interventies tegen werkstress Flashcards

1
Q
  • Welke 3 interventie niveaus worden onderscheiden?
A

Primaire, secundair, en tertair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • Waar zijn primaire interventies voor stress op gericht?
A

Het veranderen van de opzet van het werk of de organisatie (geld voor iedereen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • Wat is het belang van primaire interventies voor stress?
A

Het zou de bron aanpakken en voor iedereen kunnen helpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  • Wat is een eerste stap voor primaire interventies naar stress?
A

In kaart brengen wat medewerkers als stress ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Wat is het nut van medewerkers betrekken in primaire interventies voor stress?
A

Dit kan een positieve uitwerking hebben op de beleving van stress.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • Wat blijkt uit onderzoek naar primaire interventies naar stress?
A

Dat ze op lange termijn stress verminderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • Wat is de rol van individuele verschillen bij primaire interventies naar stress?
A

De maatregelen kunnen anders uitpakken per individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • Wat zijn secundaire interventies naar stress?
A

Het doel is om het aanpassingsvermogen van de medewerkers te verbeteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • Wat is het doel van secundaire interventies naar stress?
A

Mensen dingen positiever laten zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  • Wanneer kunnen secundaire interventies naar stress worden ingezet?
A

Als het bedrijf de omstandigheden niet kunnen veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  • Wat is stressmanagement training?
A

Hier leren mensen beter omgaan met stressoren (CGT of ontspanning)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  • Wat is cognitieve gedragstherapie?
A

Negatieve emoties terugdringen door dingen een andere betekenis te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  • Waar richt werk-CGT zich op?
A

Een andere betekenis geven aan situaties op het werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • Wat is Stress inocculation training?
A

Gezonde manier van denken bij stressvolle gebeurtenissen ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  • Wat blijkt uit onderzoek naar training in veerkracht?
A

Dat dit zorgt voor verbeterede welzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  • Wat is een risico aan secundaire stressmanagement interventies?
A

Dat medewerkers denken dat het aan hun ligt

17
Q
  • Wat is ACT?
A

Psychologische flexibiliteit te verhogen door leren concentreren op het nu

18
Q
  • Wat is ontspanningstraining?
A

Leren wanneer iemand gespannen is en dit te ontspannen

19
Q
  • Wat is werkgerelateerde vaardigheidstraining?
A

Het trainen van vaardigheden die helpen bij het werk (time management)

20
Q
  • Waar zijn vaardigheidstraining interventies op gebaseerd?
A

Dat de omgeving beter aan moet sluiten bij de persoon

21
Q
  • Waarom is het niet goed om meerdere secundaire interventies samen te doen?
A

Trainingen kunnen elkaar conflicteren

22
Q
  • Wat zijn multimodale interventies?
A

Een combinatie van primaire en secundaire interventies

23
Q
  • Wat zijn tertiaire interventies?
A

Interventies als mensen al schade hebben geleden

24
Q
  • Wat is de wet poortwachter?
A

De verplichting een werknemer te laten re-integreren als er schade is geleden

25
Q
  • Waarom is niet veel goed onderzoek gedaan naar primaire interventies?
A

Er kan geen controle groep worden opgesteld

26
Q
  • Wat waren de meest effectieve stress interventies?
A

Secundaire CGT interventies zonder andere interventies

27
Q
  • Wat blijkt uit onderzoek naar dat primaire interventies meer succes hebben?
A

als meerdere primaire interventies gecombineerd worden

28
Q
  • Wat blijkt uit het effect van stressmanagement training?
A

Als mensen terugkeren in een onveranderde werksituatie, dat het weinig nut heeft.

29
Q
  • Wat blijkt uit kritische succesfactoren naar de opzet van interventies?
A

Betrokkenheid van medewerkers, acties ondernemen werkgever, bereidheid tot veranderen (medewerkers)

30
Q
  • Wat blijkt uit het effect van welzijnsprogramma’s zoals sportscholen op het werk?
A

Dit verhoogt het welzijn en de werktevredenheid

31
Q
  • Waarom maken medewerkers vaak geen gebruik van counceling programma’s op het werk?
A

Die zijn sceptische tegen de werkgever

32
Q
  • Welke kenmerken zijn nodig voor het succes van hulpprogramma’s aan werknemers?
A

Leiding trainen, toewijding aan het doel,

33
Q
  • Voor wie hebben interventies vaak het beste effect?
A

Medewerkers die van te voren een probleem ervaren