Medicatie Flashcards

1
Q

Contra-indicatie NSAID

A

Patienten ouder dan 60
Nierschade
Leverschade
Bloedvaten
Cardiale problemen: Hoge bloeddrukk of hartfalen, hartinfart, beroerte
Gastro-intestinale problemen (in verleden of nu)
Maagverkleining

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe vaak medicatie op elkaar

A

2x pd: 12 uur
3x pd: 8 uur
4x pd: 6 uur
5x pd: 4,8
6x pd: 4 uur
8x pd: 3 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Nsaid

A

bloeddrukverhogend
en anti-stollend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Medicatie stoppen voor operatie

A

Anti-stolling (DOAC kijken of er wat bekend is)
Vit K sowieso
Bloeddrukverlager navragen (is niet bekend wat beter is bij ARB en ACE) ( betabl niet zomaar stoppen)
NSAID (ook stoppen om antistollende werking)
diuretica
Insuline (nuchter zijn)
Metformine (ja, want nuchter -> lactaatacidose, maar hoeft niet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gecontraindiseerd bij nierschade

A

bepaalde antibiotica
glucoseverlagende medicatie
middelen tegen hoge bloeddruk
medicatie tegen jicht
het hartmiddel digoxine
NSAID

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gecontraindiseerd bij leverschade

A

Paracetamol!
NSAID
AB
Statines
Benzo’s?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ciproxin

A

AB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Buscopan

A

Bij nier- en galstenen koliekpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dormicum

A

midazolam: slaap/ angst/ spierenrelax

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kortwerkende insuline

A

Novorapid, aspart, humolag, apidra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Middellangwerkend insuline

A

insulatard,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Langwerkende insuline

A

Lantus, Touejo, Levemir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

AB eindigen vaak op …

A

Axine, cilline, cycline (en kefzol)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Konakion

A

vitamine K

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Lactulose

A

Laxantia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Lanoxin

A

HF omlaag, meer kracht hart

17
Q

benzo’s niet samen met

A

opioiden en alcohol
overgevoeligheid, ernstige respiratoire insufficiëntie, slaap-apneu, ernstige leverinsufficiëntie

18
Q

Kortwerkende benzo

A

midazolam (ultrakort), oxazepam, lorazepam, temazepam

19
Q

Langwerkende benzo

A

diazepam

20
Q

Ipramol

A

kortwerkend pufje (spieren, onderdrukken parasympt)

21
Q

Naropin

A

anesthetica

22
Q

Oxybutynine

A

vertragen van urineproductie, toename blaascapiciteit, minder snel/vaak plassen

23
Q

Oxycontin en oxycodon/norm

A

Lang en kortwerkend

24
Q

Statine effect

A

Verlagen cholesterol

25
Q

prednisolon

A

corticosteroid, bijnierschorshormonen
Ontstekingremmend en anti-allergisch
contra indic: NSAID, vaccinaties, anticoagulantia, bloeddrukmed, diuretica (kalium), digoxine
Bijwerk: huid, gewicht, elektrolytenbalans, hoge bloeddruk

26
Q

Selokeen

A

Metoprolol

27
Q

Betablokkers stoppen

A

moet je eerst afbouwen

28
Q

Tamsulosine

A

Alfablokker.
Daling bloeddruk: minder spanning van arteriolen -> minder perifere weerstand
Beter plassen bij vergrote prostaat -> ontspanning spieren bij de prostaat
Betere niersteenlozing en minder pij

29
Q

Tolbutamine

A

Hetzelfde als gliclazide, zet alvleesklier aan tot maken van insuline.
Let op bij nier en lever en betablokkers