SMART criteria Flashcards

1
Q

SMART - criteria helpt bij:

A

het opstellen van doelstellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voor wat staat SMART

A
  • specifiek
  • meetbaar
  • acceptabel
  • realistisch
  • tijdsgebonden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

specifiek

A

= concreet mogelijk / precies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

meetbaar

A

= Waardoor kan je zien dat je je doel hebt bereikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

acceptable

A

= zelf achter doel staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

realistisch

A

= haalbaar, welke acties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tijdsgebonden

A

tegen wanneer doel behalen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly