Slaap Flashcards

1
Q

REM-slaap

A

Rapid eye movements

In de fase van de REM-slaap bewegen we veel met onze ogen en zijn we aan het dromen. Onze hersenen zijn hier heel actief.

Treedt slaapverlamming op. Kan spieren niet gebruiken, behalve oogspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer vinden slaapwandelen en praten in slaap plaats

A

diepere fases van de non-REM-slaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

non-REM-fase

A

kan je merken dat je soms bij bewustzijn komt en je bevindt je het grootste deel van je slaap in deze fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Normale slaap herken je aan drie dingen:

A
  1. De cycli van negentig minuten;
  2. Het feit dat je de diepste slaap aan het begin van de nacht optreedt;
  3. Het feit dat de REM-slaap steeds langer duurt naarmate de nacht vordert
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Effect te weinig REM-slaap

A

Sneller moe en geïrriteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er de nacht nadat je te weinig REM-slaap hebt gehad

A

REM-rebound

De REM-fases duren langer dan normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar draagt slaap aan bij

A

geheugen

probleemoplossing

opgehoopte ongewenste en bruikbare informatie van die dag weg te spoelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Pavor nocturnus

A

episodes in de diepe slaap waarbij iemand in angst lijkt te verkeren, hoewel de beangstigende mentale ervaring (zoals een droom) bij het ontwaken vaak vergeten is (nachtmerrie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly