Stagetoets 1 Flashcards

1
Q

Roken heeft negatief effect op

A

Pulmonale complicatie,
slechte wondgenezing (door minder werkende hemoglobine, door koolstofmonoxide in het lichaam),
cardiovasculaire complicaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Alcohol heeft negatief effect op

A

Antistolling: meer bloedverlies
Slechte wondgenezing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Drugs heeft negatief effect op

A

Hartritme en bloeddruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Profylactische medicatie

A

Medicatie om complicaties te voorkomen (AB, antistolling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom plassen voor operatie

A

Blaas kan leeglopen: koud en decubitus
tijdens operatie last van volle blaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

taken van het bloed

A

Aanvoer van zuurstof van voedingsstoffen, afvoer van CO2 en afvalstoffen
Verder: transport hormonen, aanvoer witte bloedcellen en bloedstolling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bloeddruk wordt bepaald door

A

Slagvolume= volume bloed dat hart rond pompt
Rek van hartspiervezel wanneer maximale volume in de linkerkamer is bereikt
Vermogen van de hartspier om slagvolume weg te pompen
Druk die linkerkamer moet overwinnen om bloed in aorta te pompen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oorzaken zeer snel ontstane lage bloeddruk

A

septische shock, grote bloeding, hartinfarct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oorzaken zeer snel ontstane hoge bloeddruk

A

te veel bloeddrukverlagende medicatie, uitdroging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

RAAS

A

bloeddruk laag – nier produceert renine – renine zet onwerkzame stof angiotensionogeen in de lever om in angiotensine 1 – ACE geproduceerd in de longen zet angiotensine 1 om in angiotensine 2 (ACE-remmers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Oorzaak hoge systolische druk:

A

– stress/ pijn
– extreem hoge systematische vaatweerstand*
– overvulling (te veel bloed)
– verkalkte aorta*
– afklemming van aorta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Oorzaak lage systolische bloeddruk

A

– rust/ slaap en ontspanning
– ondervulling*
– hartpompproblemen
– pulmonale obstructie (blokkade in de longen)
– extreem lage systematische vaatweerstand*

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Interventies hoge bloeddruk

A

Medicatie: antihypertensiva (Bloeddrukverlagers), betablokker (langzaam en minder krachtig pompen) en diuretica (plastabletten) - meer vocht uitscheiden – minder bloedvolume – lagere bloeddruk
Leefstijl: bewegen, eten, roken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Interventies lage bloeddruk

A

Trendelenburg – bloed gaat naar belangrijke organen door zwaartekracht
Infuus (voorschrift arts) - meer vocht en zout - meer bloedvolume – hogere bloeddruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bijwerkingen algehele sedatie

A

Slaperigheid/ duizeligheid
Misselijkheid/ braken: De kans op misselijkheid en overgeven wordt groter:
na een lange operatie
bij sommige (slaap)middelen voor algehele anesthesie.
Als patiënt vrouwelijk is
als patiënt vaak wagenziek bent, of eerder misselijk was na een operatie

Keelpijn door beademingsbuisje of –masker in
Dorst: voorzichtig mag patiënt weer drinken
Rillen
Jeuk
Hoofdpijn Oorzaken: type operatie en nuchter zijn 
Stijfheid, spierpijn, rugpijn door langdurig in 1 houding liggen tijdens operatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Spinale ruggenprik bij operatie…

A

Aan de onderste extremiteiten
kortere operatie (minder dan 2 uur)

17
Q

Bijwerkingen/ complicaties spinaal

A

Rugpijn, irritatie of blauwe plek bij prikplaats (enkele dagen)
Prikkelend gevoel in billen of benen tijdens de eerste of tweede dag na spinale ruggenprik (enkele dagen)
Daling van bloeddruk (door verdovende medicatie)
Misselijkheid en overgeven (kan ook door lage bloeddruk)
Problemen met plassen

18
Q

Algehele aneshesie sowieso bij

A

Hoofd-hals
Grote buikoperatie
operatie borstkas

19
Q

Anesthesievor bij een kleine buikoperatie

A

algehele anesthesie, sedatie, een spinale ruggenprik

20
Q

COPD is …

A

Verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem. De verminderde luchtaanvoer naar de longblaasjes worden veroorzaakt door een chronische ontsteking van de bronchiën (bronchitis) of een vermindering van de elasticiteit van de longblaasjes (emfyseem)

21
Q

Bronchitis

A

Symptomen bronchitis:
Hoesten (eerst vooral in de ochtend)
sputumproductie
kortademigheid
een piepende ademhaling
chronische luchtwegobstructie

Oorzaak
chronische ontsteking van de luchtwegen
in enkele gevallen gaat de bronchitis over in longemfyseem
het is moeilijk om lucht door de vernauwde bronchiën te krijgen, dit is hoorbaar aan de inspiratoire stridor (abnormaal inademgeluid)
Roken: tabaksrook prikkelt het slijmvlies van de longen. Hierdoor wordt meer slijm gemaakt dan gebruikelijk. Er treedt een infectie op. De wanden van de luchtwegen verdikken zich. De spieren rondom de luchtwegen trekken samen (bronchospasme). Met als gevolg vernauwing.

22
Q

Longemfyseem

A

ij longemfyseem raken de longblaasjes beschadigd. Ze zijn minder elastisch en soms vergroeien ze met elkaar. Hierdoor is minder gaswisseling mogelijk. Gevolg is kortademigheid en cyanose (

Oorzaken
roken en chemische stoffen zoals asbest of verf.

Symptomen
kortademigheid bij de geringste inspanning
moeheid
cyanose
vervorming van de thorax
Moeite met uitademen. Normaal verloopt uitademen passief (het lucht stroomt vanzelf de longen uit) omdat de longblaasjes niet meer elastisch zijn moet de patiënt kracht zetten om uit te ademenen. De expiratie (uitadem) is hoorbaar. (respiratoire stridor).

23
Q

Cyanose

A

Cyanose (blauwzucht) is het blauw kleuren van de huid door de aanwezigheid van gedeoxygeneerd hemoglobine in de bloedvaten in de buurt van het huidoppervlak. Het kan voorkomen in de vingers, ook onder de nagels, en in andere extremiteiten)

24
Q

Aandachtspunt en volgorde inhalatiemedicatie

A

Kortwerkende inhalatie – langwerkend – corticosteroïde
Spoelen na inhaleren
Na vijf minuten pas de ontstekingsremmende inhalatiemiddelen