Stof tijdens lessen Flashcards

1
Q

Wees:

A
  1. Dom > doe alsof je niks weet en stel vragen
  2. Lui > laat de ander zoeken naar oplossingen
  3. Dakloos > kies geen partij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Belang van vragen stellen

A

1) Informatie opdoen
2) De ander hoort het antwoord ook, ondanks dat hij zelf niet wil luisteren naar de
andere partij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Regels omtrent discussie

A

1) Emoties geven informatie
2) Heftige emoties hebben een beperkte houdbaarheid
3) Laat het draaien om hen; ‘’ik wil jullie begrijpen, maar daar heb ik jullie ook voor
nodig…”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Technieken bij mediation

A
  1. LSD > Luisteren, samenvatten, doorvragen
  2. Pendelen > van de een naar de ander met als doel informatie opdoen
  3. Kader en context > vragen om erachter te komen wat er speelt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Functies van samenvatten

A
  1. Ander hoort de antwoorden via mediator
  2. Vervolgvraag is logisch
  3. Gehoord worden (zorgt voor kalmeren)
  4. Structuur/regisseren
  5. Manipuleren in liefde
  6. Mediators check (begrijpt de mediator het goed)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kader en context:

A
  • Zo ver mogelijk van het daadwerkelijke probleem
  • Startfase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ui schillen

A

standpunten
gedchten
emoties
zorgen behoeften
wensen ( waar gaat het nou om)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kernkwadrant

A

1) Bescheidenheid
2) Onzekerheid
3) Zelfverzekerdheid
4) Dominant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De schaduw

A

= Gedrag waar je niet blij mee bent
● Donkere kant
● Niet altijd bekend
● Komt naar boven bij ‘’nood’’
● Als je ernaar kan kijken kan je er iets mee
doen
● Zaken/aspecten die je niet ziet en waar je niet trots op ben
- voorbeelden: egoïsme, hebzucht, lust, woede/haat, jaloezie, afgunst,
hoogmoedigheid, luiheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bronnen van macht

A

1) Positiemacht / legitieme macht: macht door functie vanzelfsprekend is/vast ligt
- Uitoefenen door: beloningsmacht en bestraffen
2) Informatiemacht : macht gebaseerd op het verschil in bezit van informatie
- Uitoefenen door expertmacht
3) Referentiemacht: Macht gebaseerd op aantrekkingskracht, deze macht is vaak het
doen en laten van een persoon en op de behoefte zich hieraan te spiegelen
- Denk aan: schoonheid / populariteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Belangen bij arbeid die voor de mens belangrijk zijn

A

1) Geld
2) Baan (angst om baan kwijt te raken)
3) Waardering/erkenning
4) Relatie
5) Bestaanszekerheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Manieren voor einde van mediation:

A

1) Exit
2) Er goed uitkomen samen
3) Herplaatsing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly