Spijsvertering Flashcards

1
Q

Honden hebben een relatief korter spijsverteringskanaal vergeleken met mensen.

A

Waar

Bij mensen is het spijsverteringskanaal ongeveer 10 tot 12% van het totale lichaamsgewicht. Bij grote honden is dit slechts 2,7% en bij kleine honden 7%.
Het is daarom van groot belang dat de hond voeding op maat krijgt welke hij goed kan verteren. Grote honden hebben een korter spijsverteringskanaal in verhouding tot middelgrote en kleine honden. Hierdoor kunnen grote honden vaker last van diarree hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Duid aan

Colon of dikke darm
Blaas
Kronkeldarm
Milt
Endeldarm
Nuchtere darm
Twaalfvingerige darm
Maag
Lever
Middenrif

A

a. Middenrif
b. Lever
c. Maag
d. Duodenum of twaalfvingerige darm
e. Jejunum of nuchtere darm
f. Milt
g. Ileum of kronkeldarm
h. Colon of dikke darm
i. Blaas
j. Rectum of endeldarm

De dunne darm bestaat uit 3 delen. Eerst passeert het voedsel het duodenum, vervolgens het jejunum en dan het ileum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Duid aan

Ileum
Caecem of blinde darm
Opstijgend deel colon
Buikwand
Zaadleider
Blaas
Lever
Ribbenboog
Maag
Milt
Afdalend deel colon
Opstijgend deel duodenum
Dwars deel duodenum
Jejunum
Dwars deel colon
Pancreas of alvleesklier
Afdalend deel duodenum

A
  1. Lever
  2. Ribbenboog
  3. Maag
  4. Milt
  5. Afdalend deel colon
  6. Opstijgend deel duodenum
  7. Buikwand
  8. Zaadleider
  9. Blaas
  10. Dwars deel duodenum
  11. Jejunum
  12. Ileum
  13. Caecem of blinde darm
  14. Opstijgend deel colon
  15. Dwars deel colon
  16. Pancreas of alvleesklier
  17. Afdalend deel duodenum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gastro interstinaal stelsel

Wat doet dit?
Geef de delen

A

et is een lange buis waarlangs het voedsel migreert.
BEGIN = mond
EINDE = anus

Het spijsverteringsstelsel is gericht op het vereenvoudigen van de voeding (eigenlijke vertering in suikers, vetten en eiwitten) en de absorptie van deze voedingsstoffen

Mond + pharynx (of keel)
2. Slokdarm + maag
3. Dunne darm
4. Dikke darm + rectum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef 4 spijsverteringsklieren

A

Speekselklieren
Lever
Pancreas
maagsapklieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gastro intestinaal stelsel

Wat zijn de organen

A
  1. mond
  2. speekselklier
  3. pharynx
  4. oesofagus of slokdarm
  5. maag
  6. lever
  7. duodenum
  8. pancreas
  9. jejunum
  10. ileum
  11. caecum
  12. colon
  13. rectum
  14. anus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gastro intestinaal stelsel

Wat is verteren?

A

Verteren is het afbreken van voedsel in kleinere deeltjes zodat ze opgenomen kunnen worden in het bloed en zo vervoerd worden naar de cellen in ons lichaam.

Voeding kan onderverdeeld worden in 2 grote groepen:

BOUWSTOFFEN
bouwstenen voor cellen om te groeien en herstellen
BRANDSTOF
stof die voor energie zorgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gastro intestinaal stelsel

Geef 3 soorten vertering

A

MECHANISCH

Mechanische vertering gebeurt met behulp van het gebit en de knedende bewegingen van het spijsverteringsstelsel.

ENZYMATISCH

Enzymatische vertering gebeurt door middel van enzymen. Dit zijn stofjes die chemische omzettingen in het lichaam doen versnellen zonder zelf gebruikt te worden.

FERMENTATIEF OF MICROBIEEL

= Vertering van plantaardig materiaal door bacteriën en andere micro-organismen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

MOND + KEEL

Welke soort tanden heeft een hond

A

Snijtanden (incisors): scheuren
Hoektanden (canine): vast houden
Premolaren: vasthouden en knippen
Molaren: verkleinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

MOND + KEEL

UIt wat bestaat een tand

A

tandkroon
tandhals
tandwortel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

MOND + KEEL

Tandvlees
Bot
Wortelvlies
Cement
Wortelkanaal
Glazuur
Tandbeen

A
  1. Wortelkanaal
  2. Tandbeen
  3. Glazuur
  4. Tandvlees
  5. Cement
  6. Bot
  7. Wortelvlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

MOND + KEEL

Wanneer wisselen honden van tanden?

A

TANDEN ERUPTIE WISSELEN OF DOORBRAAK
snijtanden 3-4 weken 3-5 maanden
hoektanden 3-5 weken 5-6 maanden
premolaren 4-12 weken 4-6 maanden
molaren nvt 4-6 maanden

Een pup komt dus zonder tanden ter wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

SLOKDARM + MAAG

Wat is peristaliek

A

Een knijpende beweging van een buisvormig orgaan, zodat voedsel zich kan voortbewegen doorheen gans het maag-darmstelsel door slokdarmspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

SLOKDARM + MAAG

Welke functies heeft de maag

A

MECHANISCHE VERTERING
= kneden en mengen van voedsel en controle hebben over het doorschuiven naar het duodenum
BACTERIËN DODEN
Het maagzuur zorgt voor een zuur milieu.
ENZYMATISCHE/CHEMISCHE VERTERING
= vertering door middel van enzymen (stofjes die chemische omzettingen in het lichaam doen versnellen zonder zelf gebruikt te worden)
De cellen in de maagwand produceren verschillende stoffen, die samen het maagsap vormen.

