Strafuitsluitingsgronden Flashcards

1
Q

Welke drie vragen moet de rechter stellen in het kader van de vraag of verdachte een geslaagd beroep kan doen op ontoerekeningsvatbaarheid?

A
  1. Gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis
    Was ten tijde van het begaan van het strafbare feit sprake van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van het geestesvermogen van de verdachte?
  2. Causaal verband
    Bestaat er een causaal verband tussen de psychische stoornis en het begaan van het strafbare feit?
  3. Eerste twee vragen en omstandigheden van het geval.
    Welk oordeel moet, gelet op de eerste twee vragen én op de omstandigheden van het geval gegeven worden over de toerekening van het strafbare feit? (m.a.w.: zijn de psychische stoornis en het causaule verband redenen om de verdachte het gepleegde feit niet toe te rekenen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 4 vormen van avas zijn er?

A
  1. Verontschuldigbare feitelijke rechtsdwaling.
    Het moet gaan om een vergeeflijke vergissing in de feitelijke situatie. Let op: dwaling moet wel verschoonbaar/verontschuldigbaar zijn. Enkel ‘dwaling’ is niet voldoende, het gaat ook om de zorgvuldigheid van de dader.
  2. Verontschuldigbare rechtsdwaling.
    Hier is sprake van, wanneer een burger de wet overtreedt omdat hij hier niet van op de hoogte was en ook niet kon zijn.
    Motorpapieren-arrest
  3. Verontschuldigbare onmacht.
    Wanneer de dader onmachtig is om adequaat te handelen en het intreden van het strafbaar feit daardoor net kan voorkomen. Bijv.: een bestuurder die niet kan remmen, omdat de kabels van zijn remmen zijn doorgeknipt.
  4. Maximaal te vergen zorg betracht hebben. Wanneer iemand er alles aan gedaan het om het begaan van een strafbaar feit te vermijden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bijzondere strafuitsluitingsgronden en algemene strafuitsluitingsgronden?

A

1) Bijzondere strafuitsluitingsronden: Zijn opgenomen in hetzelfde wetsartikel als dat een bepaalde gedraging strafbaar stelt en geven dus uitsluitend daar een strafuitsluitingsgrond voor.

2) Algemene strafuitsluitingsgronden
o Zijn - in principe – op alle strafbare feiten van toepassing en kan je vinden in wetgeving (39 tm 42) en jurisprudentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de twee categorieën algemene strafuitsluitingsgronden

A
  1. Rechtvaardigingsgronden
    *Nemen de wederrechtelijkheid van de gedraging weg en rechtvaardigen de daad.
    - Noodweer
  2. Schulduitsluitingsgronden
    * Nemen de verwijtbaarheid weg en excuseren de zodoende dader.
    - Noodweerexces
    - Ontoerekenbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de 5 strafuitsluitingsgronden?

A

1) Ontoerekeningsvatbaarheid
2) Noodweer(exces)
3) Overmacht
4) Wettelijk voorschrift en ambtelijk bevel
5) Afwezigheid van alle schuld (AVAS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Is iemand ontoerekeningsvatbaar bij zelfintoxicatie?

A

Ja, maar er is sprake van culpa in causa. Immers heb je dit zelf veroorzaakt en kun je je daarom niet beroepen op art. 39 sr. Dit ligt natuurlijk anders als iemand chronisch verslaafd is aan een bepaald middel of door anderen tegen zijn zin in wordt gedrogeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

AVAS?

A

Restcategorie; melk-en-water arrest. HR De knecht had verontschuldigbaar gedwaald, dus: afwezigheid van alle schuld.

Let op Garantenstellung

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Arrest: Garantenstellung

A

Garantenstellung is een juridische term waarmee wordt aangeduid dat er een grotere verantwoordelijkheid rust op een persoon met een bijzondere kwaliteit.
- Hoedanigheid dader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Putatief noodweer/delict?

A

Putatief noodweer
- Houdt in dat een persoon in de veronderstelling was dat hij werd aangevallen, terwijl dat eigenlijk niet het geval was.

Putatief delict
- Wanneer iemand denkt een misdrijf te plegen, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is.

Een beroep op een putatieve strafuitsluitingsgrond vormt een avas-verweer, maar de dwaling moet wel verschoonbaar/verontschuldigbaar zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

3 soorten disproportionele verdediging?

