Sensomotorische kring Flashcards
sensomotoriek
sensoriek en motoriek.
Sensoriek
het opdoen van prikkels buiten het lichaam met de zintuigen (gehoor, reukzin, tast, smaakzin en gezichtsvermogen) maar ook informatie verwerven van binnen het lichaam behoort hiertoe (proprioceptie, evenwichtszin).
Motoriek
het vermogen te kunnen bewegen.
Sensorische input
het opvangen van prikkels door sensoren
Sensoren
registreren veranderingen (inwendig of uitwendig). Dit zijn gespecialiseerde cellen, verwant aan een zenuwcel, die gevoelig is voor verandering in zijn omgeving.
Exteroceptoren
vormen de functionele kern van de zintuigen. Ze liggen vrij oppervlakkig in het lichaam op de grens tussen lichaam en buitenwereld en vangen prikkels van buiten het lichaam op.
evenwichts (=vestibulair) orgaan
het geeft informatie over de stand, bewegingssnelheid en bewegingsrichting van het hoofd
verloop verwerking
In het centrale zenuwstelsel vindt verwerking van de sensorische input plaats. Allereerst ontvangt het centrale zenuwstelsel de informatie van de sensoren en beoordeelt het de betekenis van de informatie, bijvoorbeeld in verband met een mogelijke bedreiging, zoals fysieke beschadiging van (delen van) het lichaam. Vervolgens bepaalt het centrale zenuwstelsel of en hoe het lichaam er op moet reageren.
spierweefsels zijn gespecialiseerd in
contractie
3 types spierweefsel
Glad spierweefsel: peristaltiek in holle organen
Hartspierweefsel: rondsturen van bloed in het hart
Skeletspierweefsel: oa. voortbeweging
functies skeletspierweefsel
Beweging of stabilisatie van beenderen Stabilisatie van gewrichten Bescherming van weke delen Openen en sluiten van in- en uitgangen Behoud lichaamstemperatuur
Beweging of stabilisatie van beenderen
Constant aanpassen van de spiertonus (spierspanning) voor het behoud van een rechte, stabiele houding. Vb. De spieren rond de wervelkolom
Stabilisatie van gewrichten
voorkomen van hyperflexie (overdreven buigen) of hyperextensie (overdreven strekken), voorkomen van instabiliteit en luxaties (ontwrichting)
Bescherming van weke delen
In de thorax worden het hart en de longen beschermd door de ribben. Dit is bij de organen van de buik niet het geval. Zij worden ondersteund door de rechte en schuine buikspieren.
Openen en sluiten van in- en uitgangen
Kringspieren kunnen een opening afsluiten wanneer ze samentrekken. Vb. m. orbicularis oris en m. orbicularis oculi
Behoud van lichaamstemperatuur
rillen bij koude, er wordt warmte geproduceerd door het verbruiken van energie bij spiercontractie. Koudesensoren prikkelen het koudecentrum in de hersenen. Hierdoor zal men rillen en klappertanden.
ontwrichting
luxaties
mond kringen
m. orbicularis oris
mond kringen
m. orbicularis oris
oog kringen
m. orbicularis oculi
Endomysium
: laagje bindweefsel dat individuele spiervezel beschermt
Perimysium:
bescherming van tientallen spiervezels, samengebundeld tot een spierbunde
Epimysium:
bescherming van totale spier, opgebouwd uit verschillende spierbundels
Spierfascia:
spiervlies, omgeeft het epimysium en beschermt de spier tegen wrijving met de omliggende organen
synoniem Motorische eindplaat =
neuromusculaire junctie
definitie neurotransmitters
= plaats waar impulsen w overgedragen v motorische zenuwcellen op spiercellen
werking skeletspier
origo en insertie
werking skeletspier
origo en insertie
dynamisch spierwerk
botstukken tov elkaar bewegen, je ziet beweging
Statisch spierwerk=
er is spierwerk, maar je ziet geen beweging
Concentrische contractie van de spierbuik:
de spier contraheert en verkort, oorsprong en insertie komen dichter bij elkaar te liggen, de botstukken bewegen naar elkaar toe.
• Werklijn
denkbeeldige lijn door de spierbuik (tussen aanhechtingspunten). Door te kijken hoe de werklijn loopt ten opzichte van de as van een gewricht, kunnen we inzicht krijgen in de functie van de spier.
• Monoarticulaire spieren
: Spieren die 1 gewricht overspannen en bij contractie bewegen ze dat ene gewricht.
Biarticulaire spieren
Spieren die 2 gewrichten overspannen zoals de m. biceps brachii. Deze spier loopt zowel over het schoudergewricht als over het gewricht van de elleboog.
• Polyarticulaire spieren
Spieren die over drie of meer gewrichten lopen, zoals sommige spieren van de onderarm die de vingers bewegen.
• Excentrische contractie vd spierbuik:
contraheert (samentrekken) vd spier, tegelijkertijd verlengt spier, oorsprong & insertie komen verder van elkaar te liggen
• Isometrische contractie
de spier werkt maar behoudt de oorspronkelijke lengte, oorsprong en insertie komen NIET dichter bij elkaar te liggen, de botstukken bewegen NIET.
• Vb. in squad staan, gewicht id. hand
Bewegingsbaan
Een spier legt de totale baan af als de verkorting of verlenging de totale hefhoogte doorloopt:
proximale baan
Een spier legt de totale baan af als de verkorting of verlenging de totale hefhoogte doorloopt:
Van volledige verlenging tot volledige verkorting concentrische contractie over de totale baan
Van volledige verkorting tot volledige verlenging excentrisch spierwerk in de totale baan
distale baan
Een spier werkt in de distale baan als de beweging wordt uitgevoerd tussen volledige
verlenging van de spier en de helft van de hefhoogte (of een deel ervan)
Van de helft van de hefhoogte tot volledige verlenging: excentrische contractie
Van volledige verlenging tot de helft van de hefhoogte: concentrische contractie