coniunctivus Flashcards
1
Q
adhortativus
A
aansporing, ‘laten’
2
Q
Desiderativus
A
wens, ‘mogen’
3
Q
Dubitativus
A
twijfel, ‘moeten’
Herken aan ?
4
Q
Prohibitivus
A
Negatief bevel,
herken aan ‘ne’
5
Q
Potentialis
A
waarschijnlijkheid, ‘zullen’ & ‘wel’
6
Q
irrealis
A
niet waar, ‘zouden’
herkennen aan vt