Sondevoeding Flashcards

1
Q

Word sondevoeding gezien als een voorbehouden handeling ?

A

Sondevoeding word volgens de wet BIG niet gezien als een voorbehouden handeling. Maar wel als een risicovolle handeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is sondevoeding?

A

Sondevoeding is een vloeibare voeding die via een flexibel slangetje (een sonde), in de maag of darm word toegediend.

Het bevat alle voedingstoffen die dagenlijks nodig zijn zoals koolhydragten, eiwitten vetten, vitamines , mineralen en water.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn Polymere voedingstoffen

A

Polymere voedingstoffen bevatten eiwit vet en koolhydraten in groot moleculaire vorm . normale vertering en absorptie. Komt overeen met gewone voeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is Oligomere Sondevoeding.

A

Oligomere Sondevoeding bevatten eiwit vet en koolhydraten in klein moleculaire vorm. Deze voeding word gegeven wanneer de vertering en en of de absorpie ernstig is verstoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke redenen zijn er om Sondevoeding te geven.

Noem er vier

A
  • Kauw en slikproblemen
  • Aandoeningen van de mond keelholte of slokdarm
  • Bewusteloosheid
  • Verzwakking waardoor zelfstandig eten onmogelijk is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer mag er geen Sondevoeding worden gegeven. Noem drie redenen

A
  • Wanneer de zorgvrager een darmobstructie (ileus) heeft
  • Bij een niet of onvoldoende functioneren maag-Darmkanaal
  • Bij een zorgvrager met een buikvlies ontsteking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het inbrengen van een een neus maagsonde

Wat breng je in?

A

Voedingssonde en toedieningssysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe word de diameter van een voedingssonde uitgedrukt

A

Charriere of French

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uit welke drie materialen kan een Neus maagsonde bestaan.

A

Polyvinylchloride (PVC)
Polyvinylchloride is een stug materiaal. Voor een PVC
-
sonde is het materiaal soepel gemaakt
door er een weekmaker aan t
oe te voegen. Maagzuur is van invloed op deze weekmakende
stof. In 7 tot 10 dagen lost deze stof op in het maagzuur. De PVC
-
sonde wordt dan hard, wat
kan leiden tot perforatie van het maagslijmvlies.
Een PVC
-
sonde is daarom alleen geschikt voor kortdurend
en/of eenmalig gebruik. Voor
langdurig gebruik is de PVC
-
sonde niet geschikt. Een PVC
-
sonde wordt (meestal) zonder
voerdraad ingebracht.

Poly
-
Urethaan (PUR)
Poly
-
Urethaan (PUR) is een soepel en glad materiaal en het is erg sterk. Het maagzuur heeft
hier g
een invloed op. Het toevoegen van een weekmaker is niet nodig. PUR
-
sondes blijven in
ieder geval 6 maanden soepel.
Omdat het materiaal soepel is, wordt de PUR
-
sonde over het algemeen met een voerdraad
in gebracht.
Door de aard van het materiaal is de wand
van de sonde heel dun. De verhouding externe
diameter/interne diameter is optimaal.

Silicone
Silicone is een zeer soepel materiaal. Een silicone sonde kan niet zonder voerdraad
ingebracht worden. Silicone is een zwak materiaal. De wand van de sonde is in
vergelijking
met sondes van andere materialen vrij dik. Een silicone
n
sonde wordt over het algemeen
goed verdragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Naast het soort materiaal zijn verder
de volgende aspecten
van belang voor de keuze voor een
bepaalde sonde

A
Naast het soort materiaal zijn verder 
de volgende aspecten 
van belang voor de keuze voor een 
bepaalde sonde:

de lengte van de sonde;

de di
ameter van de sonde;

de uitstroomopeningen;

de aansluitmogelijkhede
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe word een voedingssonde via de neus of mond toegedient

A
De voedingssonde wordt via de neus of mond ingebracht in het spijsverteringskanaal (tractus 
digestivus). Het uiteinde van de voedingssonde wordt in de maag, 
de twaalfvingerige darm (
het 
eerste deel van de dunne darm: 
het duodenum
)
of 
de nuchtere darm (
middelste deel van de 
dunne darm: 
het jejunum
)
geplaatst, afhankelijk van de aandoening van de cliënt en/of het doel 
van de behandeling met sondevoeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
ndicaties en con
traï
ndicaties voor het inbrengen van neus
-
maagsonde
A
en neus
-
maagsonde kan ingebracht worden om:

sondevoeding of enterale voeding toe te dienen;

de maag te hevelen ter ontlasting van het spijsverteringskanaal na operatie of ileus;

de maag te hevelen in ve
rband met een maagbloeding;

de maag te spoelen na een overdosis of verkeerde inname van medicatie of toxische stoffen;

maaginhoud op te zuigen voor diagno
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
Contra
-
indicaties voor het inbrengen van een neus
-
maagsonde kunnen zijn
A

in
-
en uitwendige verg
roeiingen van keelholte, slokdarm, maag of omliggende organen
;

tumoren in de keelholte, slokdarm, maag of omliggende organen
;

post
-
operatieve fase van slokdarm
-
, maag
-
of hoofd
-
/hals chirurgie;

ernstige stollingsstoornissen
.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke aandachtspunten zijn er bij het inbrengen van een neus maag sonde.

A

bepalen van de juiste lengte van het in te brengen deel van de sonde;

wijze van inbrengen:
–
controle neusgaten
–
positie van het hoofd
–
nat maken van de sonde

fixatie van de ingebrachte sonde;

controle van de ligging v
an een (op)nieuw ingebrachte sonde;

controle van de ligging van de sonde bij elke handeling aan de sonde.
Naast bovengenoemde methodes blijft goede observatie na plaatsing en tijdens toediening van 
de voeding nodig.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bepalen van de juiste lengte van de so

nde

A
n de richtlijn van V&VN
2
worden twee methoden beschreven in volgorde van voorkeur:

Voorkeursmethode:
neem het uiteinde van de sonde en meet de lengte vanaf het puntje van de neuspunt via de 
oorlel naar het uiteinde van het borstbeen (NEX: nose
-
earlob
e
-
xyphoïd).
Lees vervolgens de daadwerkelijk in te brengen lengte van de neusmaagsonde af in de tabel 
(zie tabel Omrekentabel Volwassenen NEX)

Tweede methode:
neem de NEX: nose
-
earlobe
-
xyphoïd
Zie hiervoor hoofdstuk  NEX omrekentabel Volwassenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Controle n

eusgaten op doorgankelijkheid

A
aat de cliënt de neus snuiten;

Laat de cliënt wisselend door het linker
-
en rechterneusgat uitademen om het neusgat met de 
beste doorgankelijkheid te selecteren;

Controleer de doorgankelijkheid van de neus eventueel ook met e
en lampje.
17
Q

Positie van het hoofd bij het inbrengen van de maagsonde

A


Laat de cliënt het hoofd iets naar achteren buigen, zo wordt de maagsonde over de
neusbodem ingebracht. Houd als zorgverlener een hand tegen het voorhoofd van de cliënt.
Breng de sonde in
tot aan de keelholte.

Als de sonde in de keelholte ligt moet de cliënt het hoofd naar voren buigen. Het
strottenklepje sluit op deze manier de luchtpijp af.

Een natte sonde glijdt gemakkelijker naar binnen
3
. Soms verdient het gebruik van een
glijmiddel de
voorkeur. Alvorens de sonde in te brengen wordt deze met kraanwater
natgemaakt

18
Q

nstructie aan de cliënt bij opschuiven maagsonde

A
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige
handelingen
Sondevoeding
11
© 
Vilans
01
-
04
-
2015
Achtergrondinformatie
Inbrengen en controle ligging neus
-
maagsonde
\: 
2
(van 
3
)
Instructie aan de cliënt bij opschuiven maagsonde
Vraag de cliënt die bij bewustzijn is om slikbewegingen te maken en schuif de sonde bij elke 
slikbeweging een stukje op. Contr
oleer tussendoor of de sonde niet opkrult in de mondholte
19
Q

Fixeren van de sonde

A

Markeer de sonde altijd met een watervaste markeerstift (als er geen maatverdeling op de
sonde is aangebracht)
of met een stukje pleister
. Zo is gemakkelijk te zien of de sonde
is
verschoven.
Als de sonde is ingebracht, dient deze goed te worden gefixeerd. Verder moet bewegen van de
sonde zo veel mogelijk worden voorkomen.
Fixeer de maagsonde met een pleister op het voorhoofd of de wang. Gebruik eventueel een
speciaal fixatiep
leister voor sondes. En stuk hydrocolloïd kan de huid beschermen.
Fixeer de sonde op ongeveer 20

25 cm van de neus aan de kleding met een pleister of
veiligheidsspeld.
Controleer na de fixatie of de sonde niet verschuift bij slikken of draaibewegingen.

20
Q

Wat is een PEG-sonde?

A

een sonde met behulp van een endoscoop en een sneetje in de buikwand in de maag wordt geplaatst onder lokale verdoving

21
Q

Wanneer plaats je een PEG Sonde

A

Het plaatsen van een PEG-sonde indien langer dan vier tot zes weken met sondevoeding via een neusmaagsonde moet worden gevoed.

22
Q

Hoe verzorg je een PEG sonde

A

1
Pas handhygiëne toe.
2
Maak schoon werkveld en zet daarop de benodigdheden binnen handbereik.
3
Verwijder kleding zodanig dat de PEG-sonde zichtbaar en bereikbaar is.
4
Plaats met de watervaste viltstift een streepje op
de PEG-sonde ter hoogte van de externe fixatiedisk.
5
Haal de PEG-sonde uit de borging van de externe fixatiedisk.
6
Schuif de externe fixatiedisk ca. 5 cm omhoog.
7
Inspecteer de huid rond de stoma op irritatie, infectie en drukplekken.
8
Maak de huid rond de stoma schoon met het washandje of een gaasje en water.
9
Maak de onder- en bovenzijde van de externe fixati
edisk schoon met het washandje of gaasje en water.
10
Maak de stoma schoon met, onder de stromende kraan natgemaakte, wattenstokjes of gaasjes.
11
Droog de huid en de externe fixatiedisk goed met de handdoek of een gaasje.
12
Spuit de PEG-sonde door.
a
Zuig max 20 ml water uit de beker op met de 20 ml-spuit.
b
Plaats de 20 ml spuit op de voedingsconnector.
c
Spuit de PEG-sonde door.
d
Verwijder de 20 ml spuit en deponeer deze in de prullenbak.
13
Draai de PEG-sonde om zijn lengte-as (en dompel de
PEG-sonde minimaal 1 x per week een paar maal
heen en weer als een theezakje).
14
Schuif de externe fixatiedisk terug op de gemarkeerde plaats.
15
Plaats de PEG-sonde in de borging van de externe fixatiedisk.
16
Help de cliënt bij het weer in orde brengen van de kleding.
17
Ruim de materialen op.
18
Pas handhygiëne toe.
19
Noteer de handeling (moment van draaien en dompelen) en eventuele bevindingen

23
Q

Op welke manieren kun je Sondevoeding geven

A
  • met behulp van een injectiespuit
  • met behulp van een trechter
    met behulp van een speciaal toedieningssysteem met/zonder voedingspomp. Een toedieningssysteem verbindt de sonde met een fles of een plastic zak/pack sondevoeding. Het toedieningssysteem heeft een rolregelklem
24
Q

In welke hoeveelheden kun hoeveelheden kun je Sondevoeding geven

A
  • continu druppelend (normaal wordt ongeveer 250 ml om de 3 à 4 uur voorgeschreven. Dit is anderhalf tot twee liter per dag);
  • intermitterend met tussenpozen ;
  • per portie( bolus) worden toegediend.
25
Q

Welke aandachtspunten zijn er bij het geven van Sondevoeding

A

Controle van de sonde
Voordat er voeding gegeven wordt dient eerst controle van de ligging van de sonde plaats te vinden.
Hygiëne
- Sondevoeding is zeer gevoelig voor overgroei met bacteriën. Het is daarom van groot belang op de volgende punten te letten:
- houdbaarheidsdatum: let op de houdbaarheidsdatum van de sondevoeding
- een geopende fles niet langer dan 24 uur in de koelkast en niet langer dan 12 uur buiten de koelkast bewaren
- sondevoeding in packs van 1000 ml mag na opening maximaal 24 uur aanhangen
- zo mogelijk steriel bereide sondevoeding gebruiken (kant-en-klaar voeding is steriel)
- toedieningssysteem en pompset iedere 24 uur vernieuwen
- aseptisch werken
- sonde regelmatig doorspuiten (na iedere toediening of na iedere nieuwe fles met 25-50 ml water)

26
Q

Wat doet de voedingspomp van Sondevoeding

A

De voedingspomp is een hulpmiddel voor het gecontroleerd laten inlopen van de sondevoeding.
De hoeveelheid sondevoeding wordt hiermee per ml/minuut gedoseerd. Hierdoor is minder kans op verstopping.
Voor mobiele zorgvragers zijn draagmogelijkheden voor de voedingspomp ontwikkeld (rugzak).
Bij elke voedingspomp hoort een passend toedieningssysteem,

27
Q

Welke mondverzorging voer je uit bij Zondevoeding

A
  • Grotere kans op tandcariës en/ of ontsteking van de speekselklieren, tandvlees of mond-slijmvlies door een verminderde speekselsecretie. - Poets meerdere keren per dag de tanden en hou de mond vochtig door te spoelen met kraanwater - Bij zorgvragers die dit niet kunnen wordt de mondholte schoongemaakt met een met fysiologisch zout bevochtigd gaas.
28
Q

Welke Risicos op het gebied van mondverzorging loop je bij het krijgen van Sondevoeding.

A

Mondverzorging- Grotere kans op tandcariës en/ of ontsteking van de speekselklieren, tandvlees of mond-slijmvlies door een verminderde speekselsecretie. - Poets meerdere keren per dag de tanden en hou de mond vochtig door te spoelen met kraanwater - Bij zorgvragers die dit niet kunnen wordt de mondholte schoongemaakt met een met fysiologisch zout bevochtigd gaas

29
Q

Welke Sociale aspecten spelen er bij Sondevoeding

A

Eten en drinken
Elke dag terugkerend
Cultuur bepaald en bepaalde sociale omgeving.
sociale activiteit om bij voorkeur in gezelschap, genieten van de smaak, de geur en het uiterlijk van de voeding.
Sondevoeding proeft men niet en de kleur en geur geen rol.
Geven van portievoeding korter dan een gewone maaltijd en vervalt het maaltijd ritme als bij een gewone voeding.
Sondevoeding als maaltijd gebruiken.
Let op opdienen, rituelen( bidden en danken ) , servet gebruik, tijd nemend.

30
Q

Welke handelingswijze gebruik je bij het verwijderen van een neusmaagsonde

A
erkwijze
1
P
as 
handhygiëne toe
.
2
Leg de benodigdheden binnen handbereik.
3
Vraag de 
cliënt
een halfzittende houding aan te nemen.
4
Stop, indien aanwezig, de pomp 
en de toediening van de voeding en klem de voedingsslang af.
5
Leg 
de onderlegger 
op de borst van de 
cliënt
.
6
Verwijder de veiligheidsspeld waarmee de sonde bevestigd is aan de kleding.
7
Maak de pleister los waarmee de sonde aan de neus is bevestigd.
8
Geef de 
c
liënt
een papieren zakdoekje (om de neus te snuiten als de sonde is verwijderd).
9
Trek handschoenen aan.
10
Verwijder, indien aanwezig, de voedingsslang van de sonde. 
11
Knik de sonde dubbel of plaats een kocher op de sonde
.
12
Vraag de cliënt in te ademen en tijde
ns het verwijderen van de sonde de adem in te houden.
13
T
rek 
de sonde r
ustig uit de neus naar buiten.
14
Leg de sonde op
de onderlegger
.
15
Vraag de cliënt de neus te snuiten.
16
Controleer de neus op beschadigingen en verzorg deze indien aanwezig.
17
Ruim de materialen
op.
18
Trek de handschoenen uit.
19
Pas handhygiëne toe.
20
N
oteer de handeling en eventuele bevindingen