Sociaal leren Flashcards

1
Q

Sociaal leren

A

Bandura

Door imitatie nieuwe gedragingen leren – zowel ‘goede’ als ‘slechte’ voorbeelden. - —

Sociaal of observationeel leren -> Gedrag ‘na-apen’ (Bandura, 1977).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Spiegelneuronen

A

zijn zowel actief bij het uitvoeren van gedrag als bij het zien van gedrag van anderen.

Bij het zien van gedrag van iemand anders worden delen van de hersenen actief die betrokken zijn bij het zelf uitvoeren van het gedrag. Hierdoor ben je sneller geneigd hetzelfde gedrag ook uit te voeren.

Op dezelfde manier kan nieuw gedrag aangeleerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Imiteren van gedrag gaat veelal…

A

automatisch

Zowel motorische gedragingen als emoties worden vaak onbewust van anderen overgenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Emotion contagion/emotie besmetting

A

Het overnemen van de emoties van iemand anders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het spiegelsysteem wordt geassocieerd met…

A

Sociaal leren

het stelt je in staat om nieuw gedrag aan te leren en het wordt in verband gebracht met het interpreteren van emoties en gedrag van anderen en met het ervaren van een verbintenis met anderen doordat je hetzelfde doet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Factoren die en rol spelen in het bewust en intentioneel kopiëren van gedrag zijn:

A
  • Het inschatten van de opbrengsten van gedrag
  • De haalbaarheid van het gedrag
  • De herkenbaarheid van het rolmodel
  • De status van het rolmodel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij het inschatten van de haalbaarheid en de opbrengsten betreft het geen…

A

‘objectieve inschatting’. Het gaat om de kenmerken van de persoon die de inschatting maakt. Dus hoe denk ik over mijzelf en ga ik dit gedrag goed kunnen uitvoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zelfeffectiviteit/self efficacy of waargenomen gedragscontrole is de…

A

ingeschatte haalbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zelfrelevantie

A

de superstar zich wat betreft werk of studie op hetzelfde domein begeeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Effecten van een zelfrelevant positief rolmodel kunnen zowel

A

positief als negatief zijn.

Negatief: Bijvoorbeeld verminderde zelfwaardering en demotivatie.

Positief: Bijvoorbeeld toegenomen motivatie, inspiratie, harder werken et cetera.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Effecten van de zelfrelevantie negatieve vergelijkingsander:

A
  • Angst, als het ‘lot’ van de ander zelf ook onvermijdelijk lijkt (bijv. huis verliezen door crisis).
  • Opluchting ‘het kan nog goed komen’ of ‘dat overkomt mij niet’.

Zelfrelevante rolmodellen hebben over het algemeen consequenties voor het zelfbeeld en gedrag
van mensen. Gedrag van anderen kan een belangrijke invloed hebben op ons eigen gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Positief rolmodel + haalbaar

A

positief (inspiratie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Positief rolmodel + niet haalbaar

A

negatief (demotivatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Negatief rolmodel + vermijdbaar

A

positief (opluchting)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Negatief rolmodel + niet vermijdbaar

A

negatief (angst)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly