Recht van de Europese Unie week 1 Flashcards

1
Q

Attributiebeginsel

A

De Unie kan alleen optreden als daarvoor een bevoegdheid is te vinden in het verdrag art. 4 lid 1 en art. 5 lid 1 en 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Implied powers

A

De Unie is bevoegd om extern op te treden op terreinen waar expliciete externe bevoegdheid is opgenomen in het werkingsverdrag maar wel een dergelijke bevoegdheid als het waren besloten ligt in de interne bevoegdheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Autonomie van het EU-recht

A

Autonome karakter vloeit voort uit de rechtstreekse werking en de de doorwerking. Alle vrije verkeersbepalingen hebben rechtstreekse werking, dit volgt uit van Gend en Loos. Uit Costa Enel volgt dat het Europees recht doorwerkt in de rechtsordes van de lidstaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voorrang

A

Het beginsel van voorrang houdt in dat zodra het EU-recht wordt toegepast op nationaal niveau, elke inhoudelijke onverenigbaarheid tussen het nationaal recht en het EU-recht zal worden beslecht in het voordeel van het EU-recht. De lex-posterior regel is dan niet meer van toepassing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rechtstreekse werking

A

De basisvoorwaarde voor rechtstreekse werking van het Unierecht is dat een regel voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk moet zijn. Horizontale rechtstreekse werking is niet mogelijk maar verticaal wel (burger en lidstaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Marktintegratie

A

gegrondvest op de vier fundamentele vrijheden: vrij verkeer van geoderen, diensten, (rechts)personen en kapitaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Positieve integratie

A

Het vervangen van nationale regeles door een Europese norm, dit is veelal het uitgangspunt, ook wel harmonisatie genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Negatieve integratie

A

Verbieden van regels van lidstaten die het vrije verkeer belemmeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sperrwirkung

A

Zodra de Unie harmoniserend heeft opgetreden met betrekking tot een bepaald onderwerp, is daarmee de soevereiniteite van een lidsgtaat met betrekking tot dat onderwerp overgedragen aan de Unie. De maatregelen van de lidstaten moeten verenigbaar zijn met de harmonisatiemaatregelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Totale harmonisatie

A

Voor alle lidstaten geldt één uniforme regel, en dus geen belemmeringen voor producten, diensten etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wederzijdse erkenning

A

Uitgangspunt, op grond van de rechtspraak zijn de lidstaten in beginsel gehouden om in eerste instantie elkaars regels over en weer te erkennen, zodat een producent die voldoet aan de regels va zijn thuisstaat ook zonder problemen kan exporteren naar lidstaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Directe discriminatie

A

Er wordt een uitdrukkelijk onderscheid gemaakt tussen binnenlandse en buitenlandse producten (ingevoerde producten) Vrijwel altijd verboden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Indirecte discriminatie

A

Bijvoorbeeld een taal eis. Een maatregel die meer of andere effecten heeft voor buitenlandse personen of producten dan voor binnenlandse producten zonder dat sprake is van directe discriminatie. In beginsel verboden tenzij een objectieve rechtsvaardiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

U-Bocht

A

Er wordt gebruik gemaakt van het vrije verkeer enkel en alleen om het Unierecht van toepassing te laten zijn en aldus het nationale recht te omzeilen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Omgekeerde discriminatie

A

Een lidstaat behandeld de eigen onderdaan strenger dan onderdanen van andere lidstaten. Dit zijn interne situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Heffing van gelijke werking

A

Elke eenzijdige opglegde geldelijke last, ongeacht de benaming of de structuur ervan, die wegens grensoverschrijding over goederen wordt geheven en geen douanerecht stricto sensu is

17
Q

Dassonville

A

Maatregel van gelijke werking, een maatregel die al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel beperkt. Zowel maatregelen met als zonder onderscheid

18
Q

Cassis de Dijon

A

Producteisen zijn veboden door het beginsel van wederzijdse erkenning

19
Q

Keck-uitzondering

A

Iets is niet een MGW wanneer het een verkoopmodaliteit is, zie ook familiapress en gourmet international. Verkoopmodaliteiten moeten van toepassing zijn op alle deelnemers en niet discrimineren, anders is er alsnog sprake van een MGW

20
Q

Familiapress

A

Wat is precies een verkoopmodaliteit

21
Q

Gourmet international

A

Verkoopmodaliteit indirect discriminerend met het reclameverbod voor alcoholhoudende dranken

22
Q

Italiaanse aanhangwagens

A

Gebruiksverboden zijn MGW. Regels die het gebruik van een product aanzienlijk beperken, waardoor toegang tot de markt aanzienlijk wordt belemmerd