strafrecht 3 Flashcards

1
Q

wat is de rol van de rechter-commissaris? (rc)

A

de rc houdt toezicht op de voortgang en rechtmatigheid van het opsporingsonderzoek dat onder leiding staat van een officier van justitie
- getuigen horen
- toestemming geven aan politie (bijv. tappen telefoons)
- voorlopige hechtenis langer vasthouden
- dieper op persoonlijke situatie ingaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat gebeurt er als er sprake is van verdenking van een strafbaar feit?

A

dan wordt er een strafrechtelijk onderzoek gestart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

synoniem strafrechtelijk onderzoek

A

opsporingsonderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is het doel van controles en wat zijn controles?

A
  • toezicht op naleving van de wet
  • geen gericht onderzoek naar een bepaald persoon
  • fuik verkeerspolitie bijv. (blaastest)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is detournement de pouvoir? is dit toegestaan?

A

je mag een middel niet inzetten anders dan waar het voor bedoeld is (je doet een alcoholcontrole, maar mag dan niet zomaar in de kofferbak zoeken naar iets)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

stel je ziet allemaal geweren liggen op e achterbank (dus zonder iets open te maken), valt dit dan ook onder detournement de pouvoir?

A

nee, dit mag wel. zonder iets open te maken, maar als je het gewoon ziet liggen, mag je wel iemand aanhouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

4 soorten starten van opsporingsonderzoek

A
  1. aangifte (ambtenaar)
  2. melding, tip aan politie
  3. klachten omwonenden
  4. betrapping heterdaad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wie mag een verdachte aanhouden?

A

iedereen! als jij iemand in de supermarkt iets ziet stelen, mar jij iemand aanhouden en in bedwang houden (met licht geweld)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

is aangifte doen verplicht?

A

nee, tenzij het moord, doodslag, veerkrachtigen etc. is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

2 soorten opsporingsambtenaren

A
  1. algemene
  2. buitengewone (bijv. parkeercontroleurs, boswachters, milieuambtenaren, hoofdconducteurs)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

taak van opsporingsambtenaren

A

strafbare feiten opsporen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

betekenis staande houden

A

iemand tegenhouden om bijv. te legetimeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waarom zou je iemand willen staande houden?

A
  • identiteit verdachte achterhalen bijvoorbeeld.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

moet een verdachte zijn persoonsgegevens mededelen?

A

nee, maar dan moet hij mee naar het bureau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat als je een valse naam opgeeft als verdachte?

A

dat mag niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

mag je een verdachte fouilleren en zoja waar?

A

ja, maar niet op straat

17
Q

aanhouden betekenis

A

iemand meenemen naar bureau voor verhoor

18
Q

2 soorten aanhoudingen en wie mag het doen?

A
  1. aanhouding op heterdaad (iedereen mag dit doen)
  2. aanhouding buiten heterdaad
19
Q

hoe start een vervolging?

A

meestal met een dagvaarding = verdachte moet voor de strafrechter verschijnen

20
Q

wat betekent sepot?

A

geen vervolging, de zaak wordt afgedaan zonder dat de verdachte voor de rechter is gekomen

21
Q

2 soorten sepot

A

technisch sepot
beleidssepot

22
Q

wat is technisch sepot?

A

er is te weinig bewijs.
(iemand doe aangifte voor bedreiging door buurman 3 weken geleden, maar geen bewijs, want alleen getuigenverklaring is niet genoeg)

23
Q

wat is beleidssepot?

A

man heeft vrouw mishandelt, zij doet aangifte, hij bekent, paar maanden later stuurt vrouw brief aan OvJ dat alles weer goed is, relatietherapie is geweest, geen ruzie meer hebben. OvJ stuurt brief terug dat hij niet wordt vervolgd (als er is aangetoond dat zij die brief heeft geschreven)

het gaat dus om een beleidsreden (al het andere dan ‘er is te weinig bewijs’

24
Q

vervolgingsbeletsel betekenis

A

in een concrete situatie is er geen vervolging toegestaan

25
Q

redenen van vervolgingsbeletsel:

