SMART criteria Flashcards
1
Q
SMART - criteria helpt bij:
A
het opstellen van doelstellingen
2
Q
voor wat staat SMART
A
- specifiek
- meetbaar
- acceptabel
- realistisch
- tijdsgebonden
3
Q
specifiek
A
= concreet mogelijk / precies
4
Q
meetbaar
A
= Waardoor kan je zien dat je je doel hebt bereikt
5
Q
acceptable
A
= zelf achter doel staan
6
Q
realistisch
A
= haalbaar, welke acties
7
Q
tijdsgebonden
A
tegen wanneer doel behalen?