Stanger Danger Flashcards

Bekijk blz. 7, 14

1
Q

Complement comonent 3 (C3)

A

Speelt een belangrijke rol in de herkenning van ziekteverwekkers. Wanneer het complement systeem is ingeschakeld zal C3 splitsen in een klein C3a-fragment en een groot C3b-fragment
* C3a fungeert als chemoattractant
* C3b bindt aan ziektewekkers en markeert ze voor opsonisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Acute-fase respons

A

Ontstaat doordat cytokines tijdens een ontsteking de lever activeren. Het vergroot het aanbod van de herkenning van moleculen van aangeboren afweer. Ze omvatten C-reactief proteïne (CRP), fibrogeen en mannose-bindend lectine (MBL)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Functies acute fase eiwitten

A
  • Binden aan structurele eiwitten van bacteriële cel oppervlakken
  • Werken als opsoninen
  • Ze activeren het complementsysteem
  • Vergemakkelijken fagocytose
  • Voeren directe lysis uit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er wanneer een macrofaag een pathogeen herkent

A

Deze wordt opgenomen via een fagosoom. Vervolgens treedt er fusie op met een lysosoom die verschillende afbraakproducten bevat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat bindt aan intracellulaire receptoren

A

Vaak virussen
* Uitzondering dat er een NOD-like receptor is die bacteriële afbraakproducten herkent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat bindt aan extracellulaire receptoren

A

Vaak bacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Receptoren die intracellulair zitten

A
  • NOD 1/2
  • TLR3
  • TLR7
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Receptoren die extracellulair zitten

A
  • TLR4+
  • CD14
  • FcR
  • KIR
  • MHC-I
  • CR1
  • TLR2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

NOD-like receptoren

(Nucleotide-bindend Oligomerisatie Domein)

A

Zo genoemd vanwege hun centrale domein, waarmee de receptoren oligomeren vormen. NOD-like receptoren binden aan verschillende liganden. Kunnen PAMPs en DAMPs zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

T-celreceptor

A

Bestaat uit twee polypeptidenketens: TCR-alfa en TCR-beta. Als gevolg van de genherschikking bij ontwikkeling T-cel, brengt elke volwassen T-cel één functionele alpha-keten en één functionele beta keten tot expressie. Dit samen is een uniek T-celreceptormolecuul

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Twee klassen T-celreceptoren

A

alpha:beta T-celreceptor en de gamma:delta T-celreceptor. Vergelijkbare structuren, maar ze worden gecodeerd door verschillende sets van herschikte gensegmenten en hebben verschillende functies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

T-cel-co-receptoren

A

CD4 en CD8. Ze werken samen met de T-celreceptor. CD4 bindt aan de MHC-II en DC8 aan de MHC-I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke signalen wekken de binding met een targetcel op

A
  1. MHC-molecuul: vreemd
  2. Co-receptor: gevaar
  3. Cytokines: geeft aan in welke richting de T-cel moet differentiëren.

Niet ontvangen van 3 signalen –> T-cel wordt anerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke signalen wekken de binding met een targetcel op

A
  1. MHC-molecuul: vreemd
  2. Co-receptor: gevaar
  3. Cytokines: geeft aan in welke richting de T-cel moet differentiëren.

Niet ontvangen van 3 signalen –> T-cel wordt anerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Opbouw van antistoffen

A
  • Armen: Fab –> bindt aan antigeen
  • Stengel: Fc –> bindt aan Fc-receptoren op het oppervlakte van immuuncellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

B-celreceptor

A

Bevindt zich op het oppervlakte van de B-cel. Dit is vaak een IgM-molecuul. Contact met antigeen van micro-organisme zorgt voor cross-linking. Deze clustering en aggregatie van B-celreceptoren zendt signalen van het receptorcomplex naar de binnenkant van de cel.

16
Q

Wat zijn de B-cel-co-receptoren

A
  • Complement receptor 2: herkent C3b op het pathogeen
  • CD19: de signaalketen van de co-receptor
  • CD81: bindt aan CD19