A
  1. rechtsmacht (iemand was op ander territorium (territorialiteitsbeginsel) dus Nederlandse strafwet niet van toepassing)
  2. leeftijd (voor 12 jaar geen strafrechtelijke vervolging, verhoren mag wel)
  3. verjaring (verkeersongeval is al 3 jaar geleden, dus geen vervolging, tenzij moord/verkrachting e.d.)
  4. overlijden van verdachte
  5. klacht (als slachtoffer niet verzoekt om vervolging, dan geen vervolging)
  6. immuniteit van overheidsorganen
  7. ne bes in idem (niet 2x voor zelfde delict worden veroordeeld, bijv. eerst brief boete betalen en later brief toch dagvaarding)
26
Q

2 soorten beginselen van behoorlijke procesorde

A
  1. gelijkheidsbeginsel
  2. vertouwensbeginsel
27
Q

gelijkheidsbeginsel betekenis

A

allen die zich in Nederland bevinden worden gelijk behandeld (20 actievoerders, maar 6 politiek actieve actievoerders krijgen dagvaarding = oneerlijk)

28
Q

vertrouwensbeginsel betekenis

A

men moet kunnen vertrouwen dat een toezegging van een bestuursorgaan nagekomen wordt (eerst mededeling geen vervolging, daarna wel vervolging = oneerlijk)

29
Q

rol verdachte

A

mag zich verdedigen
wordt cliënt genoemd door advocaat
mag getuigen opgeven, vragen stellen etc.

30
Q

rol rechter

A

is actief
ondervraagt eerst verdachte, probeert waarheid te achterhalen
hoort getuigen en deskundigen

31
Q

onmiddelijkheidsbeginsel betekenis

A

alleen het bewijs dat ter plekke in de zaal wordt gesproken telt mee, maar schriftelijke verklaring en rapport zitten in dossier, dus deskundige hoeft niet per se aanwezig te zijn.

32
Q

4 functies van dagvaarding

A
  1. aanduiding persoon van de verdachte (identiteit achterhalen)
  2. oproepen verdachte voor rechter, plaats en tijd
  3. beschuldigen verdachte
  4. informeren verdachte over zijn rechten.
33
Q

4 soorten tenlasteleggingen

A
  1. enkelvoudig
  2. primair-subsidiair (moord/doodslag)
  3. cumulatief of meervoudig (als je van meerdere dingen wordt beschuldigd)
  4. alternatief (gestolen op auto staat op je oprit, je hebt dus zelf gestolen of gekocht van iemand die gestolen heeft, beide kan niet, dus je krijgt maar 1 straf)
34
Q

mag een rechter / OvJ een tenlastelegging veranderen?

A

stel tenlastelegging is doodslag, dan mag rechter er geen moord van maken (ook al denkt hij dat), hij moet zich houden aan tenlastelegging

OvJ mag wel de tenlastelegging veranderen (bijv. er is een zwaardere aanklacht gekomen doordat…)

35
Q

terechtzitting chronologisch

A
  1. opening zitting door voorzitter (bode roept namen verdachte en advocaat)
  2. identiteit, oplettendheid en cautie
  3. voordacht van zaak door OvJ (staand voorlezen tenlastelegging)
  4. ondervraging door rechter (eerst feiten, dan persoonlijke omstandigheden verdachte)
  5. verdachte antwoord zelf (klopt niet, strafuitsluitingsgronden noemen)
  6. daarna bijzitters, OvJ, raadsman vragen aan verdachte
  7. requisitoir OvJ (visie + passende straf)
  8. pleidooi raadsman
  9. repliek
  10. dubliek
  11. laatste woord verdachte
  12. sluiting (uitspraak over max 14 dagen)
36
Q

verschil terechtzitting onderbreken en terechtzitting schorsen

A

onderbreken = vaak gewoon pauze (kort)
schorsen = in belang van onderzoek, omdat bijvoorbeeld getuige moet worden opgeroepen (dagen/weken/maanden e.d.)

37
Q

wat is meineed plegen?

A

liegen. als je als getuige beëdiging hebt afgelegd (ik spreek de waarheid e.d.) dan kan je voor meineed gevangenisstraf krijgen

38
Q

verstek betekenis

A

veroordeling die wordt uitgegeven, terwijl de verdachte niet in de procedure is verschenen

(verdachte mag bijv. ook advocaat machtigen.