakgericht
  • > emotie of individugericht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

stressmodel Folkman en Lazarus

A

persoon in bepaalde situatie, uitgerust met scala aan eigenschappen, vaardigheden (DRAAGKRACHT); deels relatief stabiel (persoonlijkheid, …) en deels wisselend (gevoelens, stemming, lichamelijke condities)
-> neemt situatie (DRAAGLAST) waar
-> primaire en secundaire appraisal
coping op basis van inschatting van eigen coping-mogelijkheden, persoonsvariabelen, omgevingsvariabelen, verwachtingen en inschatting van controle
-> coping is optimaal: stress neemt af
OF coping schiet tekort: toename of aanhouden van stress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

burn-out

A

reactie op chronische werkgerelateerde stress

  • > minder goed functioneren, gevoel van toenemende mate geestelijk uitgeput te raken
  • > gevoel van volkomen leeg en zonder energie te zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

onderscheid burn-out / depressie / overspanning

A

burn-out is specifiek aan situatie gebonden zoals werk
-> daarbuiten mogelijks weinig klachten (=/= depressie)
burnout is GEEN psychiatrische stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

MBI

A

= Maslach Burn-out Inverntory
emotionele uitputting
depersonalisatie
verminderde persoonlijke bekwaamheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

positieve factoren stresshantering

A
  • social support
  • beheersbaarheid en waargenomen controle over stressor
  • voorspelbaarheid
  • gevoelens van competentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

self-efficacy

A

waarneming van eigen, persoonlijke effectiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly