stress benaderingen Flashcards

1
Q
  • Hoe wordt stress gedefinieerd?
A

Fysiologische toestand op een bedreigende of opwindende situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • Wat is het algemeen aanpassingssyndroom?
A

3 fasen die iemand doorloopt bij een stressvolle situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • Welke 3 fase kent het algemeen aanpassingssyndroom?
A

Alarmering, weerstand, uitputting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  • Wat is de fase alarmering, algemeen aanpassingssyndroom?
A

Een verminderde weestand wordt gevolgd door een activering van verdedigingsmechanismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Wat wordt verstaan onder verdedigingsmechanismen?
A

Verhoogde bloeddruk, hartslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • Wat is de fase weestand, algemeen aanpassingssyndroom?
A

Hier wordt omgegaan met de verdedigingsmechanismen, en terug naar evenwicht of fase 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • Wat is uitputtingsfase, algemeen aanpassingssyndroom?
A

Door lange stress, ontregeld het interne systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • Wat is een stressor?
A

Een kracht die iemand uit zijn stabiliteit duwt en spanning veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • Hoe verschilt stress met hoge werkdruk of werk gerelateerd verzuim?
A

Het is een negatieve toestand die kan komen uit het werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  • Waarom is stress een individuele beleving?
A

Het is de persoonlijke beoordeling die iets stressvol kan maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  • Hoe zien modellen van werkstress het component stress?
A

Dat iemand capaciteit niet aansluit op de werkomgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  • Wat is de invloed van transacties op werkstress?
A

Sommige veranderingen kunnen de stress op het werk verhogen of verlagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  • In welke 3 catagorien kunnen we de modellen van werkstress onderverdelen?
A

Structurele benaderingen, transactionele benaderingen, modellen op basis van hulpmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • Waar richten structurele benaderingen zich op?
A

aspecten van het werk die stress kunnen veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  • Op welke factoren richt de structurele benadering zich?
A

Demands en control (taakeisen en controle) (DCM demand control model)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  • In welke aspecten zijn demands (taakeisen) te verdelen?
A

Kwantitatieve en kwalitatieve elementen (hoeveelheid en tijdsdruk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q
  • Wat blijkt uit onderzoek naar de invloed van werkbelasting op stress?
A

Dit heeft een verband met elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q
  • Uit welke aspecten bestaat het controle element?
A

Vaardigheidsdiscretie (de mogelijkheid je vaardigheden te gebruiken)
beslissingsruimte (de hoeveelheid controle die een werknemer heeft)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q
  • Welke 4 werkcatagorien werden beschreven door eisen en controle te combineren (demand control model)?
A

Passief werk, overbelastend werk, eenvoudig werk, actief werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q
  • Wat is passief werk?
A

Lage taakeisen, geringe controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q
  • Wat is overbelastend werk?
A

Hoge eisen, lage controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q
  • Wat is eenvoudig werk?
A

Lage taakeisen, veel controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q
  • Wat is actief werk?
A

Hoge taakeisen, veel controle

24
Q
  • Wat werd gezien als werk dat tot veel problemen leidt in de gezondheid?
A

Overbelastend werk, hoge eisen lage controle

25
Q
  • Waar is op gebaseerd dat controle in het werk bescherm tegen hoge taak eisen?
A

Mensen die actief werk doen hebben minder gezondheidsproblemen
(Hoge eisen, hoge controle)

26
Q
  • Om welke twee redenen is controle van belang?
A

Beter bestand tegen hoge werkdruk, het is een menselijke basisbehoefte

27
Q
  • Hoe breide johnson en hall het demand control model uit?
A

Naar het demand- control- support model

28
Q
  • Wat is de rol van sociale ondersteuning, demand-control-support model?
A

Sociale ondersteuning helpt tegen hoge eisen van het werk

29
Q
  • Wat is de strain hypothese?
A

Emotionele ondersteuning helpt tegen hoge eisen van het werk

30
Q
  • Wat is de leerhypothese?
A

Sociale ondersteuning bij hoge taakeisen helpt voor het aanleren van nieuwe vaardigheden

31
Q
  • Wat zijn verzadigde banen?
A

Dat zijn er ongebruikelijke werktijden, of hoge eisen aan interactie met anderen

32
Q
  • Waarom is het stressproces minder eenvoudig dan het demand-control-support-model aangeeeft?
A

De mate van steun en controle is een belangrijke varaibele op welzijn van mensen

33
Q
  • Welke aanvulling deed holman op de 4 type conbinaties van taakeisen en controle?
A

Verzadigde banen (werken in teams) en onzeker banen

34
Q
  • Hoe verschillen verzadigde banen met actieve banen?
A

Ze stellen ook hoge eisen aan de interactie met anderen, en moet in het weekend gewerkt worden

35
Q
  • Wat zijn onzekere banen?
A

Geen baanzekerheid, en geen mogelijkheden tot groeien

36
Q
  • Wat stelt het person environment fit model?
A

Dat vaardigheden, capaciteiten en kennis aan moeten sluiten op de functie

37
Q
  • Hoe ervaart iemand stress in het person environment fit model?
A

Hoe lager de aansluiting met de persoon, hoe hoger de stress

38
Q

waarom is het person environment fit model niet een zuiver structureel model

A

er wordt ook rekening gehouden met subjectieve percepties, wat overeenkomt met transactioneel.

39
Q
  • Waarom is gebrekkige aansluiting op de functie een belangrijk onderzoek in de A&O?
A

Om individuele verschillen in het stressproces te vinden

40
Q
  • Wat is het vitamine model?
A

Omstandigheden kunnen een positieve invloed hebben op het werk, maar te veel kan schadelijk zijn

41
Q
  • Wat wordt gezien als het drempelniveau, vitamine model?
A

Het punt waarin omstandigheden het werk bevorderen, maar nog niet schadelijk zijn

42
Q
  • Welke factoren worden als schadelijk gezien voor het werk als ze te veel aanwezig zijn?
A

Controle of sociale ondersteuning

43
Q
  • Hoe gaan medewerkers transacties aan met de werkomgeving?
A

Ze doen dingen die de situatie veranderen en reageren daar weer op

44
Q
  • Welk belang benadrukt de transactionele modellen?
A

De poging en succes van medewerkers om op taakeisen te reageren

45
Q
  • Wat stellen cooper et all-in het stressproces?
A

Mensen proberen gedachten stabiel te houden, er is een stabiliteitsmarge, coping is het stabiel brengen van de toestand

46
Q
  • Waar richten transactionele stressmodellen zich op?
A

De psychologische (cognitieve) aspecten van het stressproces

47
Q
  • Hoe verschilt transactionele stressmodellen met structurele modellen?
A

Structurele modellen houden geen rekening met individuele verschillen

48
Q
  • Wat ziet lazarus als een primaire beoordeling, transactionele model?
A

De mate dat iets een schadeverlies, bedreiging of uitdaging is

49
Q
  • Wat zijn secundaire beoordelingen, lazarus, transactionele model?
A

De inschatting of iemand een taak aankan.

50
Q
  • Waar leiden primaire en secundaire beoordeling toe, transactionele model?
A

De transactie met de werkomgeving

51
Q
  • Hoe wordt tekening gehouden met individuele verschillen in primaire beoordelingen, transactionele model?
A

Doordat de ene het als een bedreiging ziet en de ander het als een uitdaging kan zien

52
Q
  • Wat is de tertiaire beoordeling, transactionele model?
A

Hoe mensen aankijken tegen hun manier van handelen

53
Q
  • Wat zijn de feedback loops in het transactionele model?
A

De uitkomst bepaald hoe mensen in het vervolg tegen stressoren aankijken

54
Q
  • Welke twee factoren worden gebruikt in een transactioneel model om betrokkenheid te meten?
A

Inspanningen en beloningen

55
Q
  • Wat is het effort-reward-imbalanced-model?
A

Er ontstaat stress als iemand niet wordt beloond voor inspanning

56
Q
  • Wat is de cyclus van overmatige betrokkenheid, effort-reward-imbalanced-model (ERI)?
A

Iemand gaat steeds harder werken voor beloning, en krijgt dan steeds meer stress

57
Q
  • Welke aspecten zijn volgens het effort-reward-imbalanced-model (ERI) oorzaken van stress?
A

Ontwikkeling, baanzekerheid, promotiekansen