SM4. Optica Flashcards
Wat geeft de (absolute) brekingsindex weer?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De (absolute) brekingsindex tussen twee stoffen geeft de verhouding weer tussen de snelheid van het licht in de eerste middenstof t.o.v. de snelheid van het licht in de tweede middenstof.
B)) De (absolute) brekingsindex van een stof geeft de verhouding weer tussen de snelheid van het licht in die stof t.o.v. de snelheid van het licht in het vacuüm.
C)) De (absolute) brekingsindex van een stof geeft de verhouding weer tussen de snelheid van het licht in het vacuüm t.o.v. de snelheid van het licht in die stof.
D)) De (absolute) brekingsindex tussen twee stoffen geeft de verhouding weer tussen de snelheid van het licht in de tweede middenstof t.o.v. de snelheid van het licht in de eerste middenstof.
Oplossing;
C)) De (absolute) brekingsindex van een stof geeft de verhouding weer tussen de snelheid van het licht in het vacuüm t.o.v. de snelheid van het licht in die stof.
Wat geeft de relatieve brekingsindex weer?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De relatieve brekingsindex van een stof geeft de verhouding weer tussen de snelheid van het licht in die stof en de snelheid van het licht in het vacuüm.
B)) De relatieve brekingsindex tussen twee stoffen geeft de verhouding weer tussen de snelheid van het licht in de tweede middenstof en de snelheid van het licht in de eerste middenstof.
C)) De relatieve brekingsindex tussen twee stoffen geeft de verhouding weer tussen de snelheid van het licht in de eerste middenstof en de snelheid van het licht in de tweede middenstof.
D)) De relatieve brekingsindex van een stof geeft de verhouding weer tussen de snelheid van het licht in het vacuüm en de snelheid van het licht in die stof.
Oplossing;
C)) De relatieve brekingsindex tussen twee stoffen geeft de verhouding weer tussen de snelheid van het licht in de eerste middenstof en de snelheid van het licht in de tweede middenstof.
Welke waarden kan de relatieve brekingsindex aannemen?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De relatieve brekingsindex is altijd groter dan 1.
B)) De relatieve brekingsindex is altijd groter dan of gelijk aan 1.
C)) De relatieve brekingsindex is altijd groter dan 0.
D)) De relatieve brekingsindex ligt altijd tussen 0 en 1. (inclusief 1)
E)) De relatieve brekingsindex ligt altijd tussen 0 en 1. (zonder 0 en 1)
Oplossing;
C)) De relatieve brekingsindex is altijd groter dan 0.
Opmerking(en):
Algemeen: De relatieve brekingsindex tussen twee stoffen is de verhouding tussen de voortplantingssnelheid in het eerste medium t.o.v. het tweede medium. Bij de (absolute) brekingsindex zal de voortplantingssnelheid in het eerste medium die van licht in het luchtledige zijn.
Welke waarden kan de (absolute) brekingsindex aannemen?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De (absolute) brekingsindex is altijd groter dan 1.
B)) De absolute brekingsindex ligt altijd tussen 0 en 1. (inclusief 1)
C)) De (absolute) brekingsindex ligt altijd tussen 0 en 1. (zonder 0 en 1)
D)) De (absolute) brekingsindex is altijd groter dan 0.
E)) De absolute brekingsindex is altijd groter of gelijk aan 1.
Oplossing;
A)) De (absolute) brekingsindex is altijd groter dan 1.
Opmerking(en):
Algemeen: De (absolute) brekingsindex van een stof is de verhouding tussen de voortplantingssnelheid van licht in het luchtledige t.o.v. de voortplantingssnelheid van licht in die middenstof. Aangezien licht zich het snelste kan voortplanten in een vacuüm zal de teller altijd groter zijn dan de noemer waardoor het resultaat altijd groter is dan 1.
Hoe breekt een lichtstraal als deze overgaat van een vacuüm naar een middenstof?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Het is afhankelijk van welke middenstof of de lichtstraal naar de normale toe, of van de normale weg breekt bij de overgang van een vacuüm naar een middenstof.
B)) Een lichtstraal breekt niet bij de overgang van een vacuüm naar een middenstof.
C)) Licht dat overgaat van een vacuüm naar een middenstof zal altijd naar de normale toe breken.
D)) Licht dat overgaat van een vacuüm naar een middenstof zal altijd van de normale weg breken.
Oplossing;
C)) Licht dat overgaat van een vacuüm naar een middenstof zal altijd naar de normale toe breken.
Opmerking(en):
Algemeen: Persoonlijk vind ik het makkelijkste om mij voor te stellen dat een lichtstraal de minste afstand/tijd wil doorbrengen in het medium waar deze het traagste in is. Dit wil zeggen dat de lichtstraal, het medium waar deze het traagste in is zo loodrecht mogelijk zal proberen over te steken. Aangezien licht hierover gaat van het luchtledige naar een middenstof wil dit zeggen dat licht zich het minst snelle kan voortplanten in het tweede medium. Hierdoor zal de lichtstraal in het voortplantingsmedium het dichtste bij de normale liggen waardoor we zeggen dat deze naar de normale toe breekt.
