somatosensore systeem Flashcards

termen

1
Q

Bezenuwing van de huid

A

FA & SA vezels:
* FA1: eindigen in lichaampjes van Meissner
* FA2: eindigen in Pacini receptoren
* SA1: eindigen in Merkelse schijven
* SA2: eindigen in Ruffini receptoren

  1. FA en SA type 1 = oppervlakte van de huid (specifiek -> lage receptieve velden en hoge sensitiviteit)
  2. FA en SA type 2 = diep in de huid ( hoge receptieve velden, sensitiviteit neemt af)

(fast and slow adapting)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Bezenuwing van het lichaam

A
  • Dorsale wortel –> sensibele vezels
  • anterieure wortel –> motorische vezels

Axonen die info overdragen (dalende diameter):
* A-alfa = info skeletspiermechanoreceptoren
* A-beta = huidreceptoren
* A-delta = pijn en temperatuur
* c = pijn en temperatuur (niet gemyeliniseerd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bezenuwing aangezicht

A
  • nervus trigemius (n. V)
    1. oftalmische tak
    2. mandibulaire tak
    3. maxillaire tak
  • tanden,orale en nasale holte –> sensibele bezenuwing –> komt hersenen binnen halverwege de pons en eindigt in de sensibele trigeminale nucleus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dorsale kolom-mediale lemniscus pathway

A
  • info over fijne tast
    1. gevormd door dikke gemyeliniseerde vezels –> van ganglioncellen (1ste orde neuronen) –> rostaal opgestijgen en een synaps met een dorsale kern in caudale medulla
    2. nucleus gracilis en nucleus cuneatus in de medulla oblongata (2de orde neuronen) –> axonen steken de middellijn over en lopen verder in de mediale lemniscus (contralateraal)
    3. 3de orde neuronen in de VPL van de thalamus –> projectie naar somatosensore cortex
  • achterstrengen –> somatotopische organisatie
    1. mediaal = voet/been
    2. lateraal = arm/hand
  • Laterale inhibitie: inhiberen van signalen via tussenknopen met inhiberende interneuronen –> afname vuurfrequentie –> toename signaalcontrast tussen cellen verbonden met centrum van stimulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Thalamus

A

VPL:
* info uit lemniscus medialis
* pijn en warmte uit spinothalamicus tractus en trigeminale projecties
* FA, SA en proprioceptief
* inhibitoire GABA-erge interneuronen & input (van reticulaire kern thalamus)

VPM:
* info uit trigeminale zenuwvezels
* pijn en warmte uit spinothalamicus tractus en trigeminale projecties
* FA,SA en proprioceptief
* inhibitoire GABA-erge interneuronen & input (reticulaire kern thalamus)

VPI:
* info uit spinothalamische projecties
* nociceptoren (pijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Somatosensore cortex

A

Gebied 3b = primaire somatische sensorische cortex
1. ontvangt input van VP-kern
2. gevoelig aan somatosensorische stimuli
3. laesies verminderen somatische gevoel

Gebied 3a = gevoel lichaamshouding ipv plaats van aanraking

Gebied 1 en 2 = textuur, vorm en grootte –> astereognosie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

nociceptoren en primaire afferenten

A

==> vrijstelling K+, histamine, bradykinine, H+ en ATP

A-delta = lamina I, V, X
* 1ste pijn
* snelle conductie
* scherp en gelokaliseerd

c = lamina I, II
* 2de pijn
* dof en branden

Poorttheorie van pijn!
* niet-pijnlijke stimulus voor activatie Aa- en A-beta vezels –> via inhibitoire GABA-erge interneuronen de A-delta en C pijnsignalen onderdrukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Endogeen analgetisch systeem

A
  • controleert pijn en helpt deze tijdelijk onderdrukken
  • hersenstam met inhibitorische projecties naar de nociceptieve neuronen in hersenstam en ruggenmerg

Stamkernen:
* peri-aquaductale grijs
* locus coeruleus
* raphne kernen

Opioide mediatoren => neuropeptides (enkefalines, dynorfine en beta-endorfine):
1. antagonist: nalaxon
2. agonist: morfinomimetica
3. zuivere agonisten: codeïne, fentanyl, morfine, oxycodon en tilidine
4. partiële agonist: buprenorfine

Nier-opioide mediatoren:
1. serotonine
2. catecholamines
3. antidepressiva: tramadol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Transductie in somatosensore systeem

A
  • mechanotransductie = Piezo2-gen
  • thermische transductie = eiwit van de TRP familie

Bij pijnlijke lokale stimulus:
* vrijstelling substantie P en CGRP
* gevolg: overactiviteit nociceptoren –> allodynie en hyperalgesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly