SM3. Theory of flight Flashcards
Wat is het glijgetal?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De verhouding tussen de horizontale afgelegde afstand en de verticale afname van hoogte bij een glijvlucht.
B)) Geeft aan bij welke invalshoek een vliegtuig de efficiëntste glijvlucht kan ondergaan.
C)) De snelheid waarbij het vliegtuig het meeste afstand kan afleggen.
D)) Het omgekeerde van de weerstand/drag en geeft aan hoe efficiënt een vliegtuig kan ‘vliegen’ indien de voortstuwing wegvalt.
E)) De snelheid waarbij het vliegtuig het langste afstand kan afleggen.
Oplossing;
A)) De verhouding tussen de horizontale afgelegde afstand en de verticale afname van hoogte bij een glijvlucht.
Wat geeft de snelheidspolaire weer?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Een grafiek die voor elke vliegsnelheid van een (niet-voortgestuwde) glijvlucht weergeeft wat de bijhorende daalsnelheid is.
B)) Een grafiek die voor elke vliegsnelheid van een (niet-voortgestuwde) glijvlucht weergeeft wat de bijhorende invalshoek is.
C)) Een grafiek die weergeeft wat de minimale- en maximale vliegsnelheden zijn.
D)) Een grafiek die voor elke vliegsnelheid van een (niet-voortgestuwde) glijvlucht weergeeft wat het minimale vereiste vermogen is.
E)) Een gragiek die voor elke vliegsnelheid van een (niet-voortgestuwde) glijvlucht weergeeft wat de bijhorende weerstand is.
Oplossing;
A)) Een grafiek die voor elke vliegsnelheid van een (niet-voortgestuwde) glijvlucht weergeeft wat de bijhorende daalsnelheid is.
Opmerking(en):
C)) Dit (en nog meer) kan men afleiden uit het manoeuvreerdiagram (= flight envelope).
Bij het aansturen van het hoogteroer zal het vliegtuig …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) pitchen
B)) rollen
C)) yaw’en
Oplossing;
A)) pitchen
Opmerking(en):
Algemeen: Dit hoogteroer (= elevator) is het horizontale stuurvlak dat zich achteraan bij de horizontale stabilisator bevindt.
B)) Rollen doet een vliegtuig met de rolroeren (= ailerons). Deze rolroeren (= ailerons) bevinden zich bij de vleugels achteraan en zijn zo ver mogelijk van de romp verwijdert zodat de moment arm het grootste is waardoor ze ook het meeste effect hebben.
C)) Yaw’en doet een vliegtuig door het aansturen van het richtingsroer (= rudder). Dit richtingsroer (= rudder) is het verticale stuurvlak dat zich achteraan bij de staartvleugel bevindt.
Bij het aansturen van de “elevator” zal het vliegtuig …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) yaw’en
B)) rollen
C)) pitchen
Oplossing;
C)) pitchen
Opmerking(en):
Algemeen: Dit hoogteroer (= elevator) is het horizontale stuurvlak dat zich achteraan bij de horizontale stabilisator bevindt.
A)) Yaw’en doet een vliegtuig door het aansturen van het richtingsroer (= rudder). Dit richtingsroer (= rudder) is het verticale stuurvlak dat zich achteraan bij de staartvleugel bevindt.
B)) Rollen doet een vliegtuig met de rolroeren (= ailerons). Deze rolroeren (= ailerons) bevinden zich bij de vleugels achteraan en zijn zo ver mogelijk van de romp verwijdert zodat de moment arm het grootste is waardoor ze ook het meeste effect hebben.
Bij het aansturen van de “rolroeren” zal het vliegtuig …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) yaw’en.
B)) pitchen
C)) rollen
Oplossing;
C)) rollen
Opmerking(en):
Algemeen: Deze rolroeren (= ailerons) bevinden zich bij de vleugels achteraan en zijn zo ver mogelijk van de romp verwijdert zodat de moment arm het grootste is waardoor ze ook het meeste effect hebben.
A)) Yaw’en doet een vliegtuig door het aansturen van het richtingsroer (= rudder).
B)) Pitchen doet een vliegtuig door het aansturen door het hoogteroer. (= elevator)
Bij het aansturen van de “ailerons” zal het vliegtuig …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) rollen
B)) pitchen
C)) yaw’en.
Oplossing;
A)) rollen
Opmerking(en):
Algemeen: Deze rolroeren (= ailerons) bevinden zich bij de vleugels achteraan en zijn zo ver mogelijk van de romp verwijdert zodat de moment arm het grootste is waardoor ze ook het meeste effect hebben.
B)) Pitchen doet een vliegtuig door het aansturen door het hoogteroer. (= elevator)
C)) Yaw’en doet een vliegtuig door het aansturen van het richtingsroer (= rudder).
Bij het aansturen van het richtingsroer zal het vliegtuig …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) pitchen
B)) yaw’en
C)) rollen
Oplossing;
B)) yaw’en
Opmerking(en):
Algemeen: Dit richtingsroer (= rudder) is het verticale stuurvlak dat zich achteraan bij de staartvleugel bevindt.
A)) Pitchen doet een vliegtuig door het aansturen door het hoogteroer (= elevator). Dit hoogteroer is het horizontale stuurvlak dat zich achteraan bij de horizontale stabilisator bevindt.
C)) Rollen doet een vliegtuig met de rolroeren (= ailerons). Deze rolroeren (= ailerons) bevinden zich bij de vleugels achteraan en zijn zo ver mogelijk van de romp verwijdert zodat de moment arm het grootste is waardoor ze ook het meeste effect hebben.
Bij het aansturen van de “rudder” zal het vliegtuig …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) pitchen
B)) yaw’en
C)) rollen
Oplossing;
B)) yaw’en
Opmerking(en):
Algemeen: Dit richtingsroer (= rudder) is het verticale stuurvlak dat zich achteraan bij de staartvleugel bevindt.
A)) Pitchen doet een vliegtuig door het aansturen door het hoogteroer (= elevator). Dit hoogteroer is het horizontale stuurvlak dat zich achteraan bij de horizontale stabilisator bevindt.
C)) Rollen doet een vliegtuig met de rolroeren (= ailerons). Deze rolroeren (= ailerons) bevinden zich bij de vleugels achteraan en zijn zo ver mogelijk van de romp verwijdert zodat de moment arm het grootste is waardoor ze ook het meeste effect hebben.
Waar bevinden de rolroeren (= ailerons) zich bij een vliegtuig?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) achteraan de horizontale staartvleugel.
B)) achteraan de vleugels, meestal zo ver mogelijk van de romp verwijdert.
C)) achteraan de vleugels, meestal zo dicht mogelijk bij de romp.
D)) achteraan de verticale staartvleugel
Oplossing;
B)) achteraan de vleugels, meestal zo ver mogelijk van de romp verwijdert.
Opmerking(en):
Algemeen: Hoe verder een rolroer van de rol-as ligt, hoe groter het rolmoment is bij dezelfde kracht. (M = F·d)
A)) Het hoogteroer bevindt zich achteraan de horizontale staartvleugel.
C)) De achterrandkleppen (= flaps) bevinden zich achteraan de vleugels, meestal zo dicht mogelijk bij de romp.
D)) Het richtingsroer bevindt zich achteraan de verticale staartvleugel.
Achteraan de vleugel, meestal zo ver mogelijk verwijdert van de romp bevindt zich …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) een winglet.
B)) een stroomlijnkap.
C)) het richtingsroer.
D)) het rolroer.
E)) het hoogteroer.
Oplossing;
D)) het rolroer.
Opmerking(en):
Algemeen: Hoe verder een rolroer van de rol-as ligt, hoe groter het rolmoment is bij dezelfde kracht. (M = F·d)
C)) Het richtingsroer bevindt zich achteraan de verticale staartvleugel.
E)) Het hoogteroer bevindt zich achteraan de horizontale staartvleugel.
Nummer 81 op de gegeven figuur noemt men …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) het rolroer.
B)) het richtingsroer.
C)) het hoogteroer.
D)) een stroomlijnkap.
E)) een winglet.
Oplossing;
A)) het rolroer.
Opmerking(en):
Algemeen: Hoe verder een rolroer van de rol-as ligt, hoe groter het rolmoment is bij dezelfde kracht. (M = F·d)
B)) Het richtingsroer bevindt zich achteraan de verticale staartvleugel.
C)) Het hoogteroer bevindt zich achteraan de horizontale staartvleugel.
Waar bevindt het hoogteroer (= elevator) zich bij een vliegtuig?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) achteraan de vleugels, meestal zo ver mogelijk van de romp verwijdert.
B)) achteraan de verticale staartvleugel.
C)) achteraan de horizontale staartvleugel.
D)) achteraan de vleugels, meestal zo dicht mogelijk bij de romp.
Oplossing;
C)) achteraan de horizontale staartvleugel.
Opmerking(en):
A)) De rolroeren bevinden zich achteraan de vleugels, meestal zo ver mogelijk van de romp verwijdert.
B)) Het richtingsroer bevindt zich achteraan de verticale staartvleugel.
D)) De achterrandkleppen (= flaps) bevinden zich achteraan de vleugels, meestal zo dicht mogelijk bij de romp.
Welk stuurvlak bevindt zich achteraan de horizontale staartvleugel?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) richtingsroer
B)) hoogteroer
C)) Achteraan de horizontale staartvleugel is er geen stuurvlak.
D)) rolroer.
Oplossing;
B)) hoogteroer
Opmerking(en):
A)) Het richtingsroer bevindt zich achteraan de verticale staartvleugel.
D)) De rolroeren bevinden zich achteraan de vleugels, meestal zo ver mogelijk van de romp verwijdert.
Nummer 82 op de gegeven figuur noemt men …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) het hoogteroer
B)) het richtingsroer
C)) de rolroer.
D)) een stroomlijnkap.
E)) een winglet.
Oplossing;
A)) het hoogteroer
Opmerking(en):
B)) Het richtingsroer bevindt zich achteraan de verticale staartvleugel.
C)) De rolroeren bevinden zich achteraan de vleugels, meestal zo ver mogelijk van de romp verwijdert.
Achteraan de horizontale staartvleugel bevindt zich …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) een winglet.
B)) een stroomlijnkap.
C)) de rolroer.
D)) het richtingsroer
E)) het hoogteroer
Oplossing;
E)) het hoogteroer
Opmerking(en):
C)) De rolroeren bevinden zich achteraan de vleugels, meestal zo ver mogelijk van de romp verwijdert.
D)) Het richtingsroer bevindt zich achteraan de verticale staartvleugel.
Waar bevindt het richtingsroer (= rudder) zich bij een vliegtuig?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) achteraan de vleugels, meestal zo dicht mogelijk bij de romp.
B)) achteraan de horizontale staartvleugel.
C)) achteraan de verticale staartvleugel.
D)) achteraan de vleugels, meestal zo ver mogelijk van de romp verwijdert.
Oplossing;
C)) achteraan de verticale staartvleugel.
Opmerking(en):
A)) De achterrandkleppen (= flaps) bevinden zich achteraan de vleugels, meestal zo dicht mogelijk bij de romp.
B)) Het hoogteroer bevindt zich achteraan de horizontale staartvleugel.
D)) De rolroeren bevinden zich achteraan de vleugels, meestal zo ver mogelijk van de romp verwijdert.
Nummer 83 op de gegeven figuur noemt men …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) het richtingsroer.
B)) het hoogteroer.
C)) de rolroer.
D)) een achterrandklep
E)) een winglet.
Oplossing;
A)) het richtingsroer.
Opmerking(en):
B)) Het hoogteroer bevindt zich achteraan de horizontale staartvleugel.
C)) De rolroeren bevinden zich achteraan de vleugels, meestal zo ver mogelijk van de romp verwijdert.
Wat geeft de belastingfactor weer?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) het aantal G-krachten dat een vliegtuig maximaal aankan vooraleer er structurele schade optreedt.
B)) het aantal G-krachten dat een vliegtuig maximaal aankan vooraleer het structureel faalt.
C)) de verhouding tussen het totaalgewicht van het vliegtuig (inclusief brandstof, cargo en personen) ten opzichte van het gewicht van een leeg vliegtuig.
D)) de maximale liftkracht die het vliegtuig aankan.
E)) de verhouding tussen de liftkracht die op het vliegtuig inwerkt en zijn gewicht
Oplossing;
E)) de verhouding tussen de liftkracht die op het vliegtuig inwerkt en zijn gewicht
Opmerking(en):
A)) Dit is de maximale belastingsfactor
Door welke eenheid wordt de belastingsfactor weergegeven?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) G
B)) Nm²
C)) N/m²
D)) Pascal.
E)) Newton.
Oplossing;
A)) G