Medicatie voorbeelden Flashcards

1
Q

acenocoumarol

A

Vitamine K antagonist (Vit. K is nodig voor stolling) antistolling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Apixaban

A

DOAC (antistolling)
Interacties NSAID en andere anticoagulantia (dubbel op/ te veel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Augmentin

A

Antibiotica
amoxicilline/​clavulaanzuur
Breedspectrum
Bijwerkingen: diaree en misselijk, overgevoelig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Buscopan

A

Indicatie: spasmen van het maagdarmkanaal, koliekpijn (door nierstenen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ciproxin

A

Antibiotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Clopidogrel

A

Antistolling (ADP antagonist)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Diclofenac

A

NSAID (pijn, ontsteking en koorts) (pas op met nieren, lever, bloedvaten, stolling, digestivus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dipidolor

A

Opioïden (pijnstillend)
Bijwerkingen obstipatie, misselijk, duizelig, sedatie, droge mond)
Interacties: Betablokkers (teveel ondrukken van zenuwstelsel, benzodiazepines te veel sedatie, alcohol (versterkt), anti depressiva, Vit K antagonisten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dormicum

A

Benzodiazepine agonisten. spierrelaxend, onderdr. zenuwstelsel, minder angst, meer slaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Droperidol

A

Dopamine-antagonisten (anti- emetica)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Enalapril

A

ACE-remmer (ACE nodig voor angiotensine 1 naar 2) (Antihypertensiva)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Etoricoxib

A

NSAID (Pijnstillend, koortsverlagend en ontstekingsremmend )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Fragmin

A

Heparine/ Dalteparine (Activeert anti-trombine: lichaamseigen rem op stolling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Furosemide

A

Lisdiuretica (meer vochtuitscheiding door nieren) (door minder reabsoprtie zouten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Haldol

A

Klassieke antipsychotica (Psychose, Manie, Ernstige opwinding en onrust, Braken en misselijkheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hydrochloorthiazide

A

Thiazide diuretica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Ibuprofen

A

NSAID (Pijnstillend, koortsverlagend en ontstekingsremmend ) (nieren, lever, bloedvaten, stolling, digestivus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Insuline

A

Voor mensen die geen/minder insuline aanmaken: diabetes
verlaagt bloedglucoseconcentratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Novorapid

A

Kortwerkende insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Insulatard

A

middellangwerkende insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Novomix

A

Mix van lang- en kortwerkende insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Lantus

A

Langwerkende insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Ipramol

A

SAMA = kortwerkend anticholinergicum .
- Onderdrukken het parasympatische zenuwstelsel
- Verwijdt de luchtwegen. Het vermindert de verkramping in de luchtwegen, waardoor de ademhaling makkelijker gaat.
- Remt Acetylcholine -> minder bronchoconstrictie

24
Q

kefzol

A

Antibiotica

25
Q

Konakion

A

Vitamine K
Vitamine K: zorgt voor stolling.
Indicaties: (bloedingen door) tekort aan vitamine K,
Balans met gebruik van vitamine K antagonisten

26
Q

Lactulose

A

Laxantia
Obstipatie (door opioiden)
Ontlasting moet zacht zijn (aambeien of na operatie)

27
Q

Lanoxin

A

AF: verlagen van HF
Hartfalen: hart krijgt meer kracht, HF verlaagd waardoor hart meer tijd heeft om samen te trekken, hart kan meer bloed rondpompen

28
Q

Lisinopril

A

ACE-remmer (ACE nodig voor angiotensine 1 naar 2) (Antihypertensiva)

29
Q

Lorazepam

A

Benzodiazepine agonisten
Het onderdrukken van het centraal zenuwstelsel
Spierrelaxend
Angstreductie
Slaapbevorderend

30
Q

Marcoumar

A

Vitamine K antagonist.
(Vit. K is nodig voor stolling) antistolling.

31
Q

Metformine

A

Diabetes
Metformine zorgt ervoor dat de lever minder bloedsuiker aanmaakt en dat de lichaamscellen gevoeliger worden voor insuline

32
Q

Metoprolol

A

Betablokker (bloeddruk verlagen door symptatische zenuwstelsel te onderdrukken)
Calciumantagonisten versterken het effect op het hart

Alcohol vertraagd de afbraak van bètablokkers (versterking van de werking) 

Digoxine samen met bètablokkers geeft ernstige hartritmestoornissen 

NSAID’ers werken bloeddrukverhogend: verkleinen het effect van bètablokkers
33
Q

Metoclopramide

A

Dopamine-antagonisten
Onderdrukking van misselijkheid en/of braken.
Remt de prikkels die misselijkheid en braken veroorzaken in de hersenen.
Metoclopramide/ Primperan: stimuleert ook de beweging van de maag en het bovenste deel van de darm. Hierdoor gaat voedsel sneller van de maag naar de darmen.
in eerste instantie niet langer dan 5 dagen

34
Q

Morfine

A

Opioïden (pijnstillend)
Bijwerkingen obstipatie, misselijk, duizelig, sedatie, droge mond)
Interacties: Betablokkers (teveel ondrukken van zenuwstelsel, benzodiazepines te veel sedatie, alcohol (versterkt), anti depressiva, Vit K antagonisten.

