Spraakaudiometrie Flashcards

1
Q

SRT

A

Speech recognition threshold = speech reception threshold = spraakverstaanbaarheidsdrempel = 50% spraakverstaan drempel = geluidssterkte waarbij persoon 50% VERSTAAT
=> woord-SRT of zins-SRT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

SDT

A

Speech detection threshold = speech awareness threshold (SAT) = spraakdetectiedrempel = geluidssterkte waarbij persoon 50% HOORT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ICA

A

Indice de Capacité Auditive = gemiddelde spraakverstaanbaarheidspercentage voor stille, normale en luide spraak = gemiddelde score op 40 dB SPL, 55 dB SPL, 70 dB SPL
=> vooral gebruikt in wereld van hoorapparaten: bepaling van hoorwinst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

roll-over

A

Zeer sterke regressie, de curve buigt terug bij toenemende geluidssterkte => spraakverstaanbaarheid bereikt piek, wordt daarna weer SLECHTER wanneer de intensiteit blijft stijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

PI-functie

A

Doel: bepalen hoe goed iemand spraak verstaat in functie van geluidssterkte = spraakaudiogram

Start: PTA + 20-30 dB => test: eerst steeds +10 dB tot 100%, daarna nog 2-3 keer +10 dB (recruitment nagaan), daarna -10 dB (50% drempel zoeken)
Score: foneemscore – lettergreepscore – woordscore

Grafiek: score in procenten op y-as, intensiteit in dB op x-as -> dB SPL onderaan, dB HL in het midden!

Normcurve: voor elke lijst anders, S-vormig, = score van normaalhorenden voor bepaalde lijst
=> 0 dB HL = 25 dB SPL voor monosyllabische lijsten, 0 dB = 15 dB SPL voor zinnen!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Brugse lijsten

A

Telkens 17 woorden van 3 fonemen => 51 fonemen per lijst (FONEEMSCORE)
Correct foneem = 2% (let op: 26-78%: min 1, >78%: min 2 => geen score boven 100% krijgen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

NVA-lijsten

A
1 aanloopwoord (telt niet mee in scoring) + 11 testwoorden van 3 fonemen => 33 fonemen per lijst 
Correct foneem = 3& (score > 50%: plus 1)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

BLU-lijsten

A

Spondeewoordenlijst: tweelettergrepige woorden, waarvan lettergrepen NIET gelijkend zijn en waarbij op geen van beide lettergrepen de klemtoon ligt (bv voordeur, fietspomp, …)

Woordscore of lettergreepscore: 10 woorden per lijst -> vanaf dat 1 klank fout is, wordt hele lettergreep/woord fout gerekend (woord = 10%, lettergreep = 5%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zinnen van Plomp en Mimpen

A

Lijst met 13 zinnen -> steeds 3-5 woorden van zin correct herhalen!

Start: zin aanbieden op ± 30 dB, deze zin blijven herhalen met intensiteit steeds + 2 dB totdat alle vetgedrukte woorden (keywords) correct herhaald zijn! => dit is startintensiteit (vanaf hier pas meten), vanaf nu alle zinnen slechts 1 keer aanbieden! => als alle keywords correct herhaald werden: -2 dB, als niet alle keywords correct: +2 dB

Alle zinnen afnemen (13): zins-SRT is gemiddelde van alle gebruikte intensiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

fonetisch gebalanceerde lijsten

A

= PB-lijsten, phonetically balanced lists -> elke klank in lijst en in dagelijkse spraak heeft dezelfde relatieve frequentie van voorkomen -> spraakstimuli lijken qua fonetische samenstelling op dagelijkse spraak => doel: uitslagen zeggen meer over impact GV op alledaagse situaties

Voorbeeld: Brugse lijsten, zinnen van Plomp en Mimpen (let op: nadeel van zinnen is leereffect)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

foneemscore bij spraakaudiometrie

A

Manier om PI-functie te bepalen, wordt vooral gebruikt als men meer informatie wil over supraliminaire spraakklankdiscriminatie => per correct foneem wordt puntenaantal toegekend

Voorbeeld: Brugse lijsten, NVA-lijsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

woordscore bij spraakaudiometrie

A

Manier om PI-functie te bepalen, wordt gebruikt als men algemene spraakcurve wil bekomen => per correct woord wordt puntenaantal toegekend

Voorbeeld: BLU-lijsten (10 woorden per lijst => 10% per correct woord)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

lettergreepscore bij spraakaudiometrie

A

Manier om PI-functie te bepalen, wordt gebruikt als men algemene spraakcurve wil bekomen => per correcte lettergreep wordt puntenaantal toegekend

Voorbeeld: BLU-lijsten (10 woorden per lijst met 2 lettergrepen=> 5% per correcte lettergreep)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

passieve spraakaudiometrie

A

Wordt vooral gebruikt bij kinderen tussen 2 en 4 jaar, kindje hoeft woord niet uit te spreken, maar duidt de juiste afbeelding aan uit een set van 4 opties => alle woorden behoren tot woordenschat jonge kinderen

Let op: woordbeeldtests -> foto aanduiden, woordobjecttests -> voorwerp aanduiden

Voorbeeld: Göttingerlijst, Sap-test (beeld), PAS-test (object)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

actieve spraakaudiometrie

A

Bij kinderen vanaf 4 jaar en volwassenen: persoon zegt woord zelf na

Voorbeeld: BLU-lijst, NVA-lijst => let op: voor kinderen is er de NVA-kinderlijst (andere woordenschat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly