Stappenplan kartelverbod Flashcards
Stap 1
Is er sprake van coördinatie art. 101 lid 1 VWEU
- Overeenkomst
- Onderling afgestemde feitelijke gedraging
- Besluiten van ondernemingsverenigingen
Stap 2
Is er sprake van een onderneming?
- Een entitieit die economische activiteit verricht Hofner en Elser
–> Ook al is het een overheidsorgaan
–> Winst is niet een verieste, slechts dat het mogelijk is om winst te behalen Hofner en Elser
- Overheidsperogatieven : Bij een typische overheidstaak is de staat geen onderneming Diego
–> Bijvoorbeeld bij milieuinspectie
Stap 3
Heeft de coördinatie effect op de handel tussen lidstaten (ongunstig)
Societé technique minére / Consten en Grundig
- Feitelijk en rechtens
- met voldoende mate van waarschijnlijkheid
- al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel, het ruilverkeer tussen lidstaten kan beïnvloeden
- kan belemmeren en aldus de wederzijdse economische penetreatie, door het verdrag beoogd, kan bemoeilijken
Hierna volgt de tussenconclusie
Stap 4 strekkingssbeperking
Beperkt de coördinatie naar strekking of gevolg de mededinging?
- Beoordelen aan de hand van de doelstellingen en bewoordingen in juridisch en economisch opzicht Cartes bancaires
- Bijvoorbeeld quota Irish Beef, afspraken over productie of verkoop, gebiedsverdeling, klantverdeling, prijsverhoging etc.
- Daadwerkelijke gevolgen hoeven niet onderzocht te worden want deze zijn irrelevant
- Vrijwel altijd verboden
Stap 4 gevolgbeperkingen
Beperkt de coördinatie naar strekking of gevolg de mededinging?
- Alleen verboden als de beperking van de mededinging het gevolg is
- Afbakening (analyse) van de markt is wel vereist
- Kwantitatieve benadering, zal de commissie ingrijpen? beleid op grond van Mimis
–> Bij horizontale overeenkomst 10% marktaandeel
–> bij verticale overeenkomsten 15 % marktaandeel
verticale overeenkomst
Overeenkomst tussen leveranciers en afnemers, criteria volgt uit Metro I
- Objectieve criteria
- Voorwaarden worden uniform vastgesteld
- Toegepast zonder discriminatie
Stap 5
Kan de beperking worden gerechtvaardigd? Artikel 101 lid 3 VWEU