35
Q

Movicolon

A

Laxantia
Obstipatie (door opioiden)
Ontlasting moet zacht zijn (aambeien of na operatie)

36
Q

Naproxen

A

NSAID (Pijnstillend, koortsverlagend en ontstekingsremmend ) (nieren, lever, bloedvaten, stolling, digestivus)

37
Q

Naropin

A

Ropivacaïne
anesthetica, lokaal of parenteraal (perifere zenuwblokkade, epiduraal,

38
Q

Omeprazol/esomeprazol (nexium)

A

Maagbeschermer. Protonpompremmers.
Tot 24 uur lange werking

39
Q

Oxazepam

A

Benzodiazepine agonisten
Het onderdrukken van het centraal zenuwstelsel
Spierrelaxend
Angstreductie
Slaapbevorderend

40
Q

Oxybutynine

A

Ontspant de blaas -> past meer in
bij urine-incontinentie

41
Q

Oxycontin

A

Langwerkend
Opioïden (pijnstillend)
Bijwerkingen obstipatie, misselijk, duizelig, sedatie, droge mond)
Interacties: Betablokkers (teveel ondrukken van zenuwstelsel, benzodiazepines te veel sedatie, alcohol (versterkt), anti depressiva, Vit K antagonisten.

42
Q

Oxynorm

A

Oxycodon
Opioïden (pijnstillend)
Bijwerkingen obstipatie, misselijk, duizelig, sedatie, droge mond)
Interacties: Betablokkers (teveel ondrukken van zenuwstelsel, benzodiazepines te veel sedatie, alcohol (versterkt), anti depressiva, Vit K antagonisten.

43
Q

paracetamol

A

Pijnstillend en koortsverlagend
Pijnprikkel wordt verminderd

44
Q

Pravastatine

A

Statine
Verlaagt cholesterol en andere vetten in het bloed -> voorkomt vernauwing bloedvaten
Bijwerkingen: spierpijn
In de avond innemen -> ‘s nachts maakt lever meer cholesterol aan
Heeft veel wisselwerkingen met andere medicatie

45
Q

Prednisolon

A

Corticosteroïd
Prednisolon, prednison, dexamethason, cortison, bètamethason
Bijnierschorshormonen
Ontstekingremmend en anti-allergisch
Corticosteroïden worden vooral gebruikt bij ontstekingen in het lichaam. De meest voorkomende aandoeningen zijn astma, COPD, reumatoïde artritis, darmziekten en allergische reacties. Andere ziekten kunnen zijn; ziekten van de bijnieren, multipele sclerose (MS), bepaalde bloedziekten en een aantal vormen van kanker.

46
Q

Primperan

A

Metoclopramide
dopamine-antagonisten
Misselijkheid

47
Q

Selokeen

A

Metoprolol
Beta-blokker (bloeddruk verlagen door symptatische zenuwstelsel te onderdrukken)

48
Q

Simvastatine

A

Statine
Verlaagt cholesterol en andere vetten in het bloed -> voorkomt vernauwing bloedvaten
Bijwerkingen: spierpijn
In de avond innemen -> ‘s nachts maakt lever meer cholesterol aan
Heeft veel wisselwerkingen met andere medicatie

49
Q

Sotalol

A

Beta-blokker (bloeddruk verlagen door symptatische zenuwstelsel te onderdrukken)

50
Q

Tamsulosine

A

Alfablokker
Daling bloeddruk: minder spanning van arteriolen -> minder perifere weerstand
Beter plassen bij vergrote prostaat -> ontspanning spieren bij de prostaat
Betere niersteenlozing en minder pijn

51
Q

Temazepam

A

Benzodiazepine agonisten
Het onderdrukken van het centraal zenuwstelsel
Spierrelaxend
Angstreductie
Slaapbevorderend

52
Q

Tolbutamine

A

Sulfonylureumderivaat
Tolbutamide, gliclazide, glimepiride
Deze middelen zorgen ervoor dat de alvleesklier insuline afgeeft
Let op bij nier en lever

53
Q

Tramadol

A

Opioïden (pijnstillend)
Bijwerkingen obstipatie, misselijk, duizelig, sedatie, droge mond)
Interacties: Betablokkers (teveel ondrukken van zenuwstelsel, benzodiazepines te veel sedatie, alcohol (versterkt), anti depressiva, Vit K antagonisten.

54
Q

Xarelto

A

DOAC
Interacties NSAID en andere anticoagulantia (dubbel op/ te veel)

55
Q

Zofran

A

(Ondansetron). Anti-emetica