In welk medium zal de voortplantingsnelheid het grootste zijn indien de (absolute) brekingsindex van stof A groter is dan die van stof B?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) /
B)) De voortplantingssnelheid zal groter zijn in middenstof B dan in middenstof A.
C)) De voortplantingssnelheid zal niet veranderen.
D)) De voortplantingssnelheid zal kleiner zijn in middenstof B dan in middenstof A.
Oplossing;
B)) De voortplantingssnelheid zal groter zijn in middenstof B dan in middenstof A.
Opmerking(en):
De (absolute) brekingsindex van een stof is de verhouding tussen de voortplantingssnelheid van licht in het luchtledige t.o.v. de voortplantingssnelheid van licht in die middenstof.
Aangezien de snelheid van het licht in het luchtledige constant is (≈ 300 000 km/s) zal de teller van de breuk altijd constant blijven.
De noemer echter hangt af van het medium. Daardoor kan men stellen dat hoe kleiner dat de voortplantingssnelheid in een medium is, hoe kleiner de noemer is en dus hoe groter de absolute brekingsindex zal zijn. Aangezien middenstof A de grootste (absolute) brekingsindex heeft zal deze de laagste voortplantingssnelheid hebben.
Bijvoorbeeld stel dat de absolute brekingsindex in middenstof A gelijk is aan 3, terwijl dit in middenstof B maar gelijk is aan 2. Dit wil zeggen dat de voortplantingssnelheid van licht in middenstof A, 3 keren kleiner is dan de voortplantingssnelheid in het luchtledig en dat de voortplantingssnelheid van licht in middenstof B, 2 keren kleiner is dan de voortplantingssnelheid in het luchtledige.
Hierdoor kunnen we het besluiten dat de voortplantingssnelheid van licht groter is in middenstof B dan in middenstof A.
Hoe breekt een lichtstraal als deze overgaat van een optisch ijlere middenstof naar een optisch dichtere middenstof?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Een lichtstraal breekt wel bij de overgang van een optisch ijlere middenstof naar een optisch dichtere middenstof, maar of deze naar de normale toe breekt of daarvan weg, hangt af van de invalshoek.
B)) Wanneer een lichtstraal overgaat naar een optisch dichtere middenstof, dan zal de lichtstraal van de normale weg breken.
C)) Een lichtstraal kan niet overgaan van een optisch ijlere middenstof naar een optisch dichtere middenstof, dus kan er ook geen sprake zijn van (eventuele) breking.
D)) Een lichtstraal breekt niet als deze overgaat van een optisch ijlere middenstof naar een optisch dichtere middenstof.
E)) Wanneer een lichtstraal overgaat naar een optisch dichtere middenstof, dan zal de lichtstraal naar de normale toe breken.
Oplossing;
E)) Wanneer een lichtstraal overgaat naar een optisch dichtere middenstof, dan zal de lichtstraal naar de normale toe breken.
Opmerking(en):
Algemeen: Bij de overgang naar een optisch dichter materiaal zal de voortplantingssnelheid afnemen. Persoonlijk vind ik het makkelijkste om mij voor te stellen dat een lichtstraal de minste afstand/tijd wil doorbrengen in het medium waar deze het traagste in is. Dit wil zeggen dat de lichtstraal, het medium waar deze het traagste in is zo loodrecht mogelijk zal proberen over te steken. De optisch dichtste middenstof zal dus het medium zijn waar de lichtstraal het dichtste bij de normale licht.
Hoe breekt een lichtstraal als de voortplantingssnelheid in de eerste middenstof groter is dan in de tweede middenstof?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Deze uitspraak is fout aangezien de snelheid van het licht constant blijft!
B)) Een lichtstraal zal wel breken, maar het hangt van de invalshoek af of deze naar de normale toe breekt, of van de normale weg breekt.
C)) Wanneer een lichtstraal overgaat naar een middenstof met kleinere voortplantingssnelheid, dan zal de lichtstraal van de normale weg breken.
D)) Een lichtstraal kan niet overgaan naar een stof waar de voortplantingssnelheid kleiner van is, dus kan er ook geen sprake van breking zijn.
E)) Wanneer een lichtstraal overgaat naar een middenstof met kleinere voortplantingssnelheid, dan zal de lichtstraal naar de normale toe breken.
Oplossing;
E)) Wanneer een lichtstraal overgaat naar een middenstof met kleinere voortplantingssnelheid, dan zal de lichtstraal naar de normale toe breken.
Opmerking(en):
Algemeen: Persoonlijk vind ik het makkelijkste om mij voor te stellen dat een lichtstraal de minste afstand/tijd wil doorbrengen in het medium waar deze het traagste in is. Dit wil zeggen dat de lichtstraal, het medium waar deze het traagste in is zo loodrecht mogelijk zal proberen over te steken.
Wanneer treedt het verschijnsel van totale terugkaatsing op?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Totale terugkaatsing treedt op als de invalshoek onder een bepaalde grenswaarde blijft.
B)) Totale terugkaatsing treedt op als een lichtstraal wil overgaan van een optisch dichtere naar een optisch ijlere middenstof en de invalshoek onder een bepaalde grenswaarde blijft.
C)) Totale terugkaatsing treedt op als een lichtstraal wil overgaan van een optisch ijlere naar een optisch dichtere middenstof en de invalshoek onder een bepaalde grenswaarde blijft.
D)) Totale terugkaatsing treedt op als een lichtstraal wil overgaan van een optisch ijlere naar een optisch dichtere middenstof en de invalshoek een bepaalde grenswaarde overschrijdt.
E)) Totale terugkaatsing treedt op als een lichtstraal wil overgaan van een optisch dichtere naar een optisch ijlere middenstof en de invalshoek een bepaalde grenswaarde overschrijdt.
Oplossing;
E)) Totale terugkaatsing treedt op als een lichtstraal wil overgaan van een optisch dichtere naar een optisch ijlere middenstof en de invalshoek een bepaalde grenswaarde overschrijdt.
Een lichtstraal gaat over van een optisch ijlere middenstof naar een optisch dichtere middenstof. Hoe zal de lichtstraal breken en wat gebeurt er met de voortplantingssnelheid?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De lichtstraal zal van de normale weg breken en de voortplantingssnelheid zal toenemen.
B)) De lichtstraal zal naar de normale toe breken en de voortplantingssnelheid zal toenemen.
C)) De lichtstraal zal naar de normale toe breken en de voortplantingssnelheid zal afnemen.
D)) De lichtstraal zal van de normale weg breken en de voortplantingssnelheid zal afnemen.
Oplossing;
C)) De lichtstraal zal naar de normale toe breken en de voortplantingssnelheid zal afnemen.
Opmerking(en):
Algemeen: Bij de overgang naar een optisch dichter materiaal zal de voortplantingssnelheid afnemen. Persoonlijk vind ik het makkelijkste om mij voor te stellen dat een lichtstraal de minste afstand/tijd wil doorbrengen in het medium waar deze het traagste in is. Dit wil zeggen dat de lichtstraal, het medium waar deze het traagste in is zo loodrecht mogelijk zal proberen over te steken. De optisch dichtste middenstof zal dus het medium zijn waar de lichtstraal het dichtste bij de normale licht.
Welke vorm heeft een concave lens en wat zal er met de lichstralen gebeuren nadat ze door dit soort lens zijn gegaan ?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Een concave lens is dunner aan de randen dan in het midden, waardoor de lichtstralen die door de lens gaan zullen divergeren.
B)) Een concave lens is dikker aan de randen dan in het midden, waardoor de lichtstralen die door de lens gaan zullen convergeren.
C)) Een concave lens is dikker aan de randen dan in het midden, waardoor de lichtstralen die door de lens gaan zullen divergeren.
D)) Een concave lens is dunner aan de randen dan in het midden, waardoor de lichtstralen die door de lens gaan zullen convergeren.
Oplossing;
C)) Een concave lens is dikker aan de randen dan in het midden, waardoor de lichtstralen die door de lens gaan zullen divergeren.
Opmerking(en):
D)) Dit zijn convexe lenzen.
Wat is het doel van een optische vezel? m.a.w. waarvoor worden deze in de praktijk gebruikt?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Voor een grote mechanische trekkracht, omdat deze enorm grote trekspanning kan verdragen.
B)) Om beeld door te sturen.
C)) Om data over te brengen.
D)) Om elektrische stroom over te brengen.
Oplossing;
C)) Om data over te brengen.
Op basis van welk fysisch principe werkt een optische vezelkabel?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De gedeeltelijke reflectie en breking van licht
B)) Een elektrisch stroomsignaal.
C)) De totale interne refractie
D)) De breking van licht.
E)) De totale interne reflectie
Oplossing;
E)) De totale interne reflectie
Wat is attenuatie van een signaal?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Attenuatie is het afnemen van de frequentie van een golf.
B)) Attenuatie is het afnemen van de intensiteit een golf.
C)) Attenuatie is het afstemmen van de frequentie van een golf.
D)) Attenuatie is het waargenomen verschil in frequentie wanneer de bron en waarnemer van de golf bewegen t.o.v. elkaar.
Oplossing;
B)) Attenuatie is het afnemen van de intensiteit een golf.
Welke type van verbinding of techniek zal het minste optische verliezen met zich meebrengen.
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Solder splicing (solderen)
B)) Friction splicing/welding
C)) Fusion splicing
D)) Mechanical splicing
E)) Glue splicing (lijmen)
Oplossing;
C)) Fusion splicing