neurotransmitters Flashcards
patho 1
1
Q
acetylcholine (small molecule NT)
A
- PZS
- Alzheimer –> afsterven cholinerge celgroepen
- rol in geheugen
- synthese; acetyl co-enzym a + choline (door choline-acetyltransferase)
- beëindigd door acetylcholinesterase –> hydrolyse acetylcholine in acetaat en choline
2
Q
aminozuren (small molecule NT)
A
a) Glutamaat:
- excitatoire nt in CZS
- neurotoxisch
- transport via VGLUT’s
b) GABA:
- inhibitoirische nt in CZS
- uit glutamaat + glutamaat decarboxylase
- vb: GABA-erge striatale neuronen en purkinje cellen
c) Glycine:
- ruggenmerg, lage hersenstam, retina en cerebellum
- 50% inhibitoire neuronen
- cotransmitter
- binden op NMDA-receptore –> openen ion-kanalen
3
Q
purines
A
- ATP als co-transmitter
- moduleren van effecten noadrenaline, serotonine, glutamaat, dopamine en GABA
-astrocyten –> vrijstellen ATP
4
Q
A