Spreken - les 1 Flashcards
Vertaal het Nederlands naar het Mandarijn
acht
bā
八
advocaat
lǜshī
律师
Amerika
měiguó
美国
baas, meester, meneer, mevrouw
shīfu
师傅
België
bǐlìshí
比利时
China
zhōngguó
中国
Chinees
zhōng wén
中文
dag, nummer
hào
号
dag, zon
rì
日
dat
nà, nèi
那
deze, dit
zhè, zhèi
这
doen
zuò
做
dokter
yīshēng
医生
drie
sān
三
Duitsland
déguó
德国
één
yī
一
Engeland
yīngguó
英国
fout, slecht
cuò
错
Frankrijk
fǎguó
法国
goed
hǎo
好
groot, dik
dà
大
hallo
nǐ hǎo
你好
hallo, hé
wéi/wèi
喂
hebben
yǒu
有
heel, erg
hěn
很
het maakt niet uit, het geeft niet
méi guānxi
没关系
heten (familienaam)
xìng
姓
hij
tā
他
hoe
zěnmeyàng
怎么样
hoe gaat het?
nǐ hǎo ma
你好吗
hoe gaat het?
zěnmeyàng?
怎么样?
hoeveel?
jǐ?
几?
ik
wǒ
我
jaar
nián
年
Japan
rìběn
日本
jij
nǐ
你
juist, correct
duì
对
klein
xiǎo
小
leerkracht
lǎoshī
老师
leren
xué
学
maand
yuè
月
mens, persoon
rén
人
mevrouw
nǚshì
女士
Nederland
hélán
荷兰
negen
jiǔ
九
niet, geen
bù
不
noemen, heten
jiào
叫
nou, dan, in dat geval
nà
那
nummer
hào
号
oud
lǎo
老
paard
mǎ
马
Peking
běijīng
北京
“richt aandacht en markeert relevantie”
(partikel)
ne
呢
roepen
jiào
叫
sorry, neem me niet kwalijk
duìbuqǐ
对不起
student
xuéshēng
学生
taal, cultuur
wén
文
tien
shí
十
tot ziens
zàijiàn
再见
twee
èr
二
u
nín
您
vandaag
jīntiān
今天
verjaardag
shēngrì
生日
vier
sì
四
vijf
wǔ
五
“vraagpartikel”
ma
吗
Wanneer is je verjaardag?
nǐ de shēngrì jǐ yuè jǐ hào?
你的生日几月几号?
Wat doe je voor werk?
nǐ zuò shénme gōngzuò?
你做什么工作?
Wat is hun beroep?
tāmen shì zuò shénme de?
他们是做什么的?
week
xīngqī
星期
welk, welke
nǎ, něi
哪
Welke dag is het vandaag?
Wat is de datum vandaag?
jīntiān (jǐ yuè) jǐ hào?
今天(几月)几号?
Welke dag van de week is het?
jīntiān xīngqī jǐ?
今天星期几?
Welke nationaliteit heb jij?
nǐ shì nǎ guó rén?
你是哪国人?
werk, job
gōngzuò
工作
wie
shéi
谁
zes
liù
六
zeven
qī
七
zij
tā
她
zij (mv.)
tāmen
他们 (m.), 她们 (v.)
zijn
shì
是
zondag
xīngqītiān/xīngqīrì
星期天/星期日