A

o Intensief noodweer
Als de verdediger te intens reageert op de dreiging.

o Extensief noodweerexces
Als het noodweer langer duurt dan noodzakelijk.

o Tardief noodweerexces: Als de verdediging wordt ingezet op het moment dat het gevaar niet meer bestaat, waardoor de verdediging dus eigenlijk zinloos is geworden  te laat inzetten van reactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Arrest: Boze buurman

A

Wordt een beroep op noodweer(exces) verhinderd indien de verdachte de mogelijkheid heeft gehad om te vluchten van een aanval?

Beoordeling van deze vraag is afhankelijk van omstandigheden van het geval.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Overzichtsarrest noodweer(exces)

A

Wanneer staat culpa in causa in de weg aan een beroep op noodweer?

Gedragingen van de verdachte die aan de wederrechtelijke aanranding door het latere slachtoffer zijn voorafgegaan, kunnen in de weg staan aan het slagen van een beroep op noodweer(exces), maar slechts onder bijzondere omstandigheden.
- Bijv.: door provocatie

  • Onvoldoende:
    o De enkele omstandigheid dat een verdachte willens en wetens in een situatie heeft begeven waarin een agressieve reactie van het latere slachtoffer te verwachten viel
    o of dat een verdachte zich in verband met een mogelijke aanval van het slachtoffer als voorzorgsmaatregel van een illegaal vuurwapen had voorzien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Arrest: Noodweerexces en PTSS

A

Kan een geslaagd beroep worden gedaan op noodweerexces nu verdachte leed aan PTSS?

Verweer: er is sprake van een voortdurende hevige gemoedstoestand die veroorzaakt is door stress als gevolg van PTSS  beroep op noodweerexces

Ja, De overschrijding is veroorzaakt door een hevige gemoedstoestand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Arrest: Culpa in causa bij noodweer arrest

A

Culpa in causa kan onder omstandigheden in de weg staan aan het aannemen van zowel noodweer als noodweerexces.

Er moet volgens de HR sprake zijn van bijzondere omstandigheden.

De enkele omstandigheid dat een verdachte zich willens en wetens in een situatie heeft begeven waarin een agressieve reactie van het latere slachtoffer te verwachten viel, is volgens de HR onvoldoende.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verschil tussen noodweer en noodweerexces?

A

= proportionaliteit.
Als het bij noodweer in eerste instantie misgaat bij de proportionaliteit (redelijke verhouding), kan iemand zich misschien beroepen op noodweerexces. Let op: van subsidiariteit moet wel sprake zijn, dus de aanranding moet wel noodzakelijk zijn.
 art. 41 lid 1 jo. 2 Sr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Aan welke 3 (5,6) vereisten voor noodweer moeten zijn voldaan?

A

(art. 41 lid 1 Sr): rechtvaardigingsgrond
1. Verdediging van specifieke rechtsgoederen

  1. Ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding
  2. geboden door de noodzakelijke verdediging
    - subsidiariteit: verdediging moet noodzakelijk zijn
    - proportionaliteit: verdediging moet in redelijke verhouding staan

Let op: Garantenstellung, Boze buurman, Noodweerexces en PTSS, overzichtsarrest noodweer(exces), culpa in causa bij noodweer

17
Q

Wat zijn de eisen waaraan moet worden voldaan voor een geslaagd beroep op noodweerexces?

A

Art. 41 lid 2: schulduitsluitingsgrond.

  1. Noodweersituatie (behalve proportionaliteit)
  2. Disproportionele verdediging
  3. Een relevante hevige gemoedstoetstand
  4. Dubbele causaliteit:
    - Verband gedraging & gemoedsbeweging
    - Verband gemoedsbeweging en aanranding

Let op: Garantenstellung!

18
Q

Wat zijn de vereisten voor ontoerekeningsvatbaarheid/ontoerekenbaarheid?

A
  1. Gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis?
  2. Causaal verband tussen de stoornis of het begaan van het feit?
  3. Is het feit vanwege de stoornis niet aan dader toe te rekenen?
    - moet door rechter beantwoord worden
    - voldoende verband tussen stoornis en feit?
    - zijn er omstandigheden die toerekening toch redelijk maken (culpa in causa)