Operante conditionering (Skinner) Flashcards

1
Q

Operante conditionering (Skinner)

A

Hoe nieuw gedrag ontstaat. Straffen en belonen. Mensen en dieren leren dat hun gedrag bepaalde
consequenties heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Operant gedrag

A

spontaan optredend gedrag (bijv. blokjes omgooien).

  • Kan bekrachtigd (positieve consequentie) of bestraft (negatieve consequentie) worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Negatieve straf

A

Verwachte beloning die uitblijft.

(Ongehoorzaam kind = verbod op tv kijken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Positieve bekrachtiging

A

Verwachte beloning komt wel. (Krijgt een bonus voor goed werk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Negatieve bekrachtiging

A

Verwachte straf blijft uit. (Je hebt hoofdpijn en het gaat weg door aspirine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Positieve straf

A

Straf wordt wel gegeven. (Hete pan aanraken = pijn van de hitte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Negatief en positief

A

Negatief = wegnemen stimulus
Positief = toedienen stimulus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is effectiever: beloning of straf

A

Beloning

  • Omdat mensen over het algemeen meer gemotiveerd raken door het ontvangen van een beloning.
  • Omdat bij het geven van een beloning het gewenste gedrag wordt gedemonstreerd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij pubers:

A

negatief gedrag negeren (negatief straffen: wegnemen van aandacht). Zodra positief gedrag vertoond wordt overgaan op positieve bekrachtiging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Shaping

A

Het prijzen van gedrag dat in de richting komt, waarop je vervolgens verder kunt voortbouwen.

  • Om gewenst gedrag instant te houden moet je af en toe het gedrag belonen anders is het vatbaar voor extensie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Extinctie

A

Uitdoven van gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe wordt gedrag bestand tegen extinctie

A

Door beloningen op willekeurige momenten te geven

  • Kan onbedoeld tot negatieve consequenties leiden. (Bijv. als iemand slecht gedrag uitvoert en soms wel zijn zin krijgt zorgt dit ervoor dat die persoon het gedrag steeds gaat uitvoeren voor het ene moment dat het wel beloond wordt.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Partiële bekrachtiging

A

Beloningen aanbieden op variabele tijden in verschillende situaties.
(dus niet steeds nadat iemand bijv. iets goeds heeft gedaan).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly