Sr 2 Flashcards

1
Q

Opzet vereiste

A

willen en weten van iets
Aanmerkelijke kans
- Is afhankelijk van de omstandigheden van het geval + aard van de gedraging en omstandigheden waaronder deze is verricht Slaan met pistool
- ‘aanmerkelijke kans’ = reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid + de geenszins als denkbeeldig te verwaarlozen kans

Bewust: normaliteitssyllogisme
- Ieder normaal mens weet dat… + verdachte is normaal
- ervaringsregels/ feiten v algemene bekendheid: [iets dat iedereen al weet zal verdachte ook weten]

Aanvaarden: uiterlijke verschijningsvormen
- ‘Bepaalde gedragingen kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op een bepaald gevolg dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg heeft aanvaard’
- Algemene ervaringsregel: ieder normaal mens die deze gedraging verricht, is zich niet alleen bewust van …, maar aanvaardt ook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Eisen voor Verontschuldigbare feitelijke dwaling

A

Componenten

Feitelijk: Verdachte dwaalt omtrent de feiten (‘iets niet weet’)
* B.v. knecht wist niet dat melk was aangelengd

Normatief: dwaling is niet verwijtbaar, niet aan zijn schuld te wijten, is verontschuldigbaar (‘verschoonbaar’) – de dwaling moet niet verwijtbaar zijn
* Onderzoeksplicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eisen voor psychische stoornis

A
  1. Moet spraken zijn van een psychische stoornis?
  2. Oorzakelijk/ causaal verband tussen stoornis en begaan van feit?
    * Deskundige zal de rechter voorlichten of die stoornis van invloed op het begaan van het feit?
  3. Reden om feit vanwege de stoornis niet toe te rekenen?
    Ben je verwijtbaar in die toestand gekomen?
    - niet kon begrijpen dat dat feit wederrechtelijk was (cognitief gebrek) of
    niet in staat was in overeenstemming te handelen met zijn begrip van de wederrechtelijkheid van dat feit (volitief gebrek: niet vrij om wil te bepalen)
    - Kan wel toerekenbaar zijn – omdat het een normatieve vraag is
    B.v. culpa in causa – ben je verwijtbaar in die toestand gekomen?
    Als je niet verwijtbaar in die toestand bent gekomen ook al weet je niet wat je in die toestand zou doen
    (Het is niet vereist dat je het kon voorzien dat je deze strafbare feiten zou plegen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

psychische stoornis opzet wegneemt?

A

Arrest Tolbert
- Psychische stoornis neemt opzet weg ‘indien bij de verdachte ten tijde van zijn handelen ieder inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen zou hebben ontbroken’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

schuld eisen

A

Onvoorzichtig gedrag?
- Voorzienbaarheid: Kon en behoorde de dader het (onwenselijke) gevolg van zijn gedraging te voorzien?
JA indien een normaal mens het gevolg kon en behoorde te voorzien
JA indien een concreet gedragsvoorschrift (bijvoorbeeld een wettelijk voorschrift, maar dat hoeft niet)
- Was er (dus) ook de plicht om de gedraging achterwege te laten (wederrechtelijk)?
NEE indien met de gedraging een geoorloofd risico werd genomen
NEE indien er sprake was van een rechtvaardigingsgrond voor de gedraging

Aanmerkelijke mate?
- Is het onvoorzichtige gedrag van voldoende gewicht om ‘aanmerkelijk’ te kunnen worden genoemd?
Wat verwachten we van de normaal voorzichtige mens (en niet de meest voorzichtige mens)

Verwijtbaar?
- Kon van de dader worden gevergd dat hij anders handelde (e.e.a. ‘vermijdbaar’?)
NEE indien er sprake was van een schulduitsluitingsgrond
Verpleegsterarrest – strafuitsluitingsgrond = bewijsverweer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noodweer – rechtvaardiginggrond

A

De aanval
1. Aanranding van lijf, eerbaarheid, goed – van jezelf of een ander
2. Aanranding is ogenblikkelijk
- Overzichtsarrest: ‘Van een “ogenblikkelijke” aanranding = onmiddellijk dreigend gevaar voor een aanranding.’
Maar enkele vrees voor zo’n aanranding is daartoe echter niet voldoende.
- En aanranding is nog niet afgelopen
3. Aanranding is wederrechtelijk

De verdediging Overzichtsarrest
1. Verdediging is noodzakelijk (eis van subsidiariteit)
- Wanneer verdediging noodzakelijk?
Feitelijk onmogelijk om aan de aanranding te onttrekken (vluchten)
of
Onttrekking aan aanranding wel mogelijk, maar wordt niet gevergd arrest Boze buurman
2. De verdediging: Gegeven noodweersituatie: was begaan strafbaar feit geboden? (Proportionaliteit eis)
- Verdediging moeten niet tot een onredelijke verhouding staan tot de aanranding Overzichtsarrest
3. [Culpa in causa]
- Schuld aan dat er een aanranding is gekomen
- Wanneer staat culpa in causa (‘schuld aan de oorzaak’) bij de verdachte/aangerande aan noodweer(exces) in de weg?
- Hangt af van de omstandigheden:
o B.v. aanranding uitlokt Overzichtsarrest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noodweerexces – schulduitsluitingsgrond

A

Vereisten noodweerexces: Overschrijding grenzen noodzakelijke verdediging als gevolg van een hevige gemoedsbeweging
1. De aanval
- Aanranding van lijf, eerbaarheid, goed
- Aanranding is ogenblikkelijk?
- Aanranding is wederrechtelijk
2. De verdediging
- Verdediging is noodzakelijk (eis van subsidiariteit) of noodzakelijk zijn geweest
- De verdediging: Gegeven noodweersituatie: was begaan strafbaar feit geboden? (Proportionaliteit eis)
3. Dubbele causaliteit’:
- Aanranding veroorzaakt hevige gemoedsbeweging
Overzichtsarrest moet van doorslaggevend belang geweest zijn.
Andere factoren kunnen hebben bijgedragen aan het ontstaan van die hevige gemoedsbeweging
B.v. psychische stoornis maar mag niet doorslaggevend zijn
- Hevige gemoedsbeweging veroorzaakt overschrijding van de grenzen tot onmiddellijk gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Intensief exces

A

De aanval
- Aanranding van lijf, eerbaarheid, goed
- Aanranding is ogenblikkelijk
- Aanranding is wederrechtelijk
De verdediging
- Verdediging is noodzakelijk (eis van subsidiariteit)
- Maar niet proportioneel – te intensief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Extensief exces: 1e graad

A

De aanval
- Aanranding van lijf, eerbaarheid, goed
- Aanranding is ogenblikkelijk
- Aanranding is wederrechtelijk
De verdediging
- Verdediging is noodzakelijk (eis van subsidiariteit) of noodzakelijk zijn geweest
- Maar niet proportioneel – gaat te lang door

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Extensief exces: 2e graad (tardief exces):

A

De aanval
- Aanranding van lijf, eerbaarheid, goed
- Aanranding is niet ogenblikkelijk
- Aanranding is wederrechtelijk
De verdediging
- Verdediging is noodzakelijk (eis van subsidiariteit) of noodzakelijk zijn geweest
- Proportioneel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Poging algemene vereisten

A
  1. Misdrijf – moet gaan over iemand die een misdrijf wil plegen
  2. Voornemen – opzet om dat misdrijf te plegen
  3. Begin van uitvoering Cito-arrest
    - Naar hun uiterlijke verschijningsvorm moeten worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van het misdrijf
    uiterlijke verschijningsvorm’?
    o Niet alleen wat iedereen ter plekke kan zien, maar ook wat achteraf objectief komt vast te staan/ “wat zeggen die gedragingen als ik alles weet?” Arrest Videodozen
    - Wanneer ‘gedraging naar uiterlijke verschijningsvorm gericht op voltooiing van het misdrijf’?
     Soms biedt delictsomschrijving/ bestanddelen aanknopingspunt:
    - Hangt af van concrete omstandigheden van het geval Poging tot bevrijding
    * Belangrijke beoordelingsfactor is hoe dicht de vastgestelde gedragingen bij de voltooiing van het voorgenomen misdrijf lagen
    o tijd en/of plaats + hoe concreet deze daarop waren gericht (grote afstand in tijd/plaats kan gecompenseerd worden door concrete gerichtheid)
    o een samenstel van gedragingen, met inbegrip van die van eventuele deelnemers
     niet alleen naar verdachte gedraging kijken maar ook deelnemers b.v. stond klaar met auto
    o Aard van het misdrijf kan van belang zijn, maar niet noodzakelijk is dat al een bestanddeel van het misdrijf is vervuld.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ondeugdelijke poging

A

Relatief ondeugdelijk: winkella blijkt leeg te zijn = strafbare poging tot diefstal

Absoluut ondeugdelijk: beoogde slachtoffer blijkt al overleden vóór begin van uitvoering = straffeloze poging tot doodslag (of zware mishandeling of verkrachting)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vrijwillige terugtred art. 46b Sr

A

Terugtreden door omstandigheden deels afhankelijk, deels onafhankelijk van wil van verdachte
- Baby Eemskanaal – nat/ koud (onafhankelijk) maar enkele feit dat externe factoren een rol hebben gespeelt zegt niet dat er geen spraken zou kunnen zijn van vrijwillige terugtred
- Formule van Frank:
Vrijwillig terugtreden indien de dader dacht: ik kan wel verder, maar ik wil niet.
Niet vrijwillig terugtreden indien hij dacht: ik wil wel verder, maar ik kan niet.
- Maatstaf: Wat doet een ‘redelijk denkend misdadiger’

Vrijwillig terugtreden bij voltooide poging? Remkabel
- moet iets doen om de voltooiing te belemmeren. van belang dat de gedraging naar aard en tijdstip geschikt is om de voltooiing te belemmeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voorbereiding vereisten

A
  • Voorbereiding van misdrijf 8 jaar of meer
  • Voorbereidingsgedraging verrichten: verwerft, voorhanden heeft enz
  • Met voorbereidingsmiddel: voorwerpen (incl. geld, lid 5), stoffen, informatiedragers, enz.
  • Middel is bestemd tot begaan van misdrijf
    —een middel is bestemd tot het begaan van het misdrijf indien het naar zijn uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig kan zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik van dat middel voor ogen had’
    ——–‘voor het misdadige doel’ – criminele intentie kan toelichten of ‘onschuldig’ middel bestemd is tot begaan van misdrijf b.v. keukenmes
    —Begaan van misdrijf
    ——–2 interpretatiemethode in artikel
  • Functionele interpretatie – heeft een functie in het geheel tot het begaan tot het misdrijf
  • Temporele interpretatie – ten tijde van het begaan van het misdrijf
  • Opzettelijk
  • Relatief of absoluut ondeugdelijk?
  • Vrijwillige terugtred mogelijk, art. 46b Sr
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Functioneel daderschap natuurlijke persoon criteria

A
  • Wie is normadressaat?
  • Zo ja: hééft rechtspersoon het delict gepleegd?
    –Objectieve delictsgedraging verricht?
    —-IJzerdraadcriteria: kunnen beschikken over en aanvaarden van verboden gedraging [Beschikkingsbevoegdheid = Zeggenschap over plaatsvinden van verboden gedraging + Aanvaarden = Niet betrachten van de zorg die in redelijkheid van de verdachte kon worden gevergd met het oog op de voorkoming van de gedraging
    – Eventueel: subjectieve bestanddelen vervuld? – Opzettelijk [Functionele dader moet zélf opzet hebben]
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Functioneel daderschap rechtspersoon criteria

A
  • Wie is normadressaat?
  • Zo ja: hééft rechtspersoon het delict gepleegd?
    –Objectieve delictsgedraging verricht? Drijfmest-arrestcriteria
    — Kan de gedraging redelijk aan rechtspersoon worden toegerekend?
    Hangt af van omstandigheden van geval
    ‘Oriëntatiepunt’: gedraging verricht in sfeer van rechtspersoon?
    Daarvan kan sprake zijn bij een of meer omstandigheden:
    —-Persoon die gedraging heeft verricht is werkzaam t.b.v. rechtspersoon
    —-Gedraging past in normale bedrijfsvoering of taakuitoefening van rechtspersoon
    —-Gedraging is rechtspersoon dienstig (geprofiteerd)
    —-Ijzerdraadcriteria: beschikken en aanvaarden (zie hiervoor)

– Eventueel: subjectieve bestanddelen vervuld? – Opzettelijk
— Overzichtsarrest Hulpregels
Hoe ‘hoger’ binnen de rp het opzet bij natuurlijk persoon te vinden, hoe eerder toe te rekenen aan rp
Hoe meer vrijheid aan natuurlijk persoon (die opzet heeft) is gelaten om naar eigen inzicht taak te verrichten, hoe eerder toe te rekenen
of
Als je kijkt hoe de rechtspersoon functioneert/ het beleid van de rechtspersoon en blijkt dat die rechtspersoon totaal onverschillig of er strafbare feit worden gepleegd = voorwaardelijk opzet
Feitelijke gang van zaken, b.v.: binnen rechtspersoon worden systematisch delicten begaan en/of er is totaal gebrek aan toezicht binnen rechtspersoon

17
Q

Deelneming: Medeplegen

A
  • Strafbaar gronddelict (accessoriteit)
  • Deelnemingsgedraging:
    – Objectief: bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is/ substantiële bijdrage Overzichtsarrest
    [Voldoende nauwe en…]
    – Subjectief
    — Opzet op eigen deelnemingsgedraging (deelnemingsopzet)
    —- Medeplegen: …bewuste samenwerking Overzichtsarrest
    dit word beoordeelt op grond van de concrete omstandigheden van het geval
     Intensiteit van de samenwerking
     de onderlinge taakverdeling
     de rol in de voorbereiding
     de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte
     diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip
     niet distantiëren op zichzelf geen grote betekenis toekomt – gaat om dat de verdachte een wezenlijke bijdrage moet hebben geleverd aan het delict.
    [[Vlinderbom arrest – passief aanwezig zijn ≠ medepleger of Onvrijwillige taxirit arrest – passief aanwezig zijn = medepleger]]

Medeplegen zonder (fysieke) uitvoeringshandeling (hij had de fik niet gestart) Wormerveerse Brandstichting
–de samenwerking tussen de beide personen zó volledig en zó nauw is geweest
Medeplegen zelfs zonder ter plaatse aanwezig te zijn Containerdiefstal
–Geen uitvoeringshandeling, zelfs niet aanwezig, maar wel ‘organisator’/ hele plan verzonnen van diefstal

— Schuldvorm tav grondfeit
Hoofdlijn: opzet vereist op bestanddelen waar pleger ook opzet op moet hebben (met uitzonderingen)

17
Q

Uiteenlopend opzet: medepleger doet minder dan andere medepleger wil

A
  • Het meer impliceert het minder
    o B.v. opzet op zware mishandeling maar mishandeling is gepleegd = opzet ook op mishandeling
18
Q

Verschillend opzet medepleger en pleger: medepleger doet méér dan andere medepleger wil

A
  • Medepleger wordt alleen veroordeeld waarop hij opzet had
  • Het meer omvat het minder
    o B.v. opzet op diefstal maar diefstal met geweld is gepleegd = gronddelict diefstal met geweld omvat diefstal = medepleger strafbaar voor medeplegen van diefstal (en dan is de andere medepleger strafbaar voor medeplegen van diefstal en pleger van diefstal met geweld)
19
Q

Verschillend opzet medepleger en pleger: Medepleger doet iets anders dan andere medepleger wilden

A
  • Medepleger wordt alleen veroordeeld waarop hij opzet had
20
Q

Globaal/algemeen opzet

A

andere wijzen van vervulling van bestanddelen

21
Q

Deelnemingsgedraging: Doen plegen

A
  • Strafbaar gronddelict (accessoriteit) onmiddellijke dader/pleger is niet strafbaar ter zake van dit gronddelict [Maar Terp-arrest bereik van doen plegen verruimd dus nu niet strafbaarheid van onmiddellijke dader ook door kwaliteit waardoor ze het delict niet kunnen plegen]
  • Deelnemingsgedraging:
    o Objectief: ander aanzetten tot grondfeit (en evt zelf bestanddeel vervullen – b.v. kok die opzet op de dood had)
    o Subjectief:
     opzet op eigen deelnemingsgedraging: opzettelijk ander aanzetten
     schuldvorm tav grondfeit is dezelfde als voor plegen (want directe deelnemingsvorm); zie hierna
22
Q

Deelnemingsgedraging: Uitlokking

A
  • Strafbaar grondfeit (accessoriteit) [Bijzonder: Uitgelokte/pleger moet wél strafbaar zijn]
  • Deelnemingsgedraging:
    o Objectief: bij ander criminele wilsbesluit opwekken (psychische causaliteit) (uitlokking mogelijk als ander niet al vaste voornemen heeft tot plegen van bepaald delict) + door wettelijk uitlokkingsmiddel – giften, beloften, misbruik van gezag, inlichtingen
    o Subjectief:
    –Opzet op eigen deelnemingsgedraging: opzettelijk ander aanzetten
    –Schuldverband tav grondfeit:
    -Voor pleger geobjectiveerde, strafverzwarende gevolgen = voor uitlokker ook Art. 47 lid 2 Sr (benevens hun gevolgen)
  • Bij overtredingen geldt wél regel: opzet op alle bestanddelen
23
Q

Uiteenlopend opzet: Uitgelokte pleger doet minder dan uitlokker wil

A

o Het meer impliceert het minder
B.v. opzet op zware mishandeling maar mishandeling is gepleegd = opzet ook op mishandeling

24
Q

Verschillend opzet uitlokker en pleger: uitgelokte pleger doet méér dan uitlokker wil

A

o Uitlokker wordt alleen veroordeeld waarop hij opzet had
o Het meer omvat het minder
 B.v. opzet op diefstal maar diefstal met geweld is gepleegd = gronddelict diefstal met geweld omvat diefstal = uitlokker strafbaar voor uitlokking van diefstal

25
Q

Verschillend opzet uitlokker en pleger: Uitgelokte pleger doet iets anders dan uitlokker wilde

A
  • Art. 47 lid 2 Sr: Ten aanzien van de laatsten [= uitlokkers] komen alleen die handelingen in aanmerking die zij opzettelijk hebben uitgelokt, benevens hun gevolgen + Psychische causaliteit: heeft uitlokker criminele wilsbesluit opwekt?
    o Uitlokker wordt alleen veroordeeld waarop hij opzet had + als uitgelokte pleger iets anders doet dan mogelijk ontbreekt psychische causaliteit (objectief) vereiste
26
Q

Deelnemingsgedraging: Medeplichtigheid

A
  • Strafbaar grondfeit (accessoriteit) [Bijzonderheid: misdrijf]
  • Deelnemingsgedraging:
    Objectief: grondfeit bevorderen of vergemakkelijken
    Subjectief:
  • opzettelijk bevorderen of vergemakkelijken
  • schuldverband tav grondfeit:
    Voor pleger geobjectiveerde, strafverzwarende gevolgen = voor medeplichtige ook (Art. 49 lid 4 Sr ‘benevens hun gevolgen’)
27
Q

Uiteenlopend opzet pleger en medeplichtige: pleger doet minder dan medeplichtige wil

A
  • Het meer impliceert het minder
28
Q

Uiteenlopend opzet pleger en medeplichtige: pleger doet méér dan medeplichtige wil

A
  • ‘Medeplichtigheid en opzet’ indien het opzet van de medeplichtige slechts was gericht op een deel daarvan
    o Je kan medeplichtig zijn voor een delict als je opzet was gericht op een deel van het grondfeit
    o Medeplichtige bij de bewezenverklaring en de kwalificatie (1ste en 2de materiele vraag) wordt uitgegaan van het gronddelict dat gepleegd is + bepalen van de straf (4de materiele vraag) dan wordt uitgegaan van het misdrijf waar de verdachte wel opzet op had = bepalend voor straf max
29
Q

Uiteenlopend opzet pleger en medeplichtige: pleger doet iets anders dan medeplichtige wil

A
  • ‘Medeplichtigheid en opzet’ het misdrijf waarop het opzet van de medeplichtige wel was gericht, voldoende verband moet houden met het gronddelict
    o Je kan medeplichtig zijn voor een delict waar je opzet is niet gericht maar dan moet het delict waarop jou opzet wel is gericht voldoende verband moet houden met het gronddelict
30
Q

Medeplichtigheid door nalaten; passieve medeplichtigheid

A

Medeplichtigheid door nalaten indien rechtsplicht tot handelen:
o Wettelijke zorgplicht van ouders t.o.v. kind (Burgerlijk Wetboek): Moeder is medeplichtige (gelegenheid verschaffen) aan mishandeling
o Contractuele plicht in te grijpen: bewaker is medeplichtig aan diefstal (behulpzaam zijn bij)
o Door ‘omstandigheden van geval’
o Wetenschap dat misdrijf zal worden begaan schept rechtsplicht tot handelen (Art. 136 lid 1 Sr)

31
Q

Deelneming aan kwaliteitsdelicten

A

Uitlokking en medeplichtigheid: pleger moet over vereiste kwaliteit beschikken
B.v.
 niet-ambtenaar kan ambtenaar uitlokken tot ambtsdelict
 ambtenaar kan niet-ambtenaar niet uitlokken tot ambtsdelict

Doen plegen en medeplegen: doen pleger of pleger en medeplegen of medeplegen moet over vereiste kwaliteit beschikken
o B.v.
 ambtenaar kan niet-ambtenaar ambtsdelict doen plegen
 niet-ambtenaar kan ambtenaar ambtsdelict doen plegen

32
Q

Leidinggeven aan strafbaar feit begaan door rechtspersoon

A

Strafbaar grondfeit (accessoriteit)
Bijzonderheid: strafbare grondfeit begaan door rechtspersoon (plegen of deelnemen door rp)

‘Deelnemingsgedraging’
- Objectief: bijdrage aan totstandkoming strafbare grondfeit, nl. door feitelijke leidinggeven aan feit
o Overzichtsarrest
 Actieve betrokkenheid bij strafbare feit
 Passieve betrokkenheid
* Nalaten maatregelen te nemen – door niet te voorkomen van strafbare feiten die worden begaan door de rechtspersoon
o als “verdachte die bevoegd en redelijkerwijs gehouden is maatregelen te treffen ter voorkoming of beëindiging van verboden gedragingen en die zulke maatregelen achterwege laat.”

  • Subjectief:
    o Opzet op feitelijke leidinggeven

o Schuldvorm tav grondfeit
B.v. opzet (voorwaardelijk opzet) op het strafbare feit dat de rechtspersoon begaat
 Overzichtsarrest
* Ondergrens = voorwaardelijk opzet [bewust de aanmerkelijke kans aanvaarden]
o Bewijs van het voorwaardelijk opzet:
 Als FLG wist dat rechtspersoon andere strafbare feiten heeft begaan dan heeft FLG opzet op deze strafbare feit omdat FLG destijds niks gedaan om het te voorkomen
—–opzetvereiste geldt ook bij overtredingen (zoals ook bij uitlokking): rechtsperoon als dader hoeft geen opzet op bestanddelen te hebben, FLG wel

32
Q

art. 46a Sr poging tot uitlokking

A

gedragingen die er niet toe leiden dat het tot een begin van uitvoering komt van het misdrijf waarop die gedragingen waren gericht’
- voorbereiding valt onder dit

33
Q

Vrijwillig terugtreden en deelneming

A
  • Vrijwillig terugtreden en deelneming
     Voor medeplegers geld dat je zelf als medepleger hand zou moeten gehad in het vrijwillig terugtreden wil je vrij uitgaan
     Dit is anders voor medeplichtige en uitlokker vrijwillig terugtreden werkt door aan de medeplichtige en uitlokker = niet strafbaar voor uitlokking van de poging of medeplichtigheid van de poging
34
Q

vrijwillig terugtreden door poger ex art. 46a Sr

A

Als uitlokker vrijwillig ervoor zorgt dat uitgelokte niet tot een begin van uitvoering komt (dus niet tot poging ex art. 45 Sr) = uitlokker niet strafbaar wegens vrijwillig terugtreden art. 46bSr