SM2.3. Dynamica Flashcards
Hoe zal de versnelling veranderen als de massa van een systeem (plots) verdubbeld, terwijl de resulterende inwerkende kracht constant blijft?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De versnelling zal verdubbelen
B)) De versnelling zal halveren.
C)) De versnelling zal constant blijven
D)) geen correct antwoord
Kan iemand tegen Quadfliege zeggen dat de meerkeuze antwoorden bij vraag 1 fout is. Zo gaan de meerkeuze antwoorden bij hem over snelheid, maar het moet over de versnelling gaan.
Oplossing;
B)) De versnelling zal halveren.
Een eerste auto van 1000 kg rijdt 72 km/uur en een tweede auto van 1000 kg rijdt 90 km/uur. Bepaalde kinetische energie van de eerste t.o.v. de tweede auto.
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) 25 kJ
B)) 225 kJ
C)) 450 kJ
D)) 625 kJ
E)) 400 kJ
Oplossing;
A)) 25 kJ
Bepaal de kracht die (minimaal) nodig is om een voorwerp met een gewicht van 100 N horizontaal te verplaatsen aan constante snelheid als de statische wrijvingscoëfficiënt gelijk is aan 0,5 en de dynamische wrijvingscoëfficiënt gelijk is aan 0,4.
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) 200 N
B)) 50 N
C)) 250 N
D)) 100 N
E)) 40 N
Oplossing;
E)) 40 N
Welk gyroscopisch principe beschrijft het verzet van een ronddraaiende rotatiesymmetrische massa tegen een verandering van oriëntatie?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Gyroscopische precessie
B)) Gyroscopische traagheidsmoment
C)) Gyroscopische traagheid
D)) Gyroscopische stijfheid
Oplossing;
D)) Gyroscopische stijfheid
Een rotatiesysmmetrische massa draait rond een verticale as en langs boven bekeken in wijzerzin. Hoe zal deze rotatiesymmetrische massa reageren als je de as langs boven naar achter duwt?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De as en rotatiesymmetrische massa kantelen naar voor.
B)) De as en rotatiesymmetrische massa kantelen naar links.
C)) De as en rotatiesymmetrische massa kantelen naar rechts.
D)) De as en rotatiesymmetrische massa kantelen naar achter.
E)) Geen correct antwoord.
Oplossing;
C)) De as en rotatiesymmetrische massa kantelen naar rechts.
Hoe kan ik je de gyroscopische stijfheid van een gyroscoop laten toenemen? (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Hoe groter de mechanische weerstand, hoe groter de gyroscopische stijfheid.
B)) Hoe groter de traagheid, hoe groter de gyroscopische stijfheid.
C)) Hoe groter de massa en/of hoe korter de massa van de rotatieas ligt, hoe groter de gyroscopische stijfheid.
D)) Hoe groter de weerstand tegen buiging, hoe groter de gyroscopische stijfheid is.
E)) Hoe hoger de hoeksnelheid, hoe groter de gyroscopische stijfheid wordt.
Oplossing;
E)) Hoe hoger de hoeksnelheid, hoe groter de gyroscopische stijfheid wordt.
Opmerking(en):
B)) Het probleem met traagheid is dat een grotere massa niet noodzakelijk resulteert in een grotere gyroscopische stijfheid. Een groter traagheidsmoment was hier wel juist geweest, omdat …
Van welke factor(en) is traagheid afhankelijk?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De versnelling.
B)) De massa en de ligging/spreiding van de massa rond het rotatiepunt.
C)) De massa.
D)) De massa en de versnelling.
Oplossing;
C)) De massa.
Waar is de grootte van de wrijvingskracht NIET afhankelijk van?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Geen correct antwoord.
B)) De twee materialen die bewegen t.o.v. elkaar.
C)) De grootte van de normaalkracht.
D)) De grootte van het contactoppervlak.
Oplossing;
D)) De grootte van het contactoppervlak.
Wat is potentiële energie?
Antwoord;
Potentiële energie is de arbeid die een voorwerp in staat is (= de potentie heeft) te verrichten als gevolg van de toestand waarin het voorwerp zich bevindt.
Van welke factor(en) is het traagheidsmoment afhankelijk?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De massa
B)) De massa en de ligging/spreiding van de massa rond het rotatiepunt.
C)) De snelheid.
D)) De versnelling.
E)) De massa en de versnelling.
Oplossing;
B)) De massa en de ligging/spreiding van de massa rond het rotatiepunt.
Hoeveel energie is er (bij benadering) nodig om een voorwerp met een massa van 100 kg te verschuiven over een afstand van 20 m als de dynamische wrijvingscoëfficiënt gelijk is aan 0,2?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) 4 kJ
B)) 20 kJ
C)) 400 J
D)) 200 J
Oplossing;
A)) 4 kJ
Wat is het verschil tussen een massa en een gewicht?
Antwoord;
Een massa is een maat voor uit hoeveel stof iets bestaat, dit zal altijd constant blijven/zijn, ongeacht waar deze zich bevindt. Een gewicht is de massa die onderhevig is aan de zwaartekracht en zal daardoor ook afhankelijk zijn van waar de massa zich bevindt.
Van welke factor(en) is de gyroscopische stijfheid afhankelijk van? (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De gyroscopische stijfheid is afhankelijk van de plaatselijke valversnelling.
B)) De gyroscopische stijfheid is afhankelijk van de weerstand/wrijving in het mechanisme van de gyroscoop.
C)) De gyroscopische stijfheid is afhankelijk van de verdeling van de massa t.o.v. het rotatiepunt.
D)) De gyroscopische stijfheid is afhankelijk van de massa van de rotatiesymmetrische massa.
E)) De gyroscopische stijfheid is afhankelijk van de hoeksnelheid van de rotatiesymmetrische massa.
Oplossingen;
B)) De gyroscopische stijfheid is afhankelijk van de weerstand/wrijving in het mechanisme van de gyroscoop.
C)) De gyroscopische stijfheid is afhankelijk van de verdeling van de massa t.o.v. het rotatiepunt.
D)) De gyroscopische stijfheid is afhankelijk van de massa van de rotatiesymmetrische massa.
E)) De gyroscopische stijfheid is afhankelijk van de hoeksnelheid van de rotatiesymmetrische massa.
Welke wet beschrijft de volgende situatie het beste: “De aantrekking tussen de aarde en de maan”
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De derde wet van newton.
B)) De wet van het behoud van energie.
C)) De twee wet van Newton.
D)) De eerste wet van Newton.
Oplossing;
A)) De derde wet van newton.
Hoeveel potentiële energie heeft een massa van 5 kg in rust, op een hoogte van 2 m?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) 10 J
B)) 0 J
C)) 98,1 J
Oplossing;
C)) 98,1 J