Set1 Flashcards
1
Q
Benoem op welke 4 vlakken we evolutie willen zien in het werken met diversiteit?
A
- Van handicap naar (super)diversiteit, 2. Van plaatsbepaling naar belonging, 3. Van draagkracht naar redelijke aanpassingen, 4. Van expert naar verbinder
2
Q
Geef de 4 facetten van het vierfactorenmodel.
A
- De individuele persoon (ik),
- Samenwerkingsprocessen (wij), 3. De taak of doel (het), 4. De context (globe)
3
Q
Geef de 4 kenmerken van samenwerking binnen de school.
A
- Communicatie, 2. Duidelijke rolverdeling, 3. Respect, 4. Doelgerichtheid
4
Q
Benoen de 4 onderdelen van de ‘Circle of courage’.
A
- Erbij horen, 2. Meesterschap, 3. Willen bijdragen, 4. Interafhankelijkheid
5
Q
Geef de 5 rollen van de ondersteuner/zoco als coach.
A
- Scheidsrechter, 2. Hulplijn, 3. Procescoördinator, 4. Expert, 5. Verbinder
6
Q
Geef de 3 types gesprekken in het coachingstraject.
A
- Afstemmingsgesprek,
- Ondersteuningsgesprek,
- Afrondingsgesprek
7
Q
Geef de 4 belangrijkste aandachtspunten van activerende ondersteuning.
A
- Aandacht voor het positieve, 2. Gericht op doelmatigheidsbeleving, 3. Het belang van eigenaarschap, 4. Professionelere door reflectie
8
Q
Wat is het belang van positiviteit in de gesprekken?
A
- Veranderingsgericht (= °van gedachtengoed dat verandering mogelijk is),
- stoornisdenken VS. diversiteitsdenken,
- wat je aandacht geeft wordt groter
9
Q
Geef 3 manieren om doelmatigheidsbeleving te bevorderen in de gesprekken?
A
- Leervraaggericht, 2. Activerend VS. compenserend, 3. Blijf uit de expertenrol
10
Q
Wat is het belang van eigenaarschap in de gesprekken?
A
- Gericht op zelfsturing (visie en aanpak), 2. Partners in dit verhaal, 3. Regie in handen van de coachee
11
Q
Wat is het belang van reflectie in de gesprekken?
A
- Procesgericht, 2. Slow learning en dubbele gelaagdheid, 3. Aandacht voor persoonlijke beleving van de coachee