Signaal transductie Flashcards
Waar zorgt signaaltransductie voor?
Dat er cel-cel communicatie plaats kan vinden.
4 signaaltransductie mechanismen
Endocrien
Paracrien
Contact-dependent
Neuronaal
2 essentiële eigenschappen voor communicatie
Specifiteit en affiniteit
Specifiteit
1 ligand past slechts op 1 receptor
Affiniteit
een ligend-receptor binding is mogelijk bij hele lage concentraties.
2 typen receptoren
Cell-surface receptors
Intracellular receptor
Cell-surface receptors
binden ligand aan buitenkant cel aan eigen receptor. Receptor geeft signaal aan eiwitten die in cel klaarliggen.
Ligand vaak groot en hydrofiel
Intracellular receptor
Kernreceptoren: hormoon moet dus cel binnnendringen, dus moet vetoplosbaar en klein zijn.
Kernlokalisatiedomein
Helpt verplaatsen van hormoon in de kern
Domeinen kernreceptoren
Hormoonbindenddomein
Kernlokalisatiedomein
Dimerisatiedomein
Co-activator/co-repressor domein
Dimerisatiedomein
zorgt ervoor dat hormonen aan het DNA kunnen binden en kunnen dimeriseren.
Co-activator/co-repressor domein
Herkent factoren die rol spelen bij versterken of remming van signaal.
3 soorten membraanreceptoren
Ionkanalen
G-eiwitgekoppelde receptoren/7 transmembraan receptoren
Enzymgekoppelde receptoren
Eigenschappen G-eiwitgekoppelde receptor
Komen veel voor
Zicht, reuk, smaak
Neurotransmitters
Hormonen
snel
Werking G-eiwit
- alfa-subunit bindt GDP-eiwit
- ACTH activeert G-eiwit
- GDP laat los en wordt vervangen door GTP
- G-eiwit splitst in alfa-subunit en beta-subunit
- Geactiveerde alfa-subunit bindt aan effectormolecuul: signaal doorgeven