Stijlfiguren latijn

Question 1

alliteratie

Answer 1

-

Question 2

anafoor

Answer 2

herhaling tekstelement aan begin van opeenvolgende zinnen of versregels

multi feminae, multa iuvens

Question 3

antithese

Answer 3

Inhoudelijk tegengestelde begrippen bij elkaar geplaatst

Question 4

Asyndeton

Answer 4

opeenvolging van 2 of meer tekstelementen zonder verbindingswoord

Als ‘maar’ is weggelaten -> adversatief asyndeton

Question 5

Chiasme

Answer 5

AB:BA plaatsing van grammaticaal en/of inhoudelijk gelijkwaardige tekstelementen

Question 6

Climax

Answer 6

reeks van minstens 3 elementen met steeds sterker wordende inhoud

Question 7

Dichterlijk meervouw

Answer 7

znw in mv wat als ev moet worden vertaald

Question 8

Enallage

Answer 8

Bnw hoort grammaticaal bij znw1 maar qua betekenis bij znw2

Question 9

Eufemisme

Answer 9

verzachtende uitdrukking

Question 10

Hyperbaton

Answer 10

2 woorden die bij elkaar horen zijn uit elkaar geplaatst

Question 11

Hyperbool

Answer 11

Begrip met overdreven benaming aangeduid

Question 12

Litotes

Answer 12

Ontkenning van begrip waardoor tegendeel benadrukt wordt

nec sumus ingrati (niet zijn wij ondankbaar)

Question 13

Metafoor

Answer 13

Beeldspraak waarbij alleen het beeld wordt genoemd
Zonder ‘als’, ‘zoals’ etc.

Question 14

Metonymia

Answer 14

vervanging van woord door ander woord

• Pars pro toto (deel voor geheel)
• Materiaal voor voorwerp
• Abstractum pro concreto (abstract begrip in plaats van iets concreets)
• Naam van godin voor begrip uit zijn/haar invloedssfeer (venus = liefde)

Question 15

Paradox

Answer 15

schijnbare tegenstelling
laeta malo (blij met het kwaad)

Question 16

Parallelisme

Answer 16

2 of meer zinnen/zinsdelen die zelfde structuur hebben ABAB

Question 17

Patronymicum

Answer 17

Persoonsnaam afgeleid van (groot)vader

Question 18

Personificatie

Answer 18

levenloze dingen krijgen eigenschappen van mens

Question 19

Pleonasme

Answer 19

Bnw toevoegen aan znw wat zelfde eigenschap heeft
deorum immortalium (onsterfelijke god)

Question 20

Polysyndeton

Answer 20

Opeenvolging van tekstelementen door nevenschikkend voegwoord
et..et..que..

Question 21

Retorische vraag

Answer 21

-

Question 22

Sententia

Answer 22

Algemeen geldende uitspraak

Question 23

Tautologie

Answer 23

Herhalen van begrip in andere woorden

Question 24

Tricolon

Answer 24

Opsomming van 3 delen

Question 25

Vergelijking

Answer 25

afgebeelde en beeld wordt genoemd
bestaat uit:
- Afgebeelde
- Het beeld
- Punt van overeenkomst