  • Pepsine is een enzyme dat eiwitmoleculen splitst, zodat ze geschikt zijn voor opname door de darmwand.
  • Lipase is een enzyme dat nodig is voor de vertering van vetten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

SLOKDARM + MAAG

Welke sluitspieren heeft de maag

A

Cardia = ingang

Deze sluitspier zorgt ervoor dat het voedsel niet naar de slokdarm terugkeert.

Pylorus = uitgang

Deze sluitspier zorgt ervoor dat er regelmatige passage is van kleine hoeveelheden voedsel van de maag naar de twaalfvingerige darm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

DUNNE DARM (en lever en pancreas)

Wat doet de duodenum en hoe heet die nog?

A

Hier wordt slijm geproduceerd om de darmwand te beschermen en het voedsel makkelijker te doen passeren. Twaaalfvingerige darm.

17
Q

DUNNE DARM (en lever en pancreas)

Welk enzyme verteert wat?
lipase
trypsine
amylase

A

vetten
eiwitten
koolhydraten

18
Q

DUNNE DARM (en lever en pancreas)

Wat doet de Jejunum en hoe heet die nog?

A

Als er voedsel in de dunne darm aanwezig is, zorgen kleine peristaltische bewegingen ervoor dat het voedsel gemengd wordt met de spijsverteringssappen.
Het voedsel wordt heel langzaam heen en weer bewogen, goed gekneed en langzaam richting de dikke darm geschoven.

Voedingstoffen opnemen en aan het bloed geven. Nuchtere darm

19
Q

DUNNE DARM (en lever en pancreas)

Wat doet de Ileum en hoe heet die nog?

A

Ook door de wand van het ileaum (of kronkeldarm) worden de voedingsstoffen opgenomen in het bloed en van daaruit via de lever en het hart verspreid over het ganse lichaam.

20
Q

DUNNE DARM (en lever en pancreas)

Hoe zorgt onze dunne darm ervoor om de oppervlakte zo groot mogelijk te maken?

A

Door darmplooien. en op die plooien, hebben we darmvlokken.

21
Q

DUNNE DARM (en lever en pancreas)

Wat doet de leverl?

A

Ontgifting, giftige stoffen omzetten in minder schadelijke metabolieten (medicijnen)
Productie van gal, vooral vertering van vetten
Eiwitproductie oa voor bloedstolling: aanmaak fibrinogen en bloedstollingsfactoren
Afbraak van kleurstof van rode bloedcellen (hemoglobine) tot billirubine
Opslaan van glucose (suiker) als glycogeen
onder invloed van insuline

22
Q

DUNNE DARM (en lever en pancreas)

Pancreas - functies

A

Exocriene functie: afvoer van stoffen: Verteringsenzymes produceren. Pancreassap bevat ook stoffen (bicarbonaten) die de, door de maag verzuurde, darminhoud neutraliseren.
Endocriene functie: afgifte van stoffen naar andere organen: Insuline produceren voor de regulatie van het bloedsuikergehalte, waarbij de lever een groot deel van deze opslagcapaciteit omvat.

23
Q

DIKKE DARM

Wat is de functie van de dikke darm

A

Al het voedsel wat niet verteerd en opgenomen wordt (zoals bijvoorbeeld vezels), komt in de dikke darm terecht en wordt van daaruit afgevoerd.

Ook hier zorgt de peristaltiek ervoor dat de brij getransporteerd wordt.

Uit het aangeleverde afval van de dunne darm haalt hij de laatste bruikbare producten voor het lichaam. Dat zijn bijvoorbeeld vocht en mineralen, maar ook galzouten.

24
Q

DIKKE DARM

Wat is de Darmflora

A

In de darmen zijn verschillende soorten bacteriën actief.

De onverteerde voedselresten worden in de dikke darm verwerkt door de vele bacteriën die zich hier bevinden. Bij dit proces worden er niet alleen gassen, maar ook korte-keten-vetzuren geproduceerd.

Darmflora = uiterst gevoelig voor wijzigingen in de kwaliteit van de voeding
De hond kan dus niet dagelijks van voer veranderen, omdat dan het risico bestaat dat de darmflora in de war geraakt met diarree tot gevolg.

25
Q

DIKKE DARM

Wat is de functie van de endeldarm?

A

De stoelgang wordt verzameld in de endeldarm of rectum. Dit is het laatste stukje van het verteringsstelsel.
Hier wordt de ontlasting gevormd en opgeslagen.

26
Q

Geef een andere naam voor Kronkeldarm

27
Q

Geef een andere naam voor Jejunum

A

Nuchtere darm

28
Q

Het speeksel van de hond verschilt van dat van de mens. Het bevat namelijk geen amylase. Welke voedingsstoffen worden er door de amylase reeds in de mond verteerd bij de mens, maar niet bij de hond?

A

Koolhydraten

29
Q

Hoe noemt men de knijpende beweging van een buisvormig orgaan die ervoor zorgt dat het voedsel vooruitkomt in het maag-darmstelsel?

A

peristaltiek

30
Q

Welke sluitspieren zorgen ervoor dat voedsel vanuit de maag niet ongecontroleerd naar de slokdarm of dunne darm vloeit?

A

Cardia
Pylorus