Deelnemingsvormen Flashcards
Welke deelnemingsvormen zijn er?
- Doen plegen
- Medeplegen
- Uitlokken
- Medeplichtigheid
Wat zijn de 2 vereisten van de deelnemingsvormen?
- Accessoriteit: is er een strafbaar gronddelict tot stand gekomen?
* Voltooid delict
* Strafbare poging tot misdrijf
* Strafbare voorbereiding
* Poging om een ander te bewegen een misdrijf te begaan. - Dubbele opzet
De deelnemer moet opzet hebben gehad op de totstandkoming van het gronddelict en dus ook op vervulling van alle bestanddelen.
De deelnemer moet opzet hebben gehad op het zijn van een deelnemer.
- Uitlokking vs. Doen plegen
2) Uitlokking vs. Medeplichtigheid
3) Medeplegen vs. Medeplichtigheid
- In het geval van ‘doen plegen’ is de uitvoerder van het strafbare feit een willoos instrument in de handen van degene die hem het strafbaar feit doet plegen.
- o Bij uitlokking ligt het initiatief bij de uitlokker
o Bij medeplichtigheid wordt hulp geboden aan een pleger, die voornemens is een strafbaar feit te gaan plegen. - o Bij medeplegen heeft de verdachte een belangrijke rol in het criminele plan.
o Bij medeplichtigheid is er sprake van een voorbereidingshandeling of van een ondersteunende handeling.
3 manieren van medeplegen?
- ieder voor zich
- Verschillende rol, 1 meer onderschikt aan de ander
- op zichzelf tezamen
Vereisten deelnemingsvormen:
- Accessoriteit: gronddelict
En dan verder: deelnemingsgedraging. Is er sprake van een bijdrage aan het misdrijf? > vraag 2 & 3
- Causaal verband (objectief)
- Dubbele opzet
- De deelnemer moet opzet hebben gehad op de totstandkoming van het gronddelict en dus ook op vervulling van alle bestanddelen.
- De deelnemer moet opzet hebben gehad op het zijn van een deelnemer.
Wanneer is er sprake van medeplegen?
- Accessoriteit: gronddelict?
En dan verder: deelnemingsgedraging. Is er sprake van een bijdrage aan het misdrijf? > vraag 2 & 3
- Causaal verband (objectief) Bewuste en nauwe samenwerking (containerarrest)
- Dubbele opzet (subjectief)
- De deelnemer moet opzet hebben gehad op het zijn van een medepleger (er moet sprake zijn van samenwerking zoals in vraag 2).
- Deelnemer moet opzet hebben gehad op de totstandkoming van het gronddelict en dus ook op vervulling van alle bestanddelen.
* culpose delicten: alleen opzet is vereist op verrichten van de gevaarlijke gedraging en culpa t.a.v. gevolg.
*overtredingen: enkel opzet op de gedraging is vereist
Aangeven dat medeplegen een strafverzwarende omstandigheid is en daarom wordt het delict ook aan hem toegerekend.
Wanneer er sprake is van medeplegen, wordt begin van uitvoering van anderen aan gronddelict ook toegerekend aan de rest van de medeplegers. De rechter kan dan tot een bewezenverklaring komen.
Wanneer is er sprake van bewuste, nauwe en volledige opzet zoals genoemd in het Containerarrest?
Containerarrest: Je hoeft niet fysiek aanwezig te zijn om aangemerkt worden als medepleger
Wanneer er geen sprake is van gezamenlijke uitvoering: Overzichtsarrest medeplegen
Aandachtspunten:
- Intensiteit van de samenwerking
- Onderlinge taakverdeling
- Rol in de voorbereiding
- Uitvoering of de afhandeling van delict én het belang van de rol van verdachte
- Aanwezigheid van verdachte op belangrijke momenten (vlinderbom: aanwezig zijn maakt je niet automatisch medepleger)
- Het niet-terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip (vlinderbom: dit maakt je niet automatisch medepleger)
Onvrijwillige taxirit: Onder omstandigheden kan je ook passief bewust en nauw samenwerken (zonder daadwerkelijk iets te doen). Als je door lijfelijke aanwezigheid bijdraagt zodat men bijvoorbeeld niet weg kan, is dit alsnog voldoende.
Is er sprake van doen plegen?
- Accesssoriteit
En dan verder: deelnemingsgedraging. Is er sprake van een bijdrage aan het misdrijf? > vraag 2 & 3
- De doenpleger moet een ander aanzetten tot het plegen van het gronddelict. (causaal verband/objectief)
- Dubbel opzet (subjectief)
- Ander opzettelijk aanzetten tot begaan gronddelict (opzet op zijn van doen pleger)
- Opzet is in beginsel vereist op alle bestanddelen waar de pleger ook opzet op moet hebben
*culpose delicten: opzet is alleen vereist op verrichten gevaarlijke gedraging en culpa t.a.v. gevolg.
*overtredingen: enkel opzet op gedraging is vereist
Wanneer is er sprake van uitlokking?
- Accessoriteit: uitgelokte is wel strafbaar
En dan verder: deelnemingsgedraging. Is er sprake van een bijdrage aan het misdrijf? > vraag 2 & 3
- Wilsbesluit opwekken met uitlokkingsmiddel genoemd in wetsartikel. Let op: ander moet geen voornemen hebben om het sowieso al te doen! (causaal verband/objectief)
- Dubbel opzet (subjectief)
- Uitlokker moet opzettelijk ander uitlokken tot begaan gronddelict
- Opzet is vereist op alle bestanddelen van gronddelict. Uitzonderingen: geobjectiveerde bestanddelen en gevolgen van het gronddelict (47 lid 2)
*culpose delicten: alleen opzet is vereist op het verrichten van de gevaarlijke gedraging en culpa t.a.v. het gevolg
Wanneer is er sprake van medeplichtigheid?
- Accessoriteit: het moet gaan om een misdrijf
En dan verder: deelnemingsgedraging. Is er sprake van een bijdrage aan het misdrijf? > vraag 2 & 3
- Medeplichtige moet behulpzaam zijn OF ‘dingen’ verschaffen 48 sub 1&2 (causaal verband/objectief)
- Dubbel opzet (subjectief)
- medeplichtige moet opzettelijk hulp verlenen of opzettelijk misdrijf bevorderen
- opzet is vereist op alle bestanddelen. Uitzonderingen: geobjectiveerde bestanddelen en gevolgen van gronddelict.
Arrest: Medeplichtigheid door nalaten
Arrest: Globaal opzet
Arrest: Medeplichtigheid en opzet
Hoe herken je in delictsomschrijving dat er sprake is van medeplegen?
“In vereniging” of “twee of meer verenigde personen”
Ook aangeven in antwoord dat dit ‘medeplegen’ betekent. Medeplegen is strafverzwarend.
Arrest: Medeplichtigheid en opzet
art. 48 Sr:
In het geval dat het opzet van de medeplichtige niet (volledig) was gericht op het gronddelict, moet het misdrijf waar het opzet van de medeplichtige wel op gericht was voldoende verband houden met het gronddelict. Of van een dergelijk verband sprake is, is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval.
Arrest: Globaal opzet
Is vereist dat het opzet van de verdachte – de medeplichtige – gericht is op de precieze wijze waarop het misdrijf moet worden begaan?
Bij medeplichtigheid geldt ‘globaal opzet’: precieze uitvoeringswijze doet er niet toe. De verdachte hoeft geen opzet te hebben op de precieze wijze waarop gronddelict wordt vervuld.
Art. 48 Sr Is voor opzettelijke medeplichtigheid aan een misdrijf vereist dat het opzet van de verdachte – de medeplichtige – gericht is op de precieze wijze waarop het misdrijf moet worden begaan?
HR: er is vereist dat bewezen wordt dat verdachte opzet al dan niet in voorwaardelijke vorm was gericht op dat misdrijf. Dat opzet omvat echter niet de precieze wijze waarop het misdrijf wordt begaan. Globaal opzet is dus vereist op het gronddelict.
- Bijv.:Als verdachte opzet had op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel door het slachtoffer met een koevoet te slaan, is verdachte alsnog strafbaar indien het met een bezem is bewerkt.
Arrest: medeplichtigheid door nalaten
Art. 48 Sr wordt er van iemand een zorgplicht tot ingrijpen verwacht wanneer iemand anders levens berovend gedrag veroorzaakt en de verdachte dus medeplichtig is aan doodslag?
HR slachtoffer was weerloos en daardoor is op de verdachte een rechtsplicht komen te rusten om het slachtoffer te beschermen. Verdachte heeft geweld opzettelijk toegelaten en de aanmerkelijke kans dat het slachtoffer zou komen te overleden aanvaard. Verdachte = medeplichtig
Het kan zijn dat je medeplichtig wordt door het nalaten van bepaalde handelingen. Van nalaten is in beginsel slechts sprake indien daar een rechtsplicht toe bestaat. Dit kan een wettelijke of contractuele rechtsplicht zijn. Echter, in het arrest is ook bepaald dat omstandigheden zelf ook een rechtsplicht kunnen creëren. Enkele wetenschap dat feit zal worden gepleegd, schept niet zo’n rechtsplicht.
Arrest: Vlinderbom
Is er sprake van medeplegen indien de verdachte zich niet distantieert van het strafbare feit en er ook mee instemt?
HR louter aanwezig zijn en niet distantiëren en het instemmen, zijn ieder voor zich en in onderlinge samenhang bezien onvoldoende om het oordeel te kunnen schragen dat verdachte zo bewust en nauw met ander heeft samengewerkt dat sprake is van medeplegen